Zoeken

zondag 31 maart 2024

Waarom houdt de culturele sector zich zo stil?

Het was interessant, en ontluisterend, om te zien hoe de culturele sector zich opstelde na het verstoren van het concert van Lenny Kuhr in Waalwijk. Zo waren er maar weinig vakbroeders die zich achter haar schaarden en de actie veroordeelden. Ook de krant waar we al bijna veertig jaar op geabonneerd zijn, komt niet verder dan het van alle kanten bekijken en vergoelijken van de motieven van de actievoerders. Het resultaat is een ongemakkelijke spagaat waar juist een duidelijk signaal gewenst zou zijn.

Over mijn eigen partijdigheid ben ik in mijn vorige blog heel duidelijk geweest: ik ben een fervent theaterbezoeker (deze week drie concerten, komende week weer) én ik ben geregeld in de zaal te vinden bij Lenny Kuhr. Bovenop alle algemene bezwaren die je tegen dit soort acties kunt hebben, komt dus het simpele feit dat je je met dergelijke ordeverstoringen op mijn terrein begeeft. Ik wil ongestoord kunnen genieten van voorstellingen en ik vind dat ik daar in een democratisch land op zou mogen rekenen. Ik wil ook niet dat er straks bij elke toegangsdeur een bewapende beveiliger staat.

Alleen al om die reden had ik verwacht dat er veel meer artiesten zouden zijn die deze actie veroordeelden, al was het maar omdat die nog veel vaker in een theater komen dan ik. In plaats daarvan houden ze zich, op een enkeling na, muisstil. Er is geen breed protest vanuit de culturele sector, geen massaal ondertekend manifest, zelfs geen persbericht waarin te lezen valt dat musea, theaters, bioscopen en concertzalen vrijplaatsen zouden moeten zijn waar kunstenaars zich veilig voelen en als zodanig dienen te worden gekoesterd.

Niks van dat al. In de krant gaat het niet over de legitimiteit - of de onwenselijkheid - van dit soort acties, maar slechts over de vraagt of de motieven van de demonstranten zuiver waren. Zo maak je 'een complexe zaak' van iets wat feitelijk heel simpel is, maar wat bemoeilijkt wordt door het feit dat de culturele sector een gesubsidieerd, progressief bolwerk is. Als theaterbezoeker kom ik alleen maar op plaatsen waar men blindelings partij kiest in dit conflict en men ook over andere onderwerpen op precies dezelfde manier denkt. Alleen al daarom is er op voorhand zoveel begrip voor de actievoerders, dat men de actie niet durft te veroordelen.

Voor individuele acteurs en muzikanten geldt dat in nog veel sterkere mate, want wie zich uitspreekt valt buiten de boot, plaatst zich buiten de orde en wordt vervolgens niet meer gebeld of geboekt. En dus verzandt een principekwestie al snel in een semantische discussie waarin het gaat over de vraag wat de precieze ideologische motieven van de actievoerders waren, alsof er geen vuiltje aan de lucht is als we het er met elkaar over eens zijn dat die zuiver genoeg zijn. Zo wordt wat begint als een glijdende schaal vanzelf een glijbaan en een glibberig pad.

zaterdag 30 maart 2024

Zo wordt politiek protest vanzelf een persoonlijke aanval

De afgelopen tijd heb ik even geen blogs meer gepubliceerd, omdat ik mijn handen vol had aan mijn nieuwe boek. Nu ik het manuscript, netjes voor de deadline van eind maart, naar de uitgever heb verzonden, is er eindelijk weer wat ruimte in mijn hoofd voor andere onderwerpen. In dit geval schurkt het echter zo dicht tegen boek nummer twintig aan, dat je bijna zou kunnen spreken over het ontbrekende 25ste hoofdstuk. Of misschien zelfs een door de actualiteit ingegeven addendum.

