Zoeken

dinsdag 16 mei 2023

Eindelijk kan Souad Massi van het verlanglijstje worden geschrapt

Het gebeurt regelmatig - eigenlijk moet ik zeggen: vaker wel dan niet - dat we concerten bezoeken van artiesten waar we tot dat moment nog nooit van hadden gehoord. Voor Souad Massi gold echter nadrukkelijk het omgekeerde, want zij staat al zo lang op het verlanglijstje dat we zelfs overwogen hadden op een doordeweekse avond op en neer te rijden naar Brussel. Maar toen zag ik tot mijn grote blijdschap opeens een gesponsorde advertentie voorbij komen van De Doelen. En dus fietsten we afgelopen zaterdag op ons gemak naar hartje Rotterdam.

Ergens in mijn binnenkort te verschijnen nieuwe boek stel ik vast dat ik de laatste tijd vooral naar 'zwarte' muziek luister: jazz, blues, hiphop en global (tot voor kort heette dat nog worldmusic, maar dat mag niet meer). Je kunt ook zeggen dat ik sinds kort fanatiek naar jazz luister, terwijl de muziek van Massi al sinds jaar en dag mee gaat op zomervakantie. Zelfs als je op weg bent naar een huisje net over de grens in Duitsland waan je je dankzij die soundtrack ver weg van huis en op een exotische locatie. 

Tegen haar muziek liep ik ooit per toeval aan, maar pas nadat een goede vriend mijn muzikale horizon nog verder had verbreed. Via zijn vrouw was hij op het spoor gekomen van artiesten als Cesária Évora en Youssou N'Dour, zodat ik van beide artiesten ongevraagd een cd kreeg voor mijn verjaardag. In beide gevallen bleek het een voltreffer, want van Évora hebben we inmiddels een hele collectie in huis. Binnenkort gaat er een film over haar leven in roulatie, maar wij hebben haar zelfs nog een keer in levenden lijve gezien in hetzelfde Rotterdam.

De gesponsorde advertentie van De Doelen zag ik stomtoevallig voorbijkomen, want ik had er net twee weken meivakantie opzitten met een schermtijd van gemiddeld slechts 4 (!) minuten per dag. In ons vakantiehuis was geen WiFi, zodat ik af en toe gebruik maakte van het gratis netwerk in de plaatselijke supermarkt om alleen even snel mijn mail te checken en mijn wandelingen en fietsritten te uploaden naar Strava. Na thuiskomst keek ik even op Facebook en toen zag ik dat Souad Massi een paar dagen later Rotterdam zou aandoen.

Tegelijk met de tickets bestelde ik online meteen haar laatste album, zodat we ook vertrouwd raakten met haar nieuwe liedjes. Grappig genoeg vond het concert plaats op dezelfde datum waarop ik mijn vrouw in 1985 vroeg of ze soms zin had met me naar de film te gaan. Hier had ze zéker zin in, al was het maar omdat het weer een keer iets anders was dan jazz. Het was heerlijk weer, dus we stapten al om zes uur zonder jas op de fiets met de bedoeling onderweg een patatje te halen bij Bram Ladage.

Meestal komen we niet verder dan de Kop van Zuid, maar het was sociologisch gezien interessant om op een zaterdagavond eens over het Schouwburgplein te lopen. Wel vraag je je af waarom er zo'n hardnekkig taboe rust op het woord 'omvolking', want mijn geboortestad is onherkenbaar veranderd als het om bevolkingssamenstelling gaat. Tegelijk zag het publiek bij dit concert er inderdaad uit als de gezellige Benetton-reclame die vurige voorstanders van een multiculturele samenleving waarschijnlijk voor ogen hebben.

We waren al eerder in De Doelen geweest, maar de toegang tot deze wat kleinere zaal leek meer op de entree van een parkeergarage. Daarna kwam je in een soort conferentiecentrum terecht en vervolgens in een futuristisch Japans kantoor waar je verplicht op je 75ste je laatstewilpil moet komen ophalen. Het leidde na afloop tot de verzuchting dat ik haar veel liever in LantarenVenster had zien optreden, want setting en ambiance zijn net zo belangrijk als de muziek zelf.

Bij Souad Massi draait alles om haar stem, want ze was gekleed alsof ze vijf minuten eerder nog achter de garderobe had gestaan. Beetje karig ook dat ze het al na welgeteld een uur voor gezien hield, al werd het enthousiast klappende publiek nog getrakteerd op twee toegiften. Als laatste zong ze een wonderschoon Franstalig nummer dat zó in het programma Chansons! zou passen als dat ooit terugkeert op de buis. Eigenlijk zou je alleen daarom al mogen hopen dat Matthijs van Nieuwkerk een tweede kans krijgt, want Souad Massi verdient een nog veel breder en groter publiek.

vrijdag 12 mei 2023

Op vakantie blijven we gewoon concerten bezoeken

Voordat we naar Frankijk vertrokken voor een tweeweekse meivakantie, merkte mijn vrouw op dat ze het wel leuk zou vinden om tijdens ons verblijf een concert te bezoeken. Vorig jaar zagen we in Münster de Keniase zangeres Nina Ogot optreden (met pizza vooraf aan een gereserveerde tafel) en dat smaakte beslist naar meer. En dus staken we de dag na aankomst in de Elzas de grens over om 75 kilometer verderop in de Duitse stad Freiburg een Duits jazztrio te zien spelen.


