Het was interessant, en ontluisterend, om te zien hoe de culturele sector zich opstelde na het verstoren van het concert van Lenny Kuhr in Waalwijk. Zo waren er maar weinig vakbroeders die zich achter haar schaarden en de actie veroordeelden. Ook de krant waar we al bijna veertig jaar op geabonneerd zijn, komt niet verder dan het van alle kanten bekijken en vergoelijken van de motieven van de actievoerders. Het resultaat is een ongemakkelijke spagaat waar juist een duidelijk signaal gewenst zou zijn.
Over mijn eigen partijdigheid ben ik in mijn vorige blog heel duidelijk geweest: ik ben een fervent theaterbezoeker (deze week drie concerten, komende week weer) én ik ben geregeld in de zaal te vinden bij Lenny Kuhr. Bovenop alle algemene bezwaren die je tegen dit soort acties kunt hebben, komt dus het simpele feit dat je je met dergelijke ordeverstoringen op mijn terrein begeeft. Ik wil ongestoord kunnen genieten van voorstellingen en ik vind dat ik daar in een democratisch land op zou mogen rekenen. Ik wil ook niet dat er straks bij elke toegangsdeur een bewapende beveiliger staat.
Alleen al om die reden had ik verwacht dat er veel meer artiesten zouden zijn die deze actie veroordeelden, al was het maar omdat die nog veel vaker in een theater komen dan ik. In plaats daarvan houden ze zich, op een enkeling na, muisstil. Er is geen breed protest vanuit de culturele sector, geen massaal ondertekend manifest, zelfs geen persbericht waarin te lezen valt dat musea, theaters, bioscopen en concertzalen vrijplaatsen zouden moeten zijn waar kunstenaars zich veilig voelen en als zodanig dienen te worden gekoesterd.
Niks van dat al. In de krant gaat het niet over de legitimiteit - of de onwenselijkheid - van dit soort acties, maar slechts over de vraagt of de motieven van de demonstranten zuiver waren. Zo maak je 'een complexe zaak' van iets wat feitelijk heel simpel is, maar wat bemoeilijkt wordt door het feit dat de culturele sector een gesubsidieerd, progressief bolwerk is. Als theaterbezoeker kom ik alleen maar op plaatsen waar men blindelings partij kiest in dit conflict en men ook over andere onderwerpen op precies dezelfde manier denkt. Alleen al daarom is er op voorhand zoveel begrip voor de actievoerders, dat men de actie niet durft te veroordelen.
Voor individuele acteurs en muzikanten geldt dat in nog veel sterkere mate, want wie zich uitspreekt valt buiten de boot, plaatst zich buiten de orde en wordt vervolgens niet meer gebeld of geboekt. En dus verzandt een principekwestie al snel in een semantische discussie waarin het gaat over de vraag wat de precieze ideologische motieven van de actievoerders waren, alsof er geen vuiltje aan de lucht is als we het er met elkaar over eens zijn dat die zuiver genoeg zijn. Zo wordt wat begint als een glijdende schaal vanzelf een glijbaan en een glibberig pad.