Trouwe lezers weten dat 'toeval' een belangrijke rol speelt in mijn leven. Daarmee bedoel ik niet dat sommige gebeurtenissen geheel willekeurig of stomtoevallig plaatsvinden, maar juist dat het vaak lijkt of het zo bedoeld is of zelfs voorbestemd. Je kunt daarin een vingerwijzing van hogerhand zien, al is het vaak al voldoende om te wijzen op de symboliek of de synchroniciteit. Ook recentelijk overkwam me weer iets dat totaal ongeloofwaardig zou zijn geweest als ik het in een van mijn romans had verwerkt.
In mijn laatste boek, getiteld Geluk op twee wielen, blik ik terug op bijna vier jaar vrijwilligerswerk met een blinde man die bij onze kennismaking 78 was. Je zou bijna kunnen zeggen dat de titel van het boek vooral slaat op die laatste twee hoofdstukken, want in zijn laatste levensfase noemde hij 'muziek' en 'fietsen' de twee belangrijkste bronnen van geluk. Vier jaar lang fietste ik bijna elke week een flink stuk met hem op een tandem, die sprekend leek op een verlengde versie van mijn eigen oude stadsfiets. Dat is op zich al tamelijk toevallig, maar dat bedoel ik niet in dit verband.
Ik kwam op het idee vrijwilligerswerk te gaan doen nadat ik tijdens een fietstocht twee mannen had zien hardlopen - met elkaar verbonden via een koord om hun pols - waarvan er eentje blind of slechtziend was. Op datzelfde moment bedacht ik dat er ergens dus waarschijnlijk ook een blind medemens zat te wachten tot iemand een stuk met hem of haar ging fietsen. Thuisgekomen tikte ik wat zoektermen in en zo kwam ik terecht bij een Rotterdamse vrijwilligersorganisatie die me in contact bracht met een blinde man uit de wijk Ommoord die qua leeftijd mijn vader had kunnen zijn.
Dat voor mijn vrijwilligerswerk een verplichte VOG (verklaring omtrent gedrag) nodig bleek, stond mij zo tegen, dat ik alle benodigde papieren bijna in de eerste de beste papierbak had gepropt ware het niet dat ik op de terugweg opnieuw twee mannen zag hardlopen met een koordje om hun pols. Best toevallig, want zo vaak gebeurt dat nou ook weer niet en sindsdien is het mij ook nooit meer overkomen. Hoe dan ook: dit was het begin van vier jaar vrijwilligerswerk dat langzaam maar zeker uitmondde in een vorm van vriendschap.
Na vier jaar kwam door zijn overlijden een onvrijwillig einde aan dit vrijwilligerswerk. In december werd ik nog even gekoppeld aan een man die prima kon zien maar minder goed was in het onderhouden van contacten en vriendschappen. Met hem heb ik één keer samen gefietst, maar daarna verdween hij compleet van de radar, met als gevolg dat ik hem niet eens meer persoonlijk heb kunnen vertellen dat hij óók in mijn boek voorkomt.
Zo eindigde dit verhaal bijna op het moment dat ik besloot de dochter van die blinde man te verrassen met een exemplaar van mijn laatste boek. Uitgerekend op de ochtend dat ik naar haar toe zou fietsen, werd ik gebeld door de vrijwilligersorganisatie met de mededeling dat zij een nieuwe kandidaat voor me hadden: een 64-jarige blinde vrouw uit de wijk Zevenkamp. Dat was op zich al toevallig, want zo voelde het net of zij het estafettestokje overnam op het moment dat ik dit hoofdstuk afsloot met het overhandigen van mijn boek.
Toen ik ruim een maand later haar adres opzocht in het stratenboek van Rotterdam (want eerst was ik nog op zomervakantie geweest), zag ik dat ze vlak naast een wijk woonde waarin alle straatnamen zijn vernoemd naar beroemde jazzmuzikanten. Dat is op zich al toevallig, want ik luister pas sinds kort naar dat genre en zou een paar jaar geleden écht niet hebben geweten wie Fats Waller precies was, terwijl ik nu letterlijk ál zijn muziek in huis heb.
Nog frappanter is dat de Art Tatumstraat haaks staat op de straat waar die blinde vrouw woont en vernoemd is naar de favoriete pianist van 'mijn' blinde man. Sterker nog: we hebben samen regelmatig naar zijn muziek geluisterd, nadat ik op zijn aandringen een cd van hem in huis had gehaald. Qua windrichting wijst die straat in een rechte lijn - bijna als een met een liniaal getrokken pijl - vanaf zijn oude woning naar dit adres, waarmee alle onderliggende symboliek zo suikerzoet en sentimenteel is dat het bijna ongeloofwaardig wordt - of misschien moet ik wel zeggen: bijna té toevallig.