Mijn vrouw had nog gezegd dat het haar niet eens zoveel uitmaakte wie er precies optrad, omdat het haar vooral gaat om de ervaring van weer eens een andere zaal in een andere stad maar ik ging niet over één nacht ijs toen ik tickets kocht. In het Jazzhaus stond tijdens ons verblijf ook een rap-trio geprogrammeerd, een kleinkunstenaar achter de piano die humoristische liedjes zong waarbij het vooral om de teksten ging en een soulvolle Amerikaanse blueszanger. 

Bij het aanklikken van een nummer van het Vincent Meissner Trio zat ik echter meteen rechtop, want dit was me op het lijf geschreven. Van deze piepjonge jazz-pianist uit Leipzig had ik nog nooit gehoord, maar als hij in LantarenVenster in Rotterdam had opgetreden in plaats van in deze Duits studentenstad, had ik beslist óók een kaartje gekocht. Op zijn debuut is de muziek niet altijd even toegankelijk, maar op het recent verschenen Wille is meer ruimte voor melodie en lyriek.

Op de website van het Jazzhaus had ik al gezien dat bij sommige concerten wordt gekozen voor een zogeheten 'café-opstelling'. Bij een gitaarbeul als Walter Trout zullen ze dat niet zo snel doen, maar jazz vraagt om verspreid staande tafeltjes met drie of vier stoelen eromheen. In LantarenVenster kozen ze tijdens de pandemie voor deze optie om voldoende afstand te garanderen en dat zorgde voor net wat meer sfeer dan bij normale concerten. En dus meldden we ons al om 19.00 uur bij de ingang om een mooi plekje te bemachtigen.

Niet veel later zaten we aan een tafeltje vlak voor het podium achter een halve liter alcoholvrij bier in afwachting van het optreden. Bij het afrekenen van  beide biertjes bleek dat er alleen met contant geld kon worden betaald, terwijl je in Nederland in steeds meer bioscopen en theaters juist alleen maar kunt pinnen. Dat laat zien dat beide buurlanden wat sommige onderwerpen betreft mijlenver van elkaar afstaan of in elk geval een heel ander tempo aanhouden. 

Onze tafelgenoot was een echte jazzliefhebber en had Miles Davis ooit nog zien spelen in dezelfde zaal, maar hij bleek nog nooit gehoord te hebben van de Duitse pianiste Julia Hülsmann die ik pas had zien optreden. Haar aarzelende, bijna fluisterzachte stijl verschilt ook sterk van het zelfverzekerde, virtuoze bravoure waarmee Meissner de toetsen aanslaat, aangespoord door een even jonge, snoeiharde drummer.

Tegelijk met de tickets had ik online het album Wille besteld, zodat ik al helemaal vertrouwd was met zijn repertoire, inclusief de cover van In My Life van The Beatles (van het album Rubber Soul) en een bijna onherkenbare versie van I Wanna Dance With Somebody van Whitney Houston. Mijn favoriete nummer is echter Young Folks dat begint met zo'n strakke beat van de drummer dat je de hele tijd zit te wachten tot hij eindelijk een keer los mag gaan met een lange solo.

Meissner speelde nog meer covers, onder meer van Ornette Coleman, Thelonious Monk en zijn Duitse collega-pianist Thomas Rückert van wie ik toevallig ook een cd bij me had tijdens deze vakantie. Het trio speelde het kersverse album in z'n geheel en zorgde na afloop voor de zoveelste gesigneerde cd in mijn collectie. Pas later bedacht ik hoe leuk het is om een Duitse pianist in een Duits theater te zien spelen en Duits te horen praten tegen zijn publiek en verder verheugd ik me, in de breedste zin van het woord, vooral op de eerstvolgende keer.



dinsdag 9 mei 2023

Er staat een foto van oom Benny in de Billy

Sinds kort staat er een foto in de boekenkast die het bezoek steevast in verwarring brengt. Pas van heel dichtbij kun je zien dat het om een gesigneerd portret gaat en snap je dat het niet zomaar een verre, muzikale oom betreft uit de stamboom die mijn vrouw momenteel laat uitzoeken. Ook in dit geval speelde toeval weer een belangrijke rol, want ik ben niet één tel bewust naar iets anders op zoek geweest dan naar een paar cd's van klarinetspeler Benny Goodman.

