Zoeken

vrijdag 26 februari 2016

Dit lijkt warempel wel een persbericht van mijn plakbandpensioen

Woensdag stroomde mijn inbox vol met mails over een persbericht van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut dat van A tot Z leek te gaan over mijn nieuwe boek. In Het plakbandpensioen stel ik vast dat de maatschappij nog onvoldoende doordrongen is van de vraag wat "langer doorwerken" nu eigenlijk écht betekent. Het nieuws haalde Teletekst en werd uitvoerig belicht in het journaal, maar de volgende dag kon er ik helemaal niets van terugvinden in de krant. Rara, hoe kan dat?


Het persbericht werd gebracht onder de kop: "Boze zestigplussers snakken naar pensioen". Wie op precies het verkeerde moment is geboren, heeft alle regels vlak voor zijn neus zien sneuvelen. Het komt voor dat mensen hun iets oudere collega's hebben zien vertrekken op 57-jarige leeftijd met een mooie regeling, terwijl ze zelf door moeten werken tot hun 67e. Dat onderstreept dat het helemaal niet gaat om een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd met 2 jaar, maar soms wel met 10 jaar. Voorheen werkte bijna niemand meer als hij de zestig was gepasseerd, nu moet je vol aan de bak en krijg je voortdurend de boodschap dat je moet blijven leren en jezelf moet blijven ontwikkelen.

Vaak zeggen mensen tegen me dat ze er niet aan zouden moeten denken te stoppen met werken, omdat ze het met veel plezier doen en omdat het bevrediging schenkt. Die mensen zijn dan meestal een jaar of 35 of zelfs 45 en beseffen niet dat ze zichzelf over vijf of tien (of vijftien) jaar misschien wel heel anders voelen. Niet alleen gaat je lichaam vanaf een bepaalde leeftijd protesteren, je krijgt ook een andere horizon als je boven de vijftig bent en andere prioriteiten. Werk kan zaligmakend zijn als je net begint, terwijl je misschien loopt te zuchten als het einde nadert en de finishlijn iedere keer weer een stukje verlegd wordt.

In het journaal verzuchtte een werknemer van begin zestig dat ze "te laat geboren was". Ik zou daar aan toe willen voegen dat ze misschien ook wel te weinig heeft afgelost en gespaard. In Het plakbandpensioen vertel ik het verhaal van een 59-jarige die zijn appartement helemaal heeft afgelost én daarnaast een mooi bedrag bij elkaar heeft gespaard. Het gevolg is dat hij over een maand kan stoppen met werken, middenin de zoveelste reorganisatie.

Deze persoon krijgt van mij een 10 en een griffel en is tegelijk het prototype van iemand met een plakbandpensioen. Want de definitie is: een zo vroeg mogelijk vroegpensioen dat je grotendeels zelf financiert en dat van knip- en plakwerk aan elkaar hangt. Als de overheid het sociale vangnet steeds verder uitkleedt, moet je als burger juist iets soortgelijks voor jezelf zien op te tuigen om te voorkomen dat je door moet werken op kantoor tot de doodgraver je op je allerlaatste werkdag komt wegdragen.

Blijft de vraag waarom de kranten (en ik las er afgelopen donderdag 4) in alle talen zwegen over de uitkomst van het onderzoek. Zijn ze naarstig op zoek naar uitgebluste werknemers van in de zestig voor de zaterdagkrant? Vinden ze het bij nader inzien geen "nieuws"? Of willen de media graag het veel te rooskleurige beeld in stand houden van vitale oudere werknemers die tot het laatste moment fluitend hun werk doen? De reactie van de ANBO is tekenend. Zij herkennen zich niet in de uitkomst van deze enquête omdat ze er voor kiezen de realiteit te ontkennen.