Zoeken

maandag 22 maart 2021

Hoe zorg je ervoor dat vrouwen veilig over straat kunnen?

Afgelopen weekend raakte ik op twitter 'in gesprek' met Roos Schlikker die in Het Parool een column had geschreven over het trieste feit dat je als vrouw na zonsondergang niet veilig over straat kunt - of je in elk geval nooit helemaal veilig voelt. Waar ik vooral over struikelde was het feit dat haar eigen man daar geen tel bij had stilgestaan, terwijl dit onderwerp hier in huis regelmatig de revue passeert. Want hoe gaan we dit met z'n allen veranderen, als dat al mogelijk is?

Deze kwestie is opnieuw actueel door de hashtag #reclaimthestreets die trending werd na de brute moord op Sara Everard. Het is goed dat dit onderwerp op de agenda komt, maar mij verbaasde het dat  veel mannen daar tot voor kort klaarblijkelijk helemaal niet bij stilstonden, inclusief de wederhelft van Roos Schlikker. Sommige mannen komen pas tot dit besef als hun dochters de puberteit bereiken, terwijl ik me dan meteen afvraag waarom ze het er nooit met hun eigen vrouw (of hun moeder) over hebben gehad. 

Inmiddels ben ik er wel achter dat ik niet echt heel erg representatief ben, niet alleen als het om dit onderwerp gaat maar ook bij andere zaken. Onderwerpen die ik als gemeengoed beschouw of zelfs als een gepasseerd station, zijn voor veel andere mensen nieuw of geheel onbekend. Dat heeft met mijn achtergrond als journalist te maken (in Aktueel stond bijna elke week wel een moordzaak beschreven of een spoorloze verdwijning), maar ook met het feit dat ik mijn loopbaan als auteur begon met het schrijven van thrillers.

Zo schreef ik in 1997 de thriller Dubbel Bedrog, gebaseerd op de zaak rond de Utrechtse serieverkrachter. Voor dat boek probeerde ik me zo goed in dat personage in te leven, dat ik het met plaatsvervangende schaamte teruglees. Gelukkig bestonden er toen nog geen 'sensitivity readers', want ik ben zelf nu ook geneigd het met een rode pen te lijf te gaan. Het eindresultaat was in elk geval zo realistisch dat de Utrechtse politie heel even serieus heeft gedacht ik zélf de dader was.

Hoe dan ook: dat er weinig aandacht is voor dit onderwerp, geen verontwaardiging en geen ophef, komt dus deels doordat geen enkele journalist mij belde toen ik het aankaartte in mijn boek Een jaar in het donker uit 2019. Bovenstaande passage spreekt wat mij betreft boekdelen, maar er is niemand geweest die het belangrijk genoeg vond om mij er over aan de tand te voelen, hoewel ik het elders in  hetzelfde boek nog een keer herhaal. 

Wat ik denk, en ook tegen Schlikker opmerkte, is dat je als wat oudere (en misschien ook iets ouderwetsere) man sowieso heel anders tegen dit onderwerp aankijkt dan een millenial of iemand die deel uitmaakt van de Generatie Z. Beter gezegd: als je oprecht gelooft dat sekse geen biologisch feit is maar een bewuste keuze, zul je deze kwestie waarschijnlijk anders analyseren en naar andere oplossingen zoeken dan iemand die regelmatig voor 'boomer' wordt uitgemaakt of voor iemand die aan 'mansplainen' doet. 

De enige suggestie die ik de afgelopen weken heb gehoord, is de wat naïeve gedachte dat je jongens voortaan 'anders moet opvoeden'. Dat is mooi, maar ik zie persoonlijk meer iets in praktische oplossingen zoals de befaamde 'Frauenparkplätze' uit Duitsland. Vrouwen die alleen onderweg zijn, kunnen in parkeergarages vlakbij de uitgang parkeren. Dat botst misschien met sommige genderneutrale ambities, maar geeft wel een veilig gevoel. Ik snap ook niet goed hoe je tijdens je vakantie zulke parkeerplaatsen kunt passeren zonder je af te vragen waarom die eigenlijk nodig zijn. 