Als we helemaal teruggaan naar het voor dit blog relevante vertrekpunt, dan moet je beginnen bij een afbeelding van een boekenplank vol boeken over blues op Twitter en de bijbehorende oproep om een foto te maken van jouw eigen collectie. Op dat moment had ik één biografie van John Lee Hooker in de kast staan en verder alleen een rijtje boeken van de Rolling Stones. Bovendien begon ik toen al voornamelijk naar jazz te luisteren, dus dit viel net buiten mijn blikveld. 

Het vormde wel het startsein voor een bescheiden collectie jazz-boeken, variërend van de biografie van Frank Sinatra tot de ontstaansgeschiedenis van Boogie Woogie. Er zitten een paar verhalenbundels van Bernlef bij en zoveel boeken over Billie Holiday dat ik precies weet hoe vaak ze in 1939 naar het toilet is geweest. Van sommige artiesten had ik inmiddels al aardig wat cd's in huis, maar dat geldt bijvoorbeeld weer niet voor Charles Mingus. 

Als leek was ik eigenlijk bezig aan een tweeledige ontdekkingstocht, waarbij het me net zo goed ging om de muziek als om de ontstaansgeschiedenis van de jazz. Als het om rock gaat, heb ik een tijdbalk in mijn hoofd die loopt van de eerste opnamen van Mississippi John Hurt in 1928 tot het meest recente album van Eric Clapton, maar bij jazz moest ik die nog helemaal inkleuren. In die speurtocht zit geen logica, dus soms pak ik zomaar een boek uit de kast om er even doorheen te bladeren of bij wijze van voorpret alvast stiekem het voorwoord even te lezen.

Zo zat ik op een lentedag zomaar ineens met Benny Goodman and the Swing Era in mijn handen, een biografie over deze klarinettist die voor een leek als ik best taai en technisch bleek, maar me tevens op de gedachtesprong bracht dat jazz er niet alleen nooit was geweest zonder slavernij, maar wellicht ook niet zonder antisemitisme. De ouders van Benny Goodman waren gevluchte joden uit Polen en Litouwen die in de VS een veilig heenkomen zochten, verliefd werden en een gezin stichtten met twaalf kinderen waarvan Benny in 1909 nummer negen was. 

Omdat ik weinig van hem in huis had, keek ik zomaar voor de aardigheid even op Marktplaats of iemand misschien wat cd's van hem aanbood, het liefst een paar tegelijk. Zo stuitte ik op een advertentie met niet alleen 35 (!) cd's van Goodman, maar ook een dvd van een speelfilm uit 1955 over zijn leven en een door hem persoonlijk gesigneerde foto. Er waren nog geen biedingen uitgebracht zag ik, terwijl de advertentie er alweer meer dan een maand op stond. Er stond tevens bij dat er geboden kon worden vanaf tien euro.

Dat was dus meteen ook mijn openingsbod, terwijl ik in gedachten al bezig was met de vraag tot hoe hoog ik zou gaan. Verder lezend in het boek bedacht ik dat 10 euro wel érg karig is, maar toen ik het wilde verhogen naar 30 euro zag ik dat mijn bod al was geaccepteerd. En dus reed ik niet lang daarna - deze keer met de auto - naar Heerhugowaard om daar een doosje op te halen met zoveel muziek dat ik voorlopig nog wel even zoet ben. Uit de doos toverde ik ook een ingelijste foto die jarenlang bij iemand in de kast moet hebben gestaan.

De collectie bleek afkomstig van een pas overleden zwager die in zijn jongere jaren helemaal gek was van de muziek van Benny Goodman. Zijn schoonzus trok een wat vies gezicht bij het uitspreken van die naam en vertelde schouderophalend over de handtekening op de foto alsof ze zich niet voor kon stellen dat ook maar iemand daar heel opgewonden van zou kunnen worden. Echt zuinig was er niet met de verzameling omgesprongen, want sommige cd-boekjes hadden wat waterschade opgelopen en sommige cd's moest ik, heel oneerbiedig, schoonmaken met een theedoek en wat spuug.

Thuis kon het grote uitpakken beginnen, het ordenen en sorteren, en het in chronologische volgorde beluisteren van de vaak vooroorlogse opnamen. Ook hier begint het verhaal in 1928 met de allereerste opnamen  van Benny Goodman's Boys with Jim and Glenn. Ik heb wel eens betere bandnamen gehoord, maar het is fascinerend om naar muziek te luisteren die alweer bijna honderd haar oud is uit de primitieve begindagen van de jazz én de grammofoon. En  zo gaat de zoektocht verder, graven we steeds dieper en stuiten we op steeds meer intrigerende puzzelstukjes.