Zoeken

zaterdag 29 september 2018

Kun je een filmboek schrijven zonder het over #MeToo te hebben?

Half januari verschijnt mijn nieuwe boek waarin ik verslag doe van dit filmjaar. De insteek is tweeledig: wat doet het met je leven als je gemiddeld elke werkdag één keer naar de bioscoop gaat? En: wat vertellen al die films ons over de wereld waarin we leven en de mensheid? De maand september zal daarbij geheel in het teken staan van #MeToo, niet alleen omdat die beweging in Hollywood begon, maar ook omdat we sindsdien feitelijk niet veel zijn opgeschoten en weinig hebben geleerd.


Het zal overigens nog een hele klus worden om die bewuste hoofdstukken te schrijven, want aan ruw materiaal heb ik zo'n 15.000 woorden terwijl een compleet boek ongeveer 60.000 woorden telt. Met mijn mijmeringen en observaties zou ik dus gemakkelijk een kwart boek kunnen vullen, terwijl ik me met het oog op variatie en leesbaarheid moet beperken tot twee hoofdstukken. Dat knaagt, zeker omdat uit de zaak Kavanaugh nog eens blijkt hoezeer dit onderwerp is gepolitiseerd en hoe de discussie al is vastgelopen voordat hij goed en wel is begonnen.

De afgelopen dagen plaatste ik op twitter al een paar voorzichtige kanttekeningen bij die kwestie en dat valt niet bij iedereen in goede aarde. Zelf denk ik dat je als politicoloog en schrijver - dus niet als persoonlijk betrokkene - best een paar zinnige dingen kunt zeggen over de gang van zaken rond de benoeming van deze opperrechter zonder dat dat verder ook maar iets zegt over je eigen politieke voorkeur of je kijk op de gewenste omgang met vrouwen.


Laat ik een paar voorbeelden noemen, zonder van de inhoud van mijn boek verder iets weg te geven. Zo hoorde ik op televisie een paar keer zeggen dat Christine Blasey Ford zo geloofwaardig overkomt dat ze een Oscar zou hebben verdiend als ze dit allemaal uit de duim had gezogen. Nou, zoiets doms zeg je niet als je dit jaar al meer dan 195 bioscoopfilms hebt gezien. Ik vind dat Charlize Theron een Oscarnominatie heeft verdiend voor haar rol in Tully en Maria Kraakman een Gouden Kalf voor In Blue, maar bij Blasey Ford werd ik al na een minuut helemaal gek van dat huilerige toontje in haar stem. Als het inderdaad geacteerd zou zijn, dan is het slecht geacteerd.

Nu we het toch over films hebben (en dat laat meteen zien dat een filmboek nooit alleen maar over films kan gaan): het incident dat ze beschrijft bij het verhoor onder ede is iets wat je in de bioscoop héél vaak ziet. Er is een feest aan de gang van scholieren of studenten, iedereen is aangeschoten en dronken, en in elke slaapkamer, badkamer of gangkast zijn stelletjes aan het frunniken en friemelen. Dat rechtvaardigt niks en zegt verder ook totaal niks over vrijwilligheid en onveiligheid, maar het is iets wat niet alleen in films heel veel voorkomt. Feestje zijn op die leeftijd vaak juist een excuus voor halfdronken vrijpartijen buiten het blikveld van ouders en opvoeders.


Zijn jullie er nog? Mooi, want ik kan zo nog wel even doorgaan. Zo ging het er op televisie voornamelijk over wie het meest authentiek, betrouwbaar en geloofwaardig overkwam. Dat zijn goede criteria voor het uitkiezen van een partner of het selecteren van de beste sollicitant, maar het lijkt me een nogal wankele basis voor een stemming of een gerechtelijke uitspraak. Zelf vind ik Kavanaugh een beetje gluiperig, maar ook Blasey Ford is niet alleen maar oprecht. Sympathie en antipathie doen er echter helemaal niet toe, al zullen alle vrouwen die ooit iets vervelends hebben meegemaakt met een man automatisch hun gevoelens en ervaringen projecteren op Blasey Ford en alleen al om die reden blindelings haar kant kiezen.

