Afgelopen maandag stond in de Volkskrant een opiniestuk waarin werd betoogd dat maatschappelijk succes vooral te danken is aan toeval. Enthousiast veerde ik op, want toeval speelt in mijn boeken - en in mijn leven - een heel grote rol. Even later kreeg teleurstelling de overhand, want waar hij 'toeval' schrijft, had net zo goed dat lelijke woordje 'privilege' kunnen staan.
Ik heb het moeten nazoeken, maar in mijn laatste boek komt maar liefst zeven keer het woord 'toeval' voor. Daarnaast heb ik het ergens nog over een toevallige ontmoeting en een toevallige passant en gebruik ik het woord 'toevallig' ook nog vier keer. Dat is - pun intended - bepaald geen toeval, want toeval speelt in mijn leven een grote rol en heeft me heel vaak op precies het juiste moment een zetje in de goede richting gegeven.
In dat verband heb ik het vaak over verborgen krachten in het universum, over de mens als speelbal op de golven en over goden die soms een sadistisch genoegen tentoonspreiden en zich laten leiden door willekeur. Dat zou je misschien niet verwachten van iemand die naam heeft gemaakt met boeken over nuchtere onderwerpen als hypotheken en pensioenen, maar voor een (roman)schrijver is het waarschijnlijk gemakkelijker om magie te ontdekken in het alledaagse en iets toe te schrijven aan wat een ander simpelweg als toeval beschouwt.
Vandaar dat ik met belangstelling - en met, zo bleek, totaal verkeerde verwachtingen - begon aan het opiniestuk van Huub Buijssen waarin hij betoogt dat we onze successen vooral te danken hebben aan 'toeval'. Wat een nieuwe, misschien wel originele invalshoek leek, bleek bij nader inzien een kwestie van oude wijn in nieuwe zakken. Overal waar Buijssen het heeft over 'toeval' kun je het kromme, rechtstreeks uit het Amerikaans vertaalde woordje 'privilege' invullen.
In het universum van Buijssen gooien de goden maar één keer met hun dobbelstenen, en dat is bij je geboorte. Zij bepalen waar je wieg staat, in welk gezin je opgroeit en met welke talenten je bent gezegend. Ik heb het daarentegen over de meer esoterische vorm van toeval, die je niet kunt kwantificeren of kunt vatten in een algoritme en al helemaal niet in kunt zetten voor de onvermijdelijke herverdelingsoperatie die volgt in het kader van de vaststelling dat alles wat je hebt bereikt of vergaard simpelweg het gevolg is van een voorrecht of een oneerlijke voorsprong.
Wat lijkt op een sociaal bewogen betoog over kansengelijkheid en een pleidooi voor rechtvaardigheid, is in feite een deprimerend verhaal over predestinatie en een verkapt stemadvies. Daarmee reduceert hij de totale, complexe optelsom die resulteert in een antwoord op de de vraag of je het wel of niet gaat maken in het leven, tot een deterministische staartdeling waarbij inspanning en inzet ook alleen maar talenten zijn die je toevallig hebt meegekregen.
Zelf heb ik aan het begin van mijn werkzame leven vijf jaar achtereen in de avonduren zitten schrijven voordat mijn eerste boek werd uitgegeven. In de televisieserie Girls probeert hoofdrolspeler Lena Dunham haar vaste baan in de reclamewereld eveneens te combineren met vrij werk in haar schaarse vrije tijd, maar zij valt meteen de eerste avond al boven haar laptop in slaap. Dat verschil in inspanning wordt door Buijssen echter nergens genoemd of gehonoreerd.
Met een andere vrouw, een ander huis, een andere studie en een andere eerste baan had ik heel andere boeken geschreven. In het ene parallelle universum was ik veel succesvoller geweest dan in het andere, terwijl er ook scenario's denkbaar zijn waarin ik nooit iets op papier had gekregen of niet was uitgegeven. Met mijn eerste boek verdiende ik overigens minder dan 1000 gulden, want het zou nog vijftien jaar duren voordat je kon spreken van enig commercieel succes.
De formule die ik zelf hanteer, luidt dat succes een optelsom is van talent, timing en toeval, hoewel je daar eigenlijk nog zaken als training en toewijding aan zou moeten toevoegen. Je wint nooit een gouden medaille zonder daarvoor alles opzij te zetten, net zoals je nooit een bedrijf kunt opzetten zonder lange werkweken of ergens echt heel goed in kunt worden zonder die spreekwoordelijke 10.000 uur oefening die daarvoor benodigd is.
Je zou in dit verband ook kunnen verwijzen naar wat ik altijd de 5 D's noem: durf, daadkracht, doelgerichtheid, discipline en doorzettingsvermogen, plus misschien als zesde en zevende nog deemoed en dankbaarheid. Daarmee geef je te kennen dat je terdege beseft hoe bevoorrecht je in bepaalde opzichten bent, terwijl je tegelijk benadrukt dat je nergens komt in het leven zonder daarvoor de nodige moeite te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten