Zoeken

zondag 22 september 2013

Zijn die 60-plussers nou ten onrechte boos of niet?

Met haar open brief over pensioenmythes en andere misverstanden heeft economieredacteur Yvonne Hofs de boze 60-plusser waarschijnlijk nog bozer gemaakt dan hij al was. In het vuur van de discussie wordt echter vergeten dat eigenlijk maar één groep echt aan de ellende is ontsnapt: dat zijn de gepensioneerden met een goudgerande eindloonregeling en een hypotheekvrij huis. Ook veel 60-plussers hebben hun VUT-regeling zien verdampen of zitten als sinds hun 57ste werkloos thuis.

Zijn boze 60-plussers egoïstisch? Het is een interessante discussie nu de pensioenen onder druk komen te staan en het erop lijkt dat de jongeren veel langer moeten werken voor een lager of onzekerder pensioen. Het zou me niks verbazen als deze knuppel in het hoenderhok zoveel reacties heeft losgemaakt dat je er een complete maandagkrant mee kunt vullen zonder extra kopij. Misschien is het onderwerp daar zelfs wel belangrijk genoeg voor.

Het is in ieder geval een ruzie die hoognodig uitgevochten moet worden en vooral uitgepraat. Want vooralsnog overheersen de emoties. Tegenover de 60-plussers die “boos” en “egoïstisch” zouden zijn, staan jongeren die “zeuren” of tweeverdieners met een tophypotheek die alleen maar “jaloers” zijn op ouderen omdat ze niet meer hoeven te werken of af te lossen. Met dat soort argumenten kom je geen steek verder, dus het is goed dat de feiten een keer op een rij worden gezet.

Daarom had ik een beetje moeite met de aanhef. Want waarom zou je je specifiek tot de 60-plusser richten? Strikt genomen is iemand van 86 natuurlijk óók ouder dan zestig, maar in feite ben je dan alweer een complete generatie verder. Die groep kun je dus helemaal niet op één hoop gooien, zeker niet omdat iemand van 61 die zijn baan heeft weten te behouden (wat op zich al een wonder is) de VUT voor zijn ogen heeft zien verdampen en gewoon door moet werken tot hij bijna 66 is. Wordt hij dankzij de voorgenomen versoepeling van het ontslagrecht alsnog op straat gezet, dan wacht hem straks niet alleen een pensioenbreuk maar ook een lagere gouden handdruk en een kortere WW.

De enige groep gepensioneerden die echt bovengemiddeld heeft geprofiteerd van de naoorlogse welvaart, is die kleine categorie die inderdaad op het juiste moment een huis heeft gekocht (dus niet in 1978 of 1979, vlak voordat de markt instortte) en vervolgens kon rekenen op een solide eindloonpensioen. Vaak zijn deze mensen ook nog eens eerder gestopt met werken en verkeren ze in goede gezondheid. Dit is echter een kleine groep, die in werkelijkheid ook eerder 70-plus is en tegelijk allerlei uitzonderingen kent. Want je hebt ook mensen die hun hele leven hebben gehuurd en in al die jaren maar een paar honderd euro aanvullend pensioen per maand hebben opgebouwd.

Met mijn geboortejaar bevind ik me precies in de vuurlinie tussen de 44-jarige Yvonne Hofs en de boze 60-plusser op wie ze haar pijlen richt. In die zin ben ik redelijk neutraal en onpartijdig en kan ik alleen maar concluderen dat beide partijen een beetje gelijk hebben. De boosheid van sommige ouderen kan ik me in ieder geval voorstellen, al was het alleen maar omdat hun standpunten in de media nauwelijks gehoor vinden. In plaats daarvan krijg je steeds maar te horen hoe “rijk” ouderen zijn (terwijl dat geld meestal in de overwaarde van hun woning zit) en hoe “oneerlijk” het is dat ze in een hypotheekvrij huis wonen (niet zo raar als je je hele leven hebt afgelost en ook nog eens niet waar want 6 van de 10 mensen heeft op 65-jarige leeftijd nog een hypotheek).

In zekere zin is er ook eerder sprake van een glijdende schaal dan een generatieconflict, want we hebben allemaal reden om bang of boos te zijn: de dertigers met hun hypotheek die onder water staat, de veertigers die niet weten of er straks nog wel zoiets als AOW bestaat en de vijftigers die kansloos zijn op de arbeidsmarkt als ze ontslagen worden. Ouderen blijven doorgaans gevrijwaard van deze problemen om de simpele reden dat ze oud zijn: ze kunnen niet ontslagen worden, ze hebben overwaarde op hun huis en krijgen elke maand netjes hun AOW uitbetaald. Tegelijk kunnen ze geen kant op en zien ze de solidariteit tussen generaties afbrokkelen op het moment dat we ons juist meer om elkaar zouden moeten bekommeren.

Het verhaal van Yvonne Hofs klopt grotendeels (al noemt ze de huizencrash van 1979 niet) en is even prikkelend als goed gefundeerd. Maar wie het een beetje hapsnap leest of niet verder kijkt dan de kop, ziet alleen maar het eeuwige misverstand bevestigd dat ouderen helemaal niet arm en zielig zijn maar juist rijk en zelfzuchtig. Dat geluid hoor je toch al tot vervelens toe in de media en de politiek omdat die sectoren worden gedomineerd door dertigers en veertigers.

Mag ik dan nog één keertje, ook tot vervelens toe, herhalen dat de kans groot is dat die boze 60-jarige helemaal geen “mazzel heeft gehad” toen hij in 1979 op zijn 26ste zijn eerste koophuis betrok omdat de woningmarkt vervolgens met 40% daalde? Ook hij kocht met een beetje pech dus “op de top van de markt” en heeft die schade alleen maar in kunnen lopen door hard te sparen, braaf af te lossen en oud genoeg te worden. Niet alleen wordt dat feit meestal maar een beetje weggemoffeld, het zorgt er ook voor dat sommige ouderen inderdaad boos worden als jongeren net doen alsof zij de enige zijn die wel eens pech hebben.