Afgelopen maandag werd ik thuis geïnterviewd door een verslaggever van Radio 1 die vragend zijn wenkbrauwen optrok, toen ik vertelde dat ik in december een splinternieuwe draaitafel had gekocht van 400 euro. Blijkbaar vindt iedereen het doodnormaal dat je 60.000 euro bij elkaar spaart om jezelf vijf jaar lang 1000 euro per maand uit te kunnen keren, maar is het in strijd met de voorschriften als je er een simpele levensstijl op nahoudt en bij wijze van uitzondering eens iets nieuws koopt. Bij aankoop kon ik ook nog niet vermoeden dat hij aan mijn plakbandpensioen een geheel nieuwe draai zou geven.
In het plakbandpensioen maak ik verschillende woordspelingen, al is het maar omdat ik ervoor waarschuw dat het natuurlijk geen klapbandpensioen mag worden. Wie een pensioengat van 15 jaar moet zien te overbruggen, loopt per definitie op een wiebelend koord over een diep pensioengat. Het gaat om passen en meten, maar ook om improviseren en aanpassen en je evenwicht bewaren. Een plakbandpensioen is een hapsnappensioen dat uit allerlei losse onderdelen bestaat en onderweg voortdurend moet worden bijgesteld.
Door al dat knip- en plakwerk zou je bijna vergeten dat het ook nog een nieuw begin is, een frisse start die de kans biedt jezelf opnieuw uit te vinden of te verrassen. Het is nu amper nog voorstelbaar, maar een kwartaal geleden dacht ik serieus dat ik cd's zou blijven kopen tot mijn dood en langspeelplaten zou blijven zien als iets wat ik lang geleden definitief had afgezworen. Ik kende in mijn omgeving wel mensen die nog steeds elpees draaiden of daar weer mee waren begonnen, maar had er geen enkel gevoel bij, of het zou iets meewarigs moeten zijn.
Zo zou je ook een meewarig gevoel kunnen hebben bij het zien van de hoes van deze plaat, die afgelopen dinsdag werd bezorgd door de postbode. Johnny Moped was erbij toen de punkrevolutie in 1976 losbarstte (sterker: hij zat al in bandjes sinds 1974), nu is hij een opa zonder kleinkinderen met een mouwloos jack dat rechtstreeks uit het punkmuseum lijkt te komen. Sneu of niet, met zijn spetterende nieuwe album op gifgroen vinyl maakt hij voor mij de cirkel in de meest letterlijke zin rond. Dit bedoel ik dus als ik in Het plakbandpensioen schrijf ik dat het in mijn geval ook een beetje een punkbandpensioen is.
Ik zeg in interviews vaak dat ik tegenwoordig leef als een student, maar toch ontbrak er nog één belangrijk ingrediënt dat net zo belangrijk is als chilipoeder in de chili con carne. De eerste plaat die ik in 1979 kocht toen ik in Utrecht ging studeren, was Teenage Warning van de Angelic Upstarts. De eerste nieuwe plaat (als in: niet gebruikte, pas verschenen en net opgenomen plaat) die ik kocht na de aankoop van mijn platenspeler is Billingdon Bastards uit 2015 van diezelfde band op knalrood vinyl. Zo komen heden en verleden prachtig bij elkaar en heb ik eens te meer het gevoel dat mijn werkzame leven slechts een onderbreking is geweest van het echte leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten