Zoeken

maandag 8 februari 2016

De grote verdwijntruc: lage lasten en een lage levensstandaard

Geldrubrieken in kranten vormen een onuitputtelijke inspiratiebron voor mijn boeken, niet alleen omdat ze een kijkje geven in iemands portemonnee maar ook omdat ze laten zien met welke tegenslagen, vergissingen en valkuilen je te maken kunt krijgen op weg naar je plakbandpensioen. Zo kwam ik zaterdag een mooi voorbeeld tegen in De Telegraaf dat zo in mijn nieuwe boek zou passen, al was het alleen maar als voorbeeld van hoe het niet moet.


Het verhaal begint tragisch en dat onderstreept nog eens dat er in een mensenleven soms onverwachte dingen gebeuren die al je plakbandpensioenplannetjes lelijk in de war kunnen sturen. Zo raakte de man in kwestie in een halfjaar tijd én zijn vrouw kwijt én zijn baan. Dat hij bereid en in staat is om te praten over die zwarte periode uit zijn leven is op zich al bewonderenswaardig en getuigt van karakter en optimisme. Daar sta je dan in één klap met lege handen: werkloos én weduwnaar.

Tegelijk, als je met de blik van een financieel adviseur naar zijn situatie probeert te kijken, vallen twéé zaken op. Zo betaalt deze man maandelijks 877 euro aan (netto?) hypotheeklasten, terwijl hij de 60 al is gepasseerd. Zijn situatie zou er heel anders uitzien als hij alles inmiddels al had afgelost of zijn hypotheek zo had georganiseerd dat deze in één klap zou wegvallen bij het overlijden van een van beide partners. Er wordt verder niet op dit onderwerp in gegaan, maar blijkbaar had hij geen overlijdensrisicoverzekering afgesloten op naam van zijn vrouw.

Ernstiger is dat deze man na het aflopen van de maximale WW-duur in financiële problemen dreigt te komen doordat hij volgens eigen zeggen "lastig afscheid kan nemen van zijn oude levensstijl". Dat is een veelgemaakte fout wanneer mensen hun baan verliezen en hun inkomen soms zien halveren. De uitkering bedraagt weliswaar 70% van het laatstverdiende loon (de eerste paar maanden zelfs 75%), maar daarbij wordt een maximum gehanteerd. Wie in loondienst 3500 netto per maand verdiende, krijgt van het UWV maximaal ongeveer 1800 euro netto op zijn rekening bijgeschreven.

In zo'n situatie kun je twee dingen doen: je uitgavenpatroon radicaal omgooien of vanaf dag één je maandelijkse inkomsten aanvullen vanuit je ontslagvergoeding. De meneer uit deze rubriek kiest voor die laatste optie en struint in de weekenden antiekmarkten af waar hij volgens eigen zeggen "te veel geld uitgeeft". Daarmee snijdt hij zichzelf in de vingers, terwijl hij het met wat passen en meten (en het woord plakbandpensioen geeft al aan dat dat altijd zal moeten) makkelijk uit zou moeten kunnen zingen tot zijn pensioendatum.

Zo is het ene pensioengat dus het andere niet, zeker niet als je vervolgens het ene gat met het andere probeert te dichten. Wie van zijn werkgever één bruto jaarsalaris meekrijgt, kan dat bedrag er al in het eerste jaar WW helemaal doorheen jagen, maar je kunt ook proberen om het uit te smeren over meerdere jaren nadat je uitkering is afgelopen zodat je ontslagdatum feitelijk samenvalt met je pensioendatum en je veel eerder van je welverdiende rust kunt gaan genieten