Zoeken

donderdag 21 juli 2016

Nooit te oud om met een thuisvakantie te beginnen

In Hypotheekvrij! schreef ik een heel hoofdstuk over kamperen in je achtertuin en nu is bij mijn uitgeverij een compleet boek verschenen van Jan Dijkgraaf over dat onderwerp. Wat ik toen nog onwennig een "staycation" noemde, heet inmiddels officieel een thuisblijfvakantie of - nog kernachtiger - een thuisvakantie. Zelf gebruiken we dat fenomeen tegenwoordig om ons tijdelijke verblijf in het buitenland nog eens op te rekken met ruim een maand in de eigen omgeving. Want de vakantie kan al beginnen zodra je de achterdeur opendoet.


Onze allereerste échte thuisvakantie was uit nood geboren. Een jaar of vijf geleden kregen we de kans om een stuk weiland achter ons huis te kopen en dat kon alleen door een jaar lang op water en brood te leven. Natuurlijk hadden we het aankoopbedrag kunnen lénen, maar dat was wel het allerlaatste wat ik wilde nu we net zo lekker aan het aflossen waren. Bovendien vond ik het wel grappig om een jaartje superzuinig te doen voor een stuk grond waar we de rest van ons leven gratis op zouden kunnen kamperen. Het was zeker niet de leukste vakantie van ons leven, maar wel de meest leerzame. Je gaat namelijk vanzelf héél anders naar al die vakantiegangers kijken (en naar jezelf) als je een keertje thuisblijft.

De afgelopen jaren gingen we maximaal een week weg in de zomervakantie, eerst vanwege mijn drukke baan later vanwege de mantelzorg voor mijn hoogbejaarde schoonmoeder. Voor de meeste mensen is een zomervakantie van zeven dagen veel te kort, maar zelf had ik niet het gevoel iets tekort te komen of iemand tekort te doen. Nu ik voor mijn gevoel niet echt meer werk heb ik zelfs helemaal geen behoefte meer aan vakantie omdat ik nauwelijks stress heb en mijn accu prima kan opladen in mijn achtertuin. De meeste dingen die Jan Dijkgraaf in zijn boek schrijft kan ik dus alleen maar onderschrijven.


Het boek heeft een ereplaats in mijn boekenkast gekregen en staat inmiddels op de meest logische plek (namelijk tussen de tweede huizen en het aflossen in). Je kunt in het meest extreme geval een vakantiehuis kopen en daar al je vrije dagen doorbrengen, maar je kunt ook je eigen huis aflossen en nooit meer weggaan. Dat laatste geeft - aldus de omslag van Thuisvakantie voor beginners - minder stress, geen gedoe, lagere kosten en meer plezier. Je hoeft in elk geval niks in te pakken, komt nergens in  de file terecht en hebt ook geen vaccins nodig.

Sommige van mijn lezers beschouwen dit boek als leentjebuur spelen, maar dat is natuurlijk onzin. In feite doet Jan Dijkgraaf precies hetzelfde als ik in mijn eigen werk óók doe. In Het nieuwe nietsdoen komt één keer het woordje "omgekeerde werkweek" voor en in dat boek heb ik het alvast één keer over het plakbandpensioen. Zo borduurt mijn volgende boek weer voort op het hoofdstuk "Betaal zelf je eigen basisinkomen" uit Het plakbandpensioen. De enige keer dat ik in mijn carrière echt te maken heb gehad met jatwerk, was toen de film Stille nacht uitkwam zonder dat op de titelrol werd verwezen naar mijn thriller Dubbel bedrog.


In zijn boek laat Jan Dijkgraaf (die op een blauwe maandag nog mijn hoofdredacteur is geweest) juist zien op hoeveel verschillende manieren je een thuisblijfvakantie tot een succes kunt maken. Dat kan door een tent in je tuin te zetten (tip nummer 56), maar dat hoeft niet. Het is een met veel humor geschreven boek dat waarschijnlijk zelfs leuk is om te lezen aan de rand van het zwembad in een all-inclusive resort. Een paar dagen terug las ik nog in de krant dat een gezin 9000 euro had af moeten tikken voor een dergelijke vakantie en daar ben ik nog steeds een tikje beduusd van. Je kunt van een dergelijk bedrag 10 dagen weg, maar je kunt voor hetzelfde geld ook 12 maanden van de looptijd van je hypotheek afsnoepen.

Dijkgraaf is journalist, ZZP'er, schrijver én ook nog eens bijna net zo oud als ik. Afgaande op de foto bij het artikel dat De Telegraaf aan zijn boek heeft gewijd, kan ik constateren dat we minstens nóg iets met elkaar gemeen hebben. Een thuisvakantie is namelijk veel voor de hand liggender en leuker wanneer je in een fraaie omgeving woont en meteen rond je huis al de beschikking hebt over water, bomen en vrij uitzicht. Zelf noemde ik mijn eigen achtertuin al een camping zonder tenten voor ik op het lumineuze (en nogal voor de hand liggende) idee kwam er in de zomermaanden daadwerkelijk eentje neer te zetten. Zo kun je thuis heerlijk op vakantie tot je uiteindelijk ook nog twee weekjes weggaat.