In Duitsland schijnt ook een speciaal telefoonnummer te bestaan dat je als vrouw kunt bellen als je je ongemakkelijk voelt, met de optie om tegelijk via hetzelfde nummer de politie te alarmeren. Prima idee. Zelf zat ik eraan te denken om goedwillende mannen rode hesjes te laten dragen om aan te geven dat je beschikbaar bent als er hulp nodig is. Om misbruik te voorkomen zouden ze strikt persoonsgebonden moeten zijn, met een hoge geldboete en (voorwaardelijke) gevangenisstraf bij overtreding. Ik moet het nog verder uitwerken, maar zeg nooit meer dat mannen er niet bij stil staan of niet actief mee willen denken als het gaat om oplossingen.



woensdag 17 maart 2021

Danken we onze successen aan toeval of aan toewijding?

Afgelopen maandag stond in de Volkskrant een opiniestuk waarin werd betoogd dat maatschappelijk succes vooral te danken is aan toeval. Enthousiast veerde ik op, want toeval speelt in mijn boeken - en in mijn leven - een heel grote rol. Even later kreeg teleurstelling de overhand, want waar hij 'toeval' schrijft, had net zo goed dat lelijke woordje 'privilege' kunnen staan.  

Ik heb het moeten nazoeken, maar in mijn laatste boek komt maar liefst zeven keer het woord 'toeval' voor. Daarnaast heb ik het ergens nog over een toevallige ontmoeting en een toevallige passant en gebruik ik het woord 'toevallig' ook nog vier keer. Dat is - pun intended - bepaald geen toeval, want toeval speelt in mijn leven een grote rol en heeft me heel vaak op precies het juiste moment een zetje in  de goede richting gegeven.

In dat verband heb ik het vaak over verborgen krachten in het universum, over de mens als speelbal op de golven en over goden die soms een sadistisch genoegen tentoonspreiden en zich laten leiden door willekeur. Dat zou je misschien niet verwachten van iemand die naam heeft gemaakt met boeken over nuchtere onderwerpen als hypotheken en pensioenen, maar voor een (roman)schrijver is het waarschijnlijk gemakkelijker om magie te ontdekken in het alledaagse en iets toe te schrijven aan wat een ander simpelweg als toeval beschouwt.

Vandaar dat ik met belangstelling - en met, zo bleek, totaal verkeerde verwachtingen - begon aan het opiniestuk van Huub Buijssen waarin hij betoogt dat we onze successen vooral te danken hebben aan 'toeval'. Wat een nieuwe, misschien wel originele invalshoek leek, bleek bij nader inzien een kwestie van oude wijn in nieuwe zakken. Overal waar Buijssen het heeft over 'toeval' kun je het kromme, rechtstreeks uit het Amerikaans vertaalde woordje 'privilege' invullen.

In het universum van Buijssen gooien de goden maar één keer met hun dobbelstenen, en dat is bij je geboorte. Zij bepalen waar je wieg staat, in welk gezin je opgroeit en met welke talenten je bent gezegend. Ik heb het daarentegen over de meer esoterische vorm van toeval, die je niet kunt kwantificeren of kunt vatten in een algoritme en al helemaal niet in kunt zetten voor de onvermijdelijke herverdelingsoperatie die volgt in het kader van de vaststelling dat alles wat je hebt bereikt of vergaard simpelweg het gevolg is van een voorrecht of een oneerlijke voorsprong. 

Wat lijkt op een sociaal bewogen betoog over kansengelijkheid en een pleidooi voor rechtvaardigheid, is in feite een deprimerend verhaal over predestinatie en een verkapt stemadvies. Daarmee reduceert hij de totale, complexe optelsom die resulteert in een antwoord op de de vraag of je het wel of niet gaat maken in het leven, tot een deterministische staartdeling waarbij inspanning en inzet ook alleen maar talenten zijn die je toevallig hebt meegekregen. 

Zelf heb ik aan het begin van mijn werkzame leven vijf jaar achtereen in de avonduren zitten schrijven voordat mijn eerste boek werd uitgegeven. In de televisieserie Girls probeert hoofdrolspeler Lena Dunham haar vaste baan in de reclamewereld eveneens te combineren met vrij werk in haar schaarse vrije tijd, maar zij valt meteen de eerste avond al boven haar laptop in slaap. Dat verschil in inspanning wordt door Buijssen echter nergens genoemd of gehonoreerd.

Met een andere vrouw, een ander huis, een andere studie en een andere eerste baan had ik heel andere boeken geschreven. In het ene parallelle universum was ik veel succesvoller geweest dan in het andere, terwijl er ook scenario's denkbaar zijn waarin ik nooit iets op papier had gekregen of niet was uitgegeven. Met mijn eerste boek verdiende ik overigens minder dan 1000 gulden, want het zou nog vijftien jaar duren voordat je kon spreken van enig commercieel succes.

De formule die ik zelf hanteer, luidt dat succes een optelsom is van talent, timing en toeval, hoewel je daar eigenlijk nog zaken als training en toewijding aan zou moeten toevoegen. Je wint nooit een gouden medaille zonder daarvoor alles opzij te zetten, net zoals je nooit een bedrijf kunt opzetten zonder lange werkweken of ergens echt heel goed in kunt worden zonder die spreekwoordelijke 10.000 uur oefening die daarvoor benodigd is. 

Je zou in dit verband ook kunnen verwijzen naar wat ik altijd de 5 D's noem: durf, daadkracht, doelgerichtheid, discipline en doorzettingsvermogen, plus misschien als zesde en zevende nog deemoed en dankbaarheid. Daarmee geef je te kennen dat je terdege beseft hoe bevoorrecht je in bepaalde opzichten bent, terwijl je tegelijk benadrukt dat je nergens komt in het leven zonder daarvoor de nodige moeite te doen.

maandag 15 maart 2021

Krijgen we straks ook een avondklok voor mannen?

Het afgelopen coronajaar was voor de meeste mensen een onwerkelijke, claustrofobische en misschien zelfs wel surrealistische ervaring. Voor mij kwam daar nog iets heel specifieks bij waardoor ik soms het gevoel had dat ik terecht was gekomen in een van mijn eigen boeken. Zo schreef ik in 1997 een thriller over een pandemie waarin al een avondklok voorkwam en in 2019 een boek over films waarin ik gekscherend opmerkte dat vrouwen alleen veilig over straat zouden kunnen als je een avondklok invoert voor mannen boven de 16 jaar. Dat laatste blijkt nu opeens een serieus politiek voorstel in Engeland.

Laat ik eerst maar weer even beginnen met een disclaimer. In datzelfde boek uit 2019 (Een jaar in het donker) noteer ik dat je je als man bij sommige onderwerpen op zulk glad ijs begeeft, dat je al een bult op je hoofd hebt voordat je je schaatsen goed en wel hebt ondergebonden. Mijn intentie is, net als altijd, niet anders dan dit: iets signaleren wat me opvalt, en wat misschien nog een beetje onderbelicht is gebleven, zonder waardeoordeel of politieke agenda. 

Aanleiding is de moord op de 33-jarige Sarah Everard, een zedendelict met dodelijke afloop dat plaatsvond in Engeland met een politieman als vermoedelijke dader. In een ander tijdsgewricht zou een dergelijke zaak waarschijnlijk niet eens het Nederlandse journaal hebben gehaald, maar nu speelt mee dat een stille wake gisteren hardhandig is beëindigd door politiemensen die je met een beetje kwade wil kunt beschouwen als collega's van de dader.

Voor alle duidelijkheid: wat Sarah Everard is overkomen, is de grote angst van elke vrouw en de nachtmerrie van elke ouder. Ik heb als piepjonge journalist ooit een hele avond doorgebracht bij de ouders van de spoorloos verdwenen Germa v/d Boom en dat zal ik mijn leven lang niet meer vergeten. Op het werk ging het vaak over dit soort, niet zelden onopgeloste misdrijven. Ook nu ik niet meer werk als journalist, denk ik nog regelmatig aan Maartje Piek en Willeke Dost. Dat is de enige schrale troost: dat hun namen niet zijn vergeten.

Ik heb een boek geschreven over een serieverkrachter, stapels boeken gelezen over dat onderwerp en voor mijn werk zelfs meerdere profilers van de FBI mogen interviewen. Je sprak met hen over motieven en modus operandi, en dacht vol afschuw in termen van monsters. De laatste tijd zie je echter een subtiele verschuiving doordat de nadruk steeds meer komt te liggen op het feit dat alle daders mánnen zijn. Omgekeerd heet de Yorkshire Ripper in de krant van vandaag ineens nadrukkelijk een 'vrouwenhatende seriemoordenaar'.

Zelf weet ik niet precies wat de toegevoegde waarde is om met terugwerkende kracht elke seriemoordenaar te voorzien van het predikaat 'vrouwenhatend', al was het maar omdat John Wayne Gacy het op kinderen had voorzien en de homoseksuele Jeffrey Dahmer volwassen mannen meelokte naar zijn appartement. Wat natuurlijk wel klopt is dat het allemaal mannen zijn en meestal ook blanke mannen. Zwarte seriemoordenaars bestaan, maar zijn een zeldzaamheid. Toch is het interessant om je af te vragen waar dit adjectief vandaan komt.

Zo wordt de laatste tijd steeds vaker gesproken over 'femicide', met de impliciete suggestie dat vrouwen worden vermoord omdát ze vrouw zijn. In zekere zin is dat ook zo, omdat het vaak om een lustmoord gaat, maar het motief kan ook jaloezie zijn, roof of (eer)wraak. Zelf vind ik het vooral schokkend dat de vermoedelijke dader in dit geval een politieman is (net als destijds bij Milly Boele uit Dordrecht), maar de politicoloog in mij vind het ook interessant dat de focus steeds meer komt te liggen op het geslacht van de dader. In die zin sluipt identiteitspolitiek ook langzaam de criminologie binnen.

Bij het schrijven van Een jaar in het donker in 2018 vroeg ik me oprecht af welke maatregelen je eventueel zou kunnen nemen om ervoor te zorgen dat vrouwen ook 's avonds veilig over straat kunnen. Ik fiets heel vaak in het halfdonker of door een verlaten park in het besef dat mijn eigen vrouw dat niet zou durven, dus ik ben niet blind voor dat risico. Ik besef ook terdege dat zo'n moord als die op Sarah Everard een heel andere impact heeft op vrouwen, want in theorie kun jij het eerstvolgende slachtoffer zijn. 

Als man heb je die angst niet, al kun je natuurlijk wel buiten je toedoen terechtkomen in een verkeersruzie of vechtpartij. Dat neemt niet weg dat ik op straat nooit bang ben, behalve die ene keer toen ik in Las Vegas een verkeerde straat insloeg en ineens in een soort getto terechtkwam. Hoe dan ook: in mijn boek stelde ik vast dat dit probleem onoplosbaar is en dat illustreerde ik met een avondklok voor mannen. Ik noem dat een draconische maatregelen, terwijl het in feite een onuitvoerbaar plan is. Datzelfde geldt voor de suggestie om alle jongens boven de 16 voor alle zekerheid chemisch te castreren.

Je begrijpt mijn verbijstering toen ik gisteren ineens vernam dat dat idee van die avondklok inmiddels een min of meer serieus politiek voorstel is en in elk geval ijverig wordt besproken in de Britse media. Ik verwacht ook dat ik nog ga meemaken dat die DNA-databank voor jongens er tijdens mijn leven nog gaat komen en ik weet niet eens of ik dat wel een heel slecht idee vind. Tegelijk kreeg ik gisteren wederom geen betere suggestie van vrouwen dan de schattige gedachte dat we 'mannen gewoon anders moeten gaan opvoeden'.

Eigenlijk is dat de kern van mijn betoog, maar ik ga het wegens ruimtegebrek toch even afraffelen. In het kort komt het hier op neer: de suggestie is dat baby's blanco ter wereld komen en worden opgevoed tot man of vrouw. Sommige radicale feministen suggereren zelfs dat heteroseksualitiet aangeleerd is, maar dat is (nog) een kleine groep. Als je dat oprecht denkt, dan is het logisch dat je hoge verwachtingen koestert van opvoeding bij het voorkomen van verkrachting en alle andere vormen van seksuele intimidatie, groot of klein.

Wat feministische wetenschappers steevast doen is de rol van testosteron wegwuiven, ontkennen of bagatelliseren. Daarover kun je wat mij betreft van mening verschillen en discussiëren, maar tegelijk denk ik dat dit probleem zo hardnekkig is - en misschien wel onuitroeibaar - dat je het niet op een andere manier kunt oplossen dan door als vrouw voortdurend op je hoede zijn, liefst niet alleen door het donker over straat te gaan en een busje traangas in je handtas te stoppen.

Wat nu echter dreigt te gebeuren is dat er een hele generatie boze jonge vrouwen opgroeit met de gedachte dat vrouwen vermoord worden omdát ze vrouw zijn (vanmorgen moest ik het concept femicide nog aan mijn vrouw uitleggen, maar het zal snel gemeengoed worden). Tegelijk raken ze gefrustreerd omdat ze oprecht denken dat je mannen inderdaad alleen maar anders hoeft op te voeden terwijl dat natuurlijk een illusie is. Als het alleen aan de opvoeding lag, dan kon je mannen ook zo opvoeden dat we als samenleving nooit meer last zouden hebben van straatrovers, drugsgebruikers, bumperklevers, hooligans, motorbendes, moordenaars, witwassers, leugenachtige politici en ga zo maar door. 

donderdag 11 maart 2021

Hoe kijk je als politicoloog naar House of Cards?

Door de pandemie ben ik, waarschijnlijk als een van de laatste mensen in Nederland, eens goed gaan zitten voor House of Cards. Destijds heb ik deze serie links laten liggen, maar alle ophef rondom Kevin Spacey had me toch dusdanig nieuwsgierig gemaakt dat ik in de kelders van Netflix op zoek ging naar het eerste seizoen uit 2013. Al kijkend schoten mijn gedachten alle kanten op en zocht ik meteen ook op wat er nou eigenlijk precies is gebeurd met de beschuldigingen die Spacey de kop hebben gekost

Laat ik meteen maar verklappen dat ik voorlopig nog niet verder ben gekomen dan ergens halverwege het vierde seizoen. Zo goed als in het begin is het daarna nooit meer geworden, al zaten er af en toe memorabele momenten tussen en zelfs een paar onvergetelijke afleveringen. Grootste struikelblok is wat mij betreft Claire Underwood die zo is geobsedeerd door macht dat ze op dat vlak zelfs de strijd aangaat met haar eigen man.

In een eerder blog noteerde ik al dat ik niet weet - eigenlijk nog steeds niet - of ze nu in deze serie zit als archetype van een ambitieuze carrièrevrouw of als afschrikwekkend voorbeeld. Als het over haar onvrijwillige kinderloosheid gaat, schemert er iets van emotie door haar pantser, maar verder is het een kille vrouw die niet tot liefde in staat lijkt. Je kunt lastig volhouden dat Frank Underwood zelf nou zoveel sympathieker is, maar zijn personage is in elk geval een stuk gelaagder. 

Het eerste seizoen is echter onvergetelijk, al moet je tegelijk met enige spijt vaststellen dat iets soortgelijks in dit hypercorrectie tijdsgewricht waarschijnlijk niet meer zou kunnen worden gemaakt. De serie biedt een cynische, maar trefzekere kijk op de politiek en de samenleving en bevat tal van interessante grijstinten die nu door overgevoelige kijkers als veel te verwarrend zouden worden ervaren of zelfs als 'problematisch' zouden worden aangemerkt. 

In het licht van de beschuldigingen die later tegen de acteur Kevin Spacey zijn geuit, is het frappant welke rol seksualiteit speelt in het samenspel tussen macht en de ambitieuze controleurs van diezelfde macht. Seks is daarbij zowel een chantagemiddel als een ruilmiddel en wordt door de betrokken personages ook als zodanig gebruikt. Vier jaar voor de hashtag #MeToo zet verslaggeefster Zoe Barnes schaamteloos haar seksualiteit in om contact te leggen met senator Underwood en informatie los te peuteren.

Het is interessant om met de kennis van nu nog eens terug te kijken naar dat eerste seizoen, want ook haar naaste vrouwelijke collega merkt bijna achteloos op dat ze herhaaldelijk met machtige mannen het bed heeft gedeeld in ruil voor een scoop. Je zou ook kunnen zeggen dat seks in de handen van een mooie jonge vrouw een machtig wapen is, terwijl het voor mannen met macht een achilleshiel vormt. Het gaat daarbij helemaal niet om daders en slachtoffers, maar om een aloud krachtenveld - of zelfs een mijnenveld - waarin seks een vorm van handelswaar is.

In dat kader zou het interessant zijn om eens rond te vragen of mensen nog weten waar Kevin Spacey destijds nou precies van werd beschuldigd en ook of er mensen zijn die uit hun hoofd kunnen vertellen of dat daadwerkelijk tot een rechtszaak of een celstraf  heeft geleid. Ik ga hier niet voor advocaat van de duivel spelen of kissebissen over de vraag wat hij nou precies wel of niet heeft gedaan, maar durf wel te beweren dat dat er eigenlijk niet eens meer toe doet omdat zijn naam - misschien wel voorgoed - besmet is geraakt. 

Je kunt je echter afvragen hoe lang iemand moet boeten voor iets waar de rechter geen duidelijke uitspraak over heeft gedaan, omdat de aanklacht in 2019 is komen te vervallen. Kijkend naar House of Cards (en met onvergetelijke films als K-Pax en American Beauty in het achterhoofd) kun je echter wel vaststellen dat het voor filmliefhebbers zonde zou zijn als hij vanaf nu nooit meer op het grote witte doek te zien is. Ergens in de nabije toekomst zal het dus ook een keer moeten gaat over de vraag of - en wanneer - Kevin Spacey een tweede kans verdient.

woensdag 10 maart 2021

Hoe zit het nu eigenlijk precies met die zogenaamde 'dubbele moraal'?

Vrijdag begint op NPO2 de spannende Britse dramaserie Gold Digger, over een vrouw van zestig die verliefd wordt op een dertig jaar jongere man. Volgens scriptschrijver Marnie Dickens wordt daarmee meteen een belangrijk maatschappelijk thema aangekaart, want we vinden het wel normaal als een man een veel jongere vrouw uitzoekt maar andersom niet. Op die observatie valt wel iets af te dingen, al was het alleen maar vanwege het feit dat beide acteurs in werkelijkheid slechts 16 jaar schelen. 

Toen ik nog filmjournalist was, deed ik dat altijd als eerste: even checken of de acteurs ongeveer net zo oud zijn als het personage dat ze spelen. Natuurlijk kijk je naar een  soort nagespeelde werkelijkheid en deels zelfs naar een illusie, maar je wilt als kijker toch niet teveel op het verkeerde been worden gezet. Al doende ontdekte ik dat actrice Julia Ormond (1965) tijdens de opnamen geen 'zestiger' was, maar een vrouw van 54. Omgekeerd was acteur Ben Barnes (1981) op dat moment geen man van dertig, maar van 37.

Als je in alle interviews zo hoog van de toren blaast over een 'dubbele standaard' (in wetenschappelijke termen: SDS), dan is dat natuurlijk een beetje een zwaktebod. Impliciet geef je daarmee namelijk aan dat kijkers waarschijnlijk massaal weg zouden zappen als ze écht zaten te kijken naar een liefdeskoppel met dertig jaar leeftijdsverschil. Nu zie je een knappe vrouw van begin vijftig die iets krijgt met een man van eind dertig en haal je je schouders op omdat dat helemaal geen gek gezicht is en dus ook helemaal niet zo'n groot taboe.

Kort na het interview in de VARA-gids, las ik een gesprek in het Volkskrant Magazine met de 41-jarige presentator Natasja Gibbs die een tien jaar jongere vriend heeft en vindt dat mensen wat dat betreft teveel in hokjes denken. Als voorbeeld noemt ze het feit dat mensen in dat kader meteen over een 'kindervraag' beginnen. Daarmee stipt ze een interessant onderwerp aan dat alles met dit onderwerp te maken heeft en óók alles met die zogenaamde dubbele moraal.

