Zoeken

vrijdag 9 december 2016

Hoe zit dat nou eigenlijk precies met "meningen" en "feiten"

In de media gaat het de laatste tijd steeds vaker over het onoverbrugbare verschil tussen meningen en feiten. Aan de ene kant heb je beleidsmakers die zich baseren op onderzoeken, studies en rapporten, aan de andere kant zijn er steeds meer mensen die zomaar wat roepen, alles wat op Facebook staat klakkeloos geloven of elkaar alleen maar napraten. Natuurlijk is het wat kortzichtig om - bij wijze van voorbeeld - de opwarming van de aarde af te doen als een verzinsel, maar vaak genoeg is het verschil tussen een "feit"en een "mening" helemaal niet zo vastomlijnd. Want waarom is het in onze slaapkamer 8 graden, terwijl de ideale temperatuur volgens onderzoeken tussen de 18 en 21 graden zou liggen?


Voor alle duidelijkheid: ik heb niet veel op met BN'ers die op televisie als deskundige worden opgevoerd en alleen maar hun mening mogen geven omdat ze bekend zijn en niet omdat ze nou zo kundig zijn of zoveel kennis bezitten. Ik vind ook dat je niet weet hoe de wereld in elkaar zit als je alleen op Facebook kijkt en nooit eens een boek leest. Het klinkt misschien elitair, maar ik heb net zo weinig op met de elitaire politicus in de ivoren toren die nog nooit door een achterstandswijk is gefietst, als met iemand die nooit meer een krant leest en toch op alles een antwoord denkt te hebben. Tegen mijn kinderen zeg ik ook altijd dat je "als mens nooit teveel kunt weten" (hoewel dat strikt genomen ook maar een mening is).

Want hoe zit dat nu precies met "feiten" en "meningen"? De vraagstelling suggereert eigenlijk al dat de eerste groep per definitie gelijk heeft en de tweede zomaar wat roept. Het zou fijn zijn, en ook heerlijk eenvoudig en overzichtelijk, als de wereld inderdaad zo zwart/wit in elkaar zat, maar natuurlijk is dat niet zo. Want hoe betrouwbaar zijn wetenschappelijke onderzoeken eigenlijk? Vullen mensen vragenlijsten altijd naar waarheid in? Kun je de werkelijkheid altijd nabootsen in een laboratorium? En is er misschien ook een verschil tussen de cijfers van harde wetenschappen en die uit de psychologie en de sociologie?


Zo ging ik gisteren op zoek naar een antwoord op de vraag wat nu eigenlijk precies de ideale slaapkamertemperatuur is. De avond ervoor was ik lekker diep weggekropen onder de dekens (zonder pyjama) om vervolgens in één ruk door te slapen tot de volgende ochtend en heerlijk opgefrist weer op te staan. Letterlijk zelfs, want het was in onze slaapkamer nét acht graden. Vervolgens stuitte ik op internet op een "onderzoek" waaruit zou blijken dat het voor een goede nachtrust belangrijk is als de temperatuur tussen de 18 en 21 graden schommelt. Je kunt dat dan als een vaststaand feit accepteren (en het thermostaat 's nachts flink omhoog draaien), maar je kunt je ook afvragen of dat onderzoek misschien is gesubsidieerd door een energiemaatschappij.

Mensen die mijn boeken kennen, weten dat het hier overdág niet eens 18 graden in huis is. Daar bestaat dan wel weer wetenschappelijk onderzoek over: dat je je lichaam langzaam kunt laten wennen aan een lagere kamertemperatuur, net zoals je ook kunt wennen aan een veel lager consumptieniveau. Aardige bijkomstigheid: binnen draag ik een overhemd met een fleecevest en als ik naar buiten ga doe ik alleen maar even een shawl om (zelfs als het vriest). Terwijl half Nederland loopt te snotteren en zegt "grieperig" te zijn, ben ik al een hele tijd niet verkouden meer geweest en vind ik het ook nog maar zelden koud.


Op precies dezelfde manier kijk ik naar het beleid van Draghi, die probeert de inflatie aan te wakkeren. Hij zegt dat te doen uit vrees voor deflatie, omdat consumenten in een dergelijke situatie hun aankopen gaan uitstellen in afwachting van nóg lagere prijzen". Zelf ben ik echter van mening (daar heb je dat woord weer) dat dat een fabeltje is. Wie leeft van zijn spaargeld of van een niet geïndexeerd pensioen is juist dolblij met lage inflatie. Het zijn dan ook vooral huishoudens, overheden en landen met hoge schulden die baat hebben bij inflatie, omdat geldontwaarding ervoor zorgt dat al die schulden automatisch minder waard worden. Gaat het hier dan om meningen tegenover feiten, of prik je als burger moeiteloos door een kletsverhaal heen?

Zo kreeg ik tijdens mijn studie politicologie ook steeds van mijn docenten te horen dat alle verschillen tussen mannen en vrouwen terug te voeren zijn op opvoeding (waarop ik prompt mijn broer belde, die toen biologie studeerde, om een lijstje te vragen met aangeboren verschillen). Ik vond dat toen namelijk maar een raar verhaal en dat vind ik, 35 (!) jaar later, nog steeds. Ik kook, ik strijk, ik doe de boodschappen, ik ruim de vaatwasser uit, hang de was op, vind dat vrouwen gelijke rechten hebben, gelijk beloond moeten worden en gelijke kansen moeten krijgen, maar ik denk ook dat die meneer gelijk heeft die een paar dagen geleden in de Volkskrant schreef dat we misschien ook eens zouden moeten erkennen dat er nou eenmaal bepaalde aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen die je niet kunt wegredeneren. Misschien dat de discussie dus niet zou moeten gaan over meningen en feiten, maar meer over wegkijken en wensdenken.