Het vooruitzicht dat ik over precies zeven maanden hypotheekvrij ben, geeft enorm veel rust. Tegelijkertijd zal ik nooit vergeten dat ik destijds als een bezetene ben gaan aflossen vanuit een totaal andere emotie. In combinatie met baanonzekerheid, was vooral boosheid de belangrijkste drijfveer om de hypotheekschuld zo snel mogelijk omlaag te brengen. In zie zin heeft ons huiselijk project alles te maken met spaarwoede én met testosteron.
Het besluit om van de ene dag op de andere extra te gaan aflossen, nam ik als man geheel eenzijdig en op eigen houtje. Ik heb het niet met mijn financieel adviseur overlegd en toen ik het onderwerp bij mijn vrouw aankaartte was het niet per se de bedoeling dat daar veel inspraak aan te pas kwam. Gelukkig vond ze het meteen een goed idee - niet in de laatste plaats omdat mijn baan op de tocht stond - maar als ik heel eerlijk ben was het in de eerste plaats een even instinctief genomen als autoritair besluit.
In een van mijn boeken verwijs ik ook naar woorden als spaarwoede en aflossingsdrift om aan te geven dat het een en ander voortkomt uit een emotie die niet geheel losstaat van agressie. Wie extra aflost, berooft weliswaar niet letterlijk een bank, maar berooft deze wel van een gestage bron van inkomsten. Beide aflossingsvrije hypotheken liepen in principe door tot mijn dood, dus als ik daadwerkelijk honderd zou worden moest ik vanaf dat moment nog een halve eeuw rente blijven betalen.
In zekere zin beschouw ik de afgelopen elf jaar als een veldtocht waarbij ik de strijd aanging met de woningschuld. Die aanvankelijke boosheid is allang naar de achtergrond verdwenen en verdampt, maar het was net zo goed een plan de campagne als een soort vreedzame oorlogscampagne. Het was ook geen toeval dat ik daarbij het voortouw nam en een krijtbord gebruikte om te visualiseren hoe we de schuld te lijf zouden gaan. Ook de monomanie waarmee ik me de afgelopen jaren op dit onderwerp heb gestort, heeft iets typisch mannelijks.
Dergelijk gedachtegoed is heden ten dage wat op de achtergrond geraakt en vanzelf een beetje suspect geworden. In het Algemeen Dagblad van afgelopen zaterdag viel zelfs te lezen dat het feit dat mannen meer testosteron bezitten in twijfel dient te worden getrokken met de zinsnede dat mannen meer van dat mannelijke geslachtshormoon 'zouden' bezitten. Nu word ik regelmatig een oude zuurpruim genoemd die niet met zijn tijd meegaat, maar diezelfde discussie voer ik al sinds ik als 19-jarige politicologie ging studeren en daar te horen kreeg dat alle verschillen tussen man en vrouw terug te voeren zijn op socialisatie en opvoeding.
Dat leek me toen als 19-jarige buitengewoon onwaarschijnlijk, onwetenschappelijk en onwaar. Je kunt oprecht vinden - en zo denk ik er zelf ook over - dat mannen en vrouwen gelijke kansen zouden moeten hebben en tegelijk accepteren dat bepaalde verschillen wellicht aangeboren zijn. In mijn optiek hoeft dat emancipatie helemaal niet in de weg te staan (want het lijkt me geen enkel probleem dat er meer vrouwen in de zorg werken en meer mannen op booreilanden), maar sociale wetenschap is steeds meer veranderd in een soort wensdenken met een pseudowetenschappelijk sausje.
Zo kan het gebeuren dat een gepromoveerde hoogleraar met droge ogen in de krant beweert dat het verschil in agressie tussen mannen geheel terug te voeren is op de verwachtingen die we als maatschappij koesteren van mannen en vrouwen. Zij noemt dat zelfs 'de meest logische verklaring', terwijl de meest logische meestal een biologische is. De moderne mens is 200.000 jaar oud en heeft verkrachting en prostitutie al heel lang op het repertoire staan. Dat moet je beteugelen, bestraffen kanaliseren en stroomlijnen, maar dat krijg je de wereld niet uit met goede bedoelingen en de schattige gedachte dat je mannen alleen maar anders hoeft op te voeden.
Geef een man vrouwelijke hormonen en hij verandert - ik citeer uit mijn hoofd uit de krant - in een besluiteloos, huilerig kreng. Dien een vrouw mannelijke hormonen toe en prompt wordt het gedrag doelgericht en doen geslachtsdrift en agressie hun intrede. Anders gezegd: vraag gewoon aan al die transgenders wat hormonen doen of hebben gedaan met hun gedachten en hun gedrag. En vraag het anders eens aan Frans de Waal die al zijn hele volwassen leven chimpansees bestudeert. Ik heb mezelf recentelijk wel eens een aangeklede aap genoemd, maar eigenlijk was ik al die tijd aan het aflossen als een dolle stier.