Stomtoevallig komt de naam 'Lenny Kuhr' in mijn nieuwe boek vijf keer voor. Ik noem haar meteen al in het voorwoord en leg later in het boek nog eens uit wat de link precies is met het hoofdonderwerp. Tenslotte staat haar naam helemaal achterin de lijst met bezochte concerten, tussen het Martin Fondse Trio en de band Kruidkoek in. Ik zag haar eind september in Rotterdam optreden, dus het kostte me weinig moeite om me voor te stellen wat mijn reactie zou zijn geweest als in in Waalwijk in de zaal had gezeten toen haar optreden ruw werd verstoord.

In mijn nieuwe boek noteer ik naar waarheid dat er geen enkele artiest is, nationaal of internationaal, die ik váker heb zien optreden dan Lenny Kuhr, zo vaak zelfs dat ik de tel allang ben kwijtgeraakt. Wel kan ik me de allereerste keer nog goed herinneren: in een huiskamer in Limburg op een bloedhete zomerdag. Daar speelde ze, met achter haar de open tuindeuren, het prachtige nummer 'De Weg Naar Nederwetten' dat toen nog niet op plaat was verschenen. Voor mij was dat de aanleiding om met terugwerkende kracht alles van haar te kopen wat ik kon vinden.


Naar het laatste optreden in Rotterdam ging ik in de eerste plaats omdat ze voor deze tournee een nieuwe band om zich heen had verzameld met daarin mijn oude gitaarleraar Freek Dicke. Hoewel ik na een jaar of wat ben gestopt met de lessen wegens gebrek aan talent en ik daarna ook nooit meer een gitaar in mijn handen had gehad, leek het me aardig om hem na afloop te vragen of hij een van de albums wilde signeren die hij lang geleden met haar heeft opgenomen. Lenny Kuhr leek niet alleen helemaal in haar element met deze nieuwe band, maar klonk ook als herboren. Voor ons was dit dus al de zoveelste keer dat we haar zagen spelen, maar zeker niet de laatste keer.

Daar komt dan nog bovenop, dat ik Lenny Kuhr als journalist al eens bij haar thuis heb geïnterviewd voor Max Magazine, de televisiegids van deze omroep. Dat interview was alleen al memorabel, omdat ze de afspraak compleet was vergeten en ik geduldig in mijn auto heb zitten wachten tot ze op haar dooie gemak terug kwam lopen van de tennisbaan. In die tijd was ik nog erg met hypotheken bezig, dus ik wist na het interview niet alleen alles over haar loopbaan in de muziek en de relatie met haar moeder, maar ook over haar financiële situatie. 

Het mag duidelijk zijn dat ik, los van mijn politieke ideeën en sympathieën, niet erg onpartijdig of welwillend reageerde op de ordeverstoring van haar concert in Waalwijk. Sowieso ben ik, als schrijver, van mening dat actievoerders uit de buurt moeten blijven van bioscopen, theaters, concertzalen, bibliotheken en musea. Met dit soort ordeverstoringen ga je een gevaarlijke grens over, want het neigt al snel naar intimidatie. Daarnaast bezorg je het aanwezige publiek, in dit geval van vergevorderde leeftijd, ook nog eens onnodig de schrik van hun leven. 

Dat ik het allemaal zo netjes en zo omfloerst formuleer, komt natuurlijk vooral doordat het inmiddels alweer bijna een week geleden is en het allemaal een beetje heeft kunnen betijen. Pas gisteren laaide mijn woede weer even op, toen ik in een column las dat er 'geen grondrecht bestaat voor een ongestoord concert'. Op die opmerking kom ik binnenkort waarschijnlijk nog even terug, óók omdat ik al vreesde dat er iets als dit stond te gebeuren, al had ik het eerder verwacht bij dat jazz-trio uit Tel Aviv dat recent op tournee was dan bij een zangeres van 74 jaar die werkelijk nog nooit iets heeft misdaan.