Dat is niet gek, want als Kavanaugh onder vuur ligt voel je je als man ook een beetje aangesproken, zelfs als je nooit op Trump zou hebben gestemd en je oprecht vindt dat mannen respectvol met vrouwen zouden moeten omgaan. Maar toch valt er nog wel iets interessants over haar verklaring te zeggen, bijvoorbeeld hoe listig ze haar verhaal opschaalt door woorden te gebruiken als 'poging tot verkrachting' en 'moord'. In een eventuele rechtszaak zou Kavanaugh hooguit aangeklaagd worden voor aanranding, maar het consequente gebruik van die andere woorden suggereert iets veel ernstigers en zwaarders (ook al zeg je feitelijk alleen maar dat je 'bang was dat hij je per ongeluk zou vermoorden').


En zo zitten er nog veel meer interessante aspecten aan deze zaak. Want hoe betrouwbaar is je geheugen nog na 36 jaar? Herinnert Blasey Ford (en datzelfde geldt natuurlijk voor Kavanaugh) zich de gebeurtenis of vertelt ze slechts de laatste versie die ze in haar hoofd heeft opgeslagen? Een vrouw van 51 is zo'n ander schepsel dan een kind van 15 dat het feitelijk een totaal ander persoon is en in zekere zin zelfs een vreemde. Misschien was dat meisje van 15 op dat feestje niet alleen een beetje dronken , maar ook een beetje opgewonden, overmoedig en nieuwsgierig. Dat kan allemaal, net zoals het mogelijk is dat ze van A tot Z de waarheid vertelt en zelfs dat het nog veel erger en pijnlijker was dan ze schetst.

Ook vaak gehoord op televisie de afgelopen week: waarom zou iemand zoiets verzinnen? Wel, heb je even? Geef mij een kladblok en een pen en ik schrijf vier totaal verschillende verhalen waarin ik het volstrekt aannemelijk maak dat ze dit verzint of zo heeft ingekleurd dat ze zich heeft gereduceerd tot weerloos en willoos slachtoffer. Het kan aandachttrekkerij zijn of een manier om jezelf belangrijker te maken dan je bent. In een van die verhalen zou ik haar zelfs heimelijk jaloers laten zijn op de vrouw van Kavanaugh en de status van zijn nieuwe functie. Je kunt deze zaak nou eenmaal niet bekijken zonder er door de ogen van een psycholoog (of een romanschrijver) naar te kijken.

Hier laat ik het voorlopig bij, al moet het me nog wel van het hart dat ik nog steeds niet goed weet of je iemand wel zomaar kunt beschuldigen van iets wat hij hij op zijn zeventiende heeft gedaan. Los nog van de leeftijd, kun je vaststellen dat hij er destijds niet op is aangesproken of voor is aangeklaagd. Vraag is of je dat vervolgens een leven lang als een soort troefkaart achter de hand mag houden om op het geschikte moment te trekken. Doet ze dat louter uit edele motieven of om zijn carrière te frustreren en zo indirect de plannen van president Trump te dwarsbomen?

Daarmee is het laatste woord over deze kwestie nog niet gezegd, maar ik denk persoonlijk dat het interessante vragen zijn waar we in alle openheid over verder zouden moeten discussiëren. Dat gebeurt nu nog veel te weinig, want op Adriaan van Dis na heb ik op televisie vooral veel jaknikkers gezien die meehuilen met de wolven in het bos en verder niets interessants aan de discussie hebben bij te dragen. Grote vraag blijft namelijk hoe we ons het post-MeToo-tijdperk precies voorstellen. Beter gezegd: het kan terecht zijn om iemand te veroordelen voor iets wat hij 35 jaar geleden heeft misdaan, maar hoe stellen we ons de wereld voor over 35 jaar? Dat lijkt me interessanter en leerzamer dan bij elke gelegenheid kritiekloos en klakkeloos de kant van het slachtoffer te kiezen zonder op z'n minst een paar kanttekeningen te plaatsen.

zondag 23 september 2018

Waarom zou je (M/V) eigenlijk per se carrière willen maken?

De laatste tijd wordt er weer met alle macht op vrouwen ingepraat en aan hen getrokken om vooral méér uren te gaan draaien. Daarbij hoor je steevast dezelfde versleten argumenten: het brengt meer geld in het laatje voor de overheid, je bent het aan de maatschappij verschuldigd en je hoeft niet de bijstand in als je relatie onverhoopt strandt. Bovendien kun je in deeltijd nooit de top bereiken. Vraag is echter hoe erg dat laatste is, want zelf heb ik ook nooit mijn best gedaan om hogerop te komen.


