Zoeken

maandag 6 juli 2020

Wie alles door een feministische bril bekijkt, ziet overal seksisme

Afgelopen week werd ik op een ochtend wakker met in mijn hoofd de gedachte dat er een opvallende parallel is tussen wat feministen het 'patriarchaat' noemen en wat door zwarte activisten wordt aangeduid als 'institutioneel racisme'. In beide gevallen gaat het om een onzichtbare vijand die alom aanwezig is en tegelijk ongrijpbaar. Zelfs de woordkeus is identiek, want het is maar een klein stapje van white privilige naar male privilige of van de slavernij naar een huissloof.

Voor alle duidelijkheid: dit is dus niet meer dan een allereerste verkenning van een interessant onderwerp en ook een bescheiden inkijkje in het brein van een schrijver. Toen ik thrillers schreef, begon ik steevast te werken aan een nieuw boek zonder dat ik enige idee had hoe het verhaal zou aflopen. Vaak schoot me de ontknoping op dezelfde manier en op hetzelfde moment te binnen: na een nacht slapen, waarin mijn hersencellen op hun gemak aan het herschikken waren geweest.

Nadat ik bovenstaande observatie op Twitter had geplaatst, kreeg ik natuurlijk niet alleen maar bijval. Kom je (als witte man) aan een van beide begrippen, dan doe je bij voorbaat alles fout. Ik begreep zelfs dat je als man tegenwoordig niets meer zou mogen zeggen over een onderwerp als abortus, omdat het een vrouwenzaak is en alleen vrouwen zich in zo'n situatie kunnen inleven. Onzin natuurlijk, want als romanschrijver kroop ik het ene moment in de huid van een serieverkrachter en even later in die van een 16-jarig, misbruikt meisje dat zichzelf sneed.


In mijn boeken (en dan heb ik het vooral over de titels die na 2008 zijn verschenen) laat ik zien dat je elk onderwerp van verschillende kanten kunt bekijken. Dat kan echter alleen maar als je de wereld niet definieert vanuit een rotsvast geloof of een vastomlijnde ideologie, want dat leidt steevast tot oogkleppen en een starre blik. Wie alles bekijkt door een feministische bril, ziet overal seksisme en precies hetzelfde geldt voor racisme.

Het feminisme strijdt niet alleen voor gelijke rechten, maar ook tegen het patriarchaat. Dat is een historisch ontstaan mannenbolwerk dat erop gericht is vrouwen uit te sluiten en stelselmatig achter te stellen. Nog steeds krijg ik met enige regelmaat te horen dat vrouwen in ons land worden behandeld als 'tweederangsburgers'. Dat zogenaamde patriarchaat is succesvol in het onderdrukken van vrouwen zonder dat je er precies je vinger op kunt leggen of het kunt terugvoeren op één organisatie of individu. Het is hardnekkig, maar het is ook een beetje een ongrijpbaar krachtenveld.


En zo lag ik op een ochtend in bed te mijmeren over de vaststelling dat dat wel een beetje lijkt op de term 'institutioneel (of systemisch) racisme'. Het is hardnekkig en het is overal, het zit diep verankerd in het hele systeem en het gaat eeuwen terug in de tijd. Die (vermeende?) parallel smeekt om een doorwrochte masterscriptie, maar ik volsta hier met een eerste verkenning, inclusief de vaststelling dat  'male privilige' en 'white privilige' heel dicht bij elkaar liggen en dat beide stromingen niets voorstellen zonder hun eigen zelfbedachte idioom vol daders en slachtoffers.

Voordeel van een dergelijk wereldbeeld, is dat het duidelijkheid verschaft en de wereld indeelt in goed en kwaad. Het levert voldoende brandstof voor een levenslange strijd en vormt een lucratief verdienmodel. Je hoort ergens bij, levert een rechtvaardige strijd en staat aan de goede kant van de streep. Bovendien kan het dienen als verklaring - en daarmee als excuus - voor eigen falen. Wie niet bereikt wat hij graag had willen bereiken, kan dat altijd wijten aan krachten in het systeem die bepaalde groepen systematisch op achterstand zetten. Bovendien kun je op voorhand elke lastige discussie winnen door de opponent weg te zetten als 'seksist' of 'racist'.