In een van mijn laatste boeken schrijf ik al dat de meest logisch verklaring meestal een biologische is en dat geldt ook voor dit onderwerp. Als de vriend van Natasja Gibbs een vriendin had gehad die tien jaar jónger was, had hij het onderwerp 'kinderen' nog tien jaar kunnen laten rusten, nu is het een belangrijk agendapunt en misschien zelfs een gepasseerd station. Mijn twee jaar oudere vrouw was toevallig ook 41 toen onze jongste werd geboren en gold toen al als 'oude moeder'. 

Sinds het begin van de pandemie lees ik de dagelijkse column die oud-collega Frank Poorthuis schrijft in het Algemeen Dagblad over zijn wederwaardigheden in tijden van corona. Omdat hij zo openhartig is, verklap ik niets persoonlijks als ik hier noteer dat de inmiddels 64-jarige Poorthuis na zijn scheiding op zijn 55ste nog een keer vader werd. Over zijn ex-vrouw weet ik verder helemaal niets, maar biologisch gezien is het niet erg waarschijnlijk dat ook mevrouw Poorthuis aan een tweede leg is begonnen.

Daaruit blijkt meteen waarom we het 'normaler' vinden om een man te zien met een veel jongere vrouw dan omgekeerd. Als in het echte leven een man van 30 verliefd zou worden op een vrouw van 60, dan moet hij zijn eventuele kinderwens in de koelkast zetten of verlangt hij (onbewust) misschien helemaal niet naar nageslacht. Die dubbele moraal komt dus niet zomaar uit de lucht vallen, maar heeft in de eerste plaats een praktische kant. Een man van vijftig kan altijd nog een gezin stichten of nog een tweede keer, terwijl een vrouw vaak maar één kans krijgt.

Interessant genoeg is het aankaarten van die 'dubbele moraal' voor scriptschrijver Dickens nog niet genoeg, want volgens haar zouden we ook nog eens een dergelijk leeftijdsverschil moeten accepteren zonder ons af te vragen wat daar mogelijk achter zit. Dat is natuurlijk onzin. Een verhaal - of dat nou een boek is, een film of een serie - moet in de eerste plaats plausibel zijn en geloofwaardig. Anders gezegd: als ik een roman zou schrijven over een man van 30 die verliefd wordt op een vrouw van 60, ben ik de lezer een verklaring schuldig. Dus je noemt een paar redenen en houdt er - om het spannend te houden - nog een paar verborgen tot vlak voor de ontknoping.

Bij een man die een veel jongere vrouw aan de haak weet te slaan, is dat óók nooit 'zonder reden' of zonder onderliggend motief. Meestal gaat het dan om een man met macht, roem of geld (of een combinatie daarvan), want je zult zelden een niet bijster knappe modale werknemer van 55 tegenkomen die zomaar het hart van een aantrekkelijke jonge vrouw weet te veroveren. Uit mijn tijd als journalist herinner ik me nog goed de 'liefdesaffaire' tussen Anna Nicole Smith en een 89-jarige man met heel erg veel geld.

Waar het in Gold Digger verder precies om gaat en waar het verhaal heen gaat, weet ik niet, al suggereert de titel al een bepaalde richting want vijftiger Ormond speelt niet alleen een zestiger, maar ook een rijke vrouw. Ik weet ook niet of haar kinderen zich vooral druk maken om dat leeftijdsverschil of omdat ze hun erfenis in gevaar zien komen. Dat probleem speelt overigens bij alle stiefouders op latere leeftijd, want het risico bestaat dat je de nalatenschap moet verdelen onder veel meer mensen. Wel ben ik (en dat was waarschijnlijk ook de bedoeling) zó nieuwsgierig geworden dat ik zeker naar de eerste aflevering ga kijken, al is het wel een beetje met een dubbel gevoel.

maandag 1 maart 2021

Zo, nu zijn er zeker wel genoeg vrouwelijke lijsttrekkers?

