Zoeken

dinsdag 16 februari 2016

Kan iemand mij een definitie geven van een karig leven?

Gisteren schreef Annemarie van Gaal een column in De Telegraaf waarin ze het pensioenstelsel vergeleek met een loterij. Je weet wat je maandelijks inlegt, maar het is de vraag wat dat aan het einde van de rit oplevert. Op precies dezelfde manier maak ik in mijn nieuwe boek een paar keer een vergelijking met een gokpaleis, al bedoel ik daarmee precies het omgekeerde. Niemand wil namelijk dood neervallen op de parkeerplaats van het casino met zakken die uitpuilen van de fiches. Grote vraag is dus hoe lang je wil doorwerken en hoeveel geld je na je pensioen nodig denkt te hebben.

Het grote schrikbeeld van Van Gaal is dit: veertig, vijftig jaar lang werken en vervolgens tot de ontdekking komen dat je pensioen vies tegenvalt. De beloning waar je al die tijd hard voor hebt gewerkt, blijkt een grote lege doos met een mooie strik eromheen. Het is alsof je de hele dag hard hebt gewerkt, 's avonds doodmoe voor de televisie neerploft en tot de ontdekking komt dat er alleen Chinese film worden uitgezonden zonder ondertiteling.


In  haar column zegt ze iets heel belangwekkends waar alles - ook het door mij bedachte plakbandpensioen - feitelijk om draait. Want misschien zijn de pensioenuitkeringen in de toekomst wel zo bescheiden dat we moeten wennen aan "een karig leven". Dat is een interessant woordgebruik, want daar kun je je van alles bij voorstellen, tot en met een ontbijt dat je bij elkaar hebt gescharreld uit de vuilnisbak. Ze vult dat verder niet in, maar noemt wel een paar vanzelfsprekendheden voor de tevreden pensionado: lekker reizen, overwinteren in een warm land en elke week naar het theater.

Volgens mij is dit scenario voor veel huidige senioren al een illusie, maar het zou inderdaad teleurstellend zijn als je een halve eeuw ploetert met dat beeld in het vooruitzicht om vervolgens tot de conclusie te komen dat al die luxe er niet meer in zit. Mijn oplossing is om al veel eerder in je leven te wennen aan een karig leven en ook veel eerder te stoppen met werken. Dat laatste is, hoe je pensioen later ook uitpakt, nu al pure winst terwijl je heel sober leven in de praktijk net zo goed kunt betitelen als heerlijk simpel leven.

 
Laat ik maar eens even schetsen hoe in mijn ogen een vroeg uitgevallen vroegpensioen eruit zou kunnen zien, zodat iedereen zelf kan beoordelen of dat de toevoeging "karig" verdient. Zo begin ik de dag in mijn ochtendjas met een kop koffie en twee verse kranten. In de wintermaanden lees ik die in bed, terwijl ik muziek draai, in de lente en de zomer zit ik vaak al voor achten lekker in de tuin. Vervolgens schrijf ik een blog of een column of ik tik een paar alinea;'s voor een nieuw boek. Ik heb dan al yoghurt op met muesli en een banaan en lunch met een paar boterhammen.

Tegen de middag bekijk ik wat ik de rest van de dag ga doen. Ik zou een rondje kunnen gaan fietsen op mijn racefiets en onderweg een ijsje kunnen kopen of ik zou ook dat bibliotheekboek dat op mijn nachtkastje ligt op mijn gemak uit kunnen lezen. Achter ons huis ligt een bos-in-aanleg waar ik kan gaan wandelen, maar ik kan ook het gras maaien of dood riet uit de sloot harken. Als het dinsdag is, zou ik ook 's middags in mijn Suzuki Alto van 3000 euro naar de 50+ bios kunnen tuffen, waar je tegen gereduceerd tarief een serieuze Franse film kunt zien, inclusief koffie én muffin.


Iedereen die dat karig vindt of armoedig of meelijwekkend, mag nu zijn hand opsteken. De rest mag blijven zitten om de laatste toevoeging bij dit verhaal te horen. Eerder stoppen met werken in een tijd waarin VUT een vies woord is geworden, heeft namelijk een enorme meerwaarde die niet in geld is uit te drukken. Reken voor de lol maar eens uit hoeveel kopjes koffie ik vanaf nu nog in vrijheid kan drinken (en het zijn er zo'n vier per dag), terwijl ik eigenlijk pas over minimaal 12 jaar recht heb op AOW. Je kunt dus beter veel eerder stoppen voor veel minder geld (en wij doen het nu met 40% procent minder), dan veel langer doorwerken en alsnog met lege handen staan.