Laat ik voorop stellen dat iedereen zo veel en zo hard en zo lang mogelijk mag werken als hij/zij zelf wil. Wie mijn boeken heeft gelezen, weet dat ik me sterk maak voor zelfbeschikking, persoonlijke vrijheid en eigen keuzes. De heersende trend is echter dat er van alle kanten aan mensen getrokken wordt om de handen uit de mouwen te steken en liefst fulltime aan de slag te gaan. Mannen doen dat meestal al uit zichzelf, dus vooral vrouwen zijn het doelwit van overheidscampagnes, peer-pressure en persoonlijke columns die inspelen op hun angst of schuldgevoel.

Daarbij krijgen 'deeltijdprinsesjes' die 'teren op de zak van hun partner' (niet mijn woorden), regelmatig te horen dat ze een carrière wel kunnen vergeten als ze parttime werken en op deze manier ook nooit de top zullen bereiken. Het verklaart de moeite die het vaak kost om voor leidinggevende functies en raden van bestuur voldoende geschikte vrouwelijke kandidaten te vinden, maar het gaat geheel voorbij aan de vraag waarom je met alle geweld steeds hogerop zou willen komen (zeker als geld en status je koud laten).


Zelf ben ik zo'n dertig jaar journalist geweest zonder ook maar één tel de ambitie te hebben om eindredacteur of hoofdredacteur te worden. Ik hield van het ambacht en de afwisseling en had er weinig zin in om de baas te spelen, te vergaderen met de directie of  eindverantwoordelijk te zijn voor de inhoud. Ik kon vrij nemen wanneer ik wilde en had als razende reporter precies die vrijheid waar ik behoefte aan had. Op dezelfde manier werkt mijn vrouw al sinds 1982 (parttime) in het onderwijs zonder dat ze ooit de wens heeft gekoesterd om directeur te zijn. Je kunt je werk decennia lang met veel plezier doen zonder ook maar één tree hogerop te komen.

Niet zo lang geleden was ik op een verjaardag en daar werd me op fluistertoon meegedeeld dat een van de vrouwelijke leraren in het gezelschap onlangs was benoemd tot rector. Die fluistertoon had waarschijnlijk met discretie te maken maar vooral met ontzag, terwijl ik de mededeling schouderophalend in ontvangst nam en ondertussen bedacht dat ze eigenlijk ook wel de leeftijd had om zo zoetjesaan te stoppen met werken. Wie belang hecht aan status, moet dus wel beseffen dat andere mensen niet zo snel onder de indruk zijn van wat er nou precies op je visitekaartje staat.


De laatste vier jaar van mijn loopbaan (die je in mijn geval dus als een rechte lijn moet zien in plaats van een ladder of een curve) kwam ik noodgedwongen in de situatie terecht dat ik chef moest spelen en freelancers moest aansturen. Het waren vier interessante jaren omdat ik eindelijk het tijdschrift kon maken dat me voor ogen stond, maar dat werd goeddeels teniet gedaan door de werkdruk, de tegenvallende advertentie-inkomsten, het overleg en de verkoopcijfers die na een veelbelovend begin langzaam begonnen af te kalven. Nu werk ik af en toe nog wat aan de keukentafel en is van een carrière in de klassieke zin in het geheel geen sprake meer.

Ook opvallend in deze discussie - maar dat is eigenlijk een apart onderwerp - is dat er in al die berichten over werkende vrouwen gesproken wordt over kinderopvang, terwijl dat maar een tijdelijke fase is. Een vrouw die op haar 28ste voor het eerst moeder wordt, heeft op haar veertigste een kind dat op de middelbare school zit en moet met een beetje pech nog dertig jaar wachten op de eerste AOW-uitkering. Juist in die wat minder hectische fase is het belangrijk om te kiezen voor wat je écht belangrijk vindt in het leven en je niets aan te trekken van wat de maatschappij van je verwacht of wat toevallig op dat moment in de mode is.

vrijdag 14 september 2018

Een jaar lang elke werkdag naar de bioscoop

Nog een paar maanden en dan verschijnt mijn nieuwe boek, waarin ik verslag doe van mijn fanatieke bioscoopbezoek in 2018. Er zijn nogal wat mensen die dat beschouwen als een stijlbreuk of als een stom onderwerp, terwijl ik het zelf juist zie als een vet uitroepteken achter de serie die in 2012 begon met het boek Hypotheekvrij! Het gaat immers in de eerste plaats over het incasseren van een welverdiende beloning na al die jaren van aflossen en afbouwen.


De werktitel van Een jaar in het donker maakt al iets beter duidelijk wat ik met dit boek - en eigenlijk met dit hele experiment - voor ogen had. Het was namelijk niet alleen mijn bedoeling om in een jaar tijd 250 films te zien in de bioscoop, maar ook om dat te doen onder wérktijd. Dus had ik het bijbehorende mapje op mijn computer 'Naar de film in kantoortijd' gedoopt, nadat ik een artikel had gelezen met een soortgelijke kop. Het getal 250 is ook niet toevallig gekozen, want dat betekent dat ik - met tussendoor twee weekjes zomervakantie - omgerekend elke werkdag precies één film heb gezien.

Nu is dat natuurlijk niet normaal (hoewel het nog lang geen wereldrecord is), maar het is dan ook nadrukkelijk bedoeld als een eenmalig experiment. Volgend jaar zal ik vast en zeker regelmatig naar de bioscoop gaan, maar wel veel minder frequent en ook niet langer met dat ene afgeronde getal in mijn achterhoofd. Met dit boek wil ik eigenlijk alleen maar laten zien wat er - door jezelf een tijdje op rantsoen te zetten en fanatiek te gaan aflossen en sparen - aan het einde van de rit allemaal op je wacht als uitgestelde beloning. Want dan is er ruim voor je echte pensioendatum ineens alle tijd voor jouw eigen hobby's, dromen en plannen.


Door het kijken naar al die films - en vooral ook door elke week zonder onderscheid naar álle nieuwe films te kijken die uitkomen - is mijn kijk op de wereld een heel andere dan aan het begin van het jaar. Het lijkt een flauwe woordgrap, maar ik kan je verzekeren dat zo'n stroom bewegende beelden uit alle uithoeken van de wereld je horizon verbreedt en je blik verandert. Ik ga op deze plek niet verklappen tot welke conclusies ik allemaal ben gekomen, maar ik ben in sommige opzichten een heel ander mens dan aan het begin van dit experiment.

Zo ben ik nu pas goed gaan beseffen hoe belangrijk het is waar dat hypotheekvrije huis eigenlijk precies staat, want ik kan met mijn Cinevillepas kiezen uit vier - en als ik Schiedam meereken zelfs vijf - theaters op fietsafstand. Ik voel me niet alleen de koning te rijk doordat ik zeer binnenkort een hypotheek heb van nul euro, maar ook omdat ik kan kiezen uit een enorm aanbod aan films. Daar komt bij dat ik onder de rook woon van zo'n wakkere stad dat ik in sommige theaters al om tien uur 's ochtends terecht kan en ik in alle vroegte langs de file op de A16 fiets op weg naar de bios.


Een jaar in het donker - dat nog niet eens af is want het jaar telt nog ruim drie maanden - wordt natuurlijk geen droge opsomming of een bundel met 250 recensies. In het boek beschrijf ik mijn bevindingen en observaties, vertel ik welke levenslessen je uit dit experiment kunt trekken en vraag ik me af wat er nog voor zinnigs te zeggen valt over #MeToo nu het stof een beetje is neergedaald. Daarmee is dit waarschijnlijk het meest beschouwende en filosofische boek tot nu toe, want aflostips ontbreken en ik heb het alleen maar over geld als ik uitreken hoeveel elke bioscoopkaartje me dankzij het vaste abonnementstarief van 20 euro per maand met terugwerkende kracht heeft gekost.

Niet iedere lezer zal het leuk vinden als ik hen een spiegel voorhoud of ga zitten graven in hun psyche. Maar op één vraag zal iedereen voor zichzelf toch een antwoord moeten proberen te formuleren. Wanneer ik op donderdag al om tien uur in de bioscoop zit en drie films achter elkaar bezoek, breng ik daar in feite een hele werkdag door en heb ik het gevoel dat ik - al dan niet in het gezelschap van mijn vrouw - te gast ben op mijn eigen kinderfeestje. De gemiddelde werknemer moet dan wel met héél sterke en vindingrijke argumenten op de proppen komen om mij ervan te overtuigen dat een hele dag op kantoor leuker of bevredigender is dan een dagje Kino...