Mensen die op zoek zijn naar nieuwe inzichten of tips over 'aflossen' zullen wellicht verbaasd zijn op deze plek artikelen aan te treffen over abortus of aanverwante zaken. Als ik een PR-medewerker in dienst had, zou die me ook zeker aanraden om uit de buurt te blijven van onderwerpen die erg gevoelig liggen of erg ver verwijderd zijn van huizen en hypotheken. Probleem is dat ik in 2008 versneld ben gaan aflossen, maar natuurlijk niet toen pas ben begonnen met nadenken.

In een van mijn boeken schrijf ik niet voor niets dat ik niet bezig ben met het maken van vrienden (bijvoorbeeld door ze over hun bolletje te aaien met de blijde boodschap dat de meeste mensen deugen). Wat ik in mijn boeken doe is dit: een onderwerp oppakken, het van alle kanten bekijken en vervolgens ook nog eens binnenstebuiten keren. Dat is nodig, want in de media komt men vaak niet verder dan het tot in het oneindige herhalen van dezelfde vermoeide clichés. 

Neem bijvoorbeeld de eeuwige verzuchting dat er te weinig vrouwelijke lijsttrekkers zijn of te weinig vrouwen in de politiek. Toen ik bovenstaande foto zag, concludeerde ik dat dat inmiddels een gepasseerd station is of in elk geval een bastion dat goeddeels is geslecht. Toch zal het over vier jaar ongetwijfeld weer onderwerp van gesprek zijn, al was het alleen maar omdat sommige vrouwelijke politici steeds maar blijven hameren op hun vrouw-zijn. 

Zo stuitte ik op een campagnefilmpje van Lilianne Ploumen waarin ze suggereerde dat er destijds veel tegenwerking was bij haar schoolkeuze, omdat meisjes niet geacht werden verder te leren of in elk geval niet op het hoogste niveau. Nu wil het toeval dat ik precies één jaar ouder ben dan Ploumen, dus we zijn opgegroeid in precies hetzelfde tijdsgewricht. Ik zat tussen 1973 en 1979 op het VWO in een klas met net zoveel meisjes als jongens en niemand die dat vreemd vond of het er ooit over had.

Nu zal het ongetwijfeld verschil hebben gemaakt in welk deel van Nederland je destijds woonde, maar het persoonlijke verhaal van Ploumen geeft wel een heel vertekend beeld. Je kunt ook zeggen dat ze met dit verhaal niet alleen zichzelf belangrijker maakt dan ze is, maar ook de urgentie van de feministische zaak sterk overdrijft. Bottomline is dat je als meisje in de jaren 70 gewoon naar het VWO kon en dat niemand ervan opkeek als je vervolgens wilde gaan studeren aan een universiteit. 

Op het eerste oog lijkt dat allemaal niet heel belangrijk, maar zo ontstaat er een weinig genuanceerd beeld van de geschiedenis van de vrouwenemancipatie en de enorme vorderingen die er sinds mijn geboortejaar op dat vlak zijn gemaakt. Een in het jaar 2000 geboren jonge vrouw zal waarschijnlijk het gevoel hebben dat er tot 1999 sprake was van een ononderbroken heerschappij van de man of in elk geval één diffuus soort vroeger waarin vrouwen stelselmatig werden onderdrukt.

Nu zie je al regelmatig, zoals in bovenstaand bericht, dat jonge journalisten niet eens meer het verschil weten tussen de verloving van Beatrix en haar kroning. Dat zijn niet alleen twee verschillende gebeurtenissen, het zijn ook twee totaal verschillende decennia met elk een eigen tijdgeest. Voor wie net zo oud is als ik, is het op één hoop gooien van 'provo's' en 'autonomen' een onvergeeflijke en eigenlijk onbestaanbare fout, bijna alsof je Frank Sinatra laat meezingen met de Sex Pistols.

In die zin hoop ik dat er voorlopig nog even wat vijftigers en zestigers op krantenredacties zullen blijven rondlopen, hoewel ze er door de 'woke'-generatie het liefst vandaag nog worden uitgewerkt. Ik hoop ook dat die verwarde, in zichzelf mompelende Joe Biden snel wordt vervangen door zijn vice-president, niet omdat ik daar nou heel veel wonderen van verwacht, maar omdat we dan ook nooit meer hoeven te horen dat je als zwarte vrouw geen president kunt worden van het - nu nog - machtigste land ter wereld.