Zoeken

maandag 31 oktober 2016

Die AOW-leeftijd van 68 jaar komt niet als een verrassing

Veel lezers van de Volkskrant zullen zich vanmorgen in hun koffie hebben verslikt, toen ze op de voorpagina lazen dat de pensioengerechtigde leeftijd met nog eens drie maanden wordt verhoogd. Lezers van Het plakbandpensioen hielden daar waarschijnlijk al rekening mee, want in alle rekenvoorbeelden ga ik (1961) uit van een AOW-leeftijd van 68. Voor de aardigheid heb ik zelfs al eens het geboortejaar van mijn jongste zoon ingevoerd, zodat hij bij voorbaat weet dat hij pas recht heeft op een staatspensioen als hij 71,5 jaar is of ouder. 


Geen idee hoeveel ophef dit bericht gaat veroorzaken, maar in zekere zin is het "oud nieuws". Wie de wetgeving rond de verhoging van de AOW-leeftijd aandachtig gevolgd had, wist al dat het niet zou ophouden bij 67 jaar. De pensioengerechtigde leeftijd is vanaf nu namelijk rechtstreeks gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting, dus zolang die op papier blijft stijgen gaat ook de AOW-leeftijd steeds verder omhoog. In mijn geval betekent het dat ik waarschijnlijk pas recht heb op een "basispensioen" (want zo heet het in de krant) als ik 67 jaar ben en 9 maanden. Voor het gemak ga ik bij al mijn berekeningen daarom uit van 68 jaar.

Dat deed ik dus al lang en breed voordat vanmorgen de krant op de mat plofte, met als gevolg dat ik niet schrok van het bericht. In mijn boek verbaas ik me er juist over dat zelfs bezoekers van de Pensioen3daagse niet goed op de hoogte bleken van alle verwikkelingen rondom dit onderwerp. Volgens mij kun je namelijk geen goede planning maken als je niet goed op de hoogte bent van alle plannen van de overheid. Het bericht uit de krant van vandaag zorgt er alleen maar voor dat ik nóg meer geniet van mijn zelfgefinancierde vroegpensioen, want op deze manier duurt mijn VUT bij voorbaat drie maanden langer.


Het echt belangrijke nieuws van de afgelopen week was volgens mij dan ook dat mensen niet goed weten op hoeveel geld ze na hun pensionering netto kunnen rekenen. In de praktijk blijkt dat ze veel meer op hun bankrekening gestort krijgen dan ze gedacht hadden en ook dan ze nodig hebben. Dat is natuurlijk een leuke meevaller, maar het is jammer - en onomkeerbaar - als je pas op dat moment bedenkt dat je best eerder had willen stoppen met werken als je dat rekensommetje wat eerder had gemaakt. Om die reden zeg ik altijd dat je nooit te jong bent om met pensioen te gaan.

Toevallig werd ik , terwijl ik dit blog aan het schrijven was, gebeld door het programma Een Vandaag met de vraag hoe het mogelijk is dat ik dertien jaar eerder ben gestopt terwijl de pensioengerechtigde leeftijd met nog eens drie maanden omhoog gaat. Als het goed is staat er over drie kwartier een verslaggever voor de deur en mag ik voor de camera nog eens uitleggen dat ik werk zie "als het verkopen van je vrije tijd in ruil voor geld" (en als je de vijftig bent gepasseerd ook nog eens als het verkopen van je gezondheid).


Heel vaak krijg ik te horen dat werken toch ook "leuk" is. Ja natuurlijk is het leuk en zinvol en bevredigend en misschien zelfs wel essentieel voor je geestelijke evenwicht en je geluk, zeker als je columns en boeken schrijft. Dat is allemaal waar. Maar als werken alleen maar leuk was en ook door iedereen zo werd ervaren, zou het bericht in de Volkskrant met gejuich zijn begroet in plaats van met luid gezucht en gepiep. Zelf begin ik het juist steeds leuker te vinden om niet te werken en geniet ik steeds meer van het leven. Vergeet ook niet dat ik al vier jaar niet meer in loondienst ben, dus op papier zou ik nu alweer 72 zijn als ik pas op mijn 68ste echt was gestopt met werken.

Of je eerder kunt stoppen met werken, hangt van heel veel factoren af. Belangrijk is dat je bereid bent je dromen en wensen bij te stellen (ik ga nooit meer ver op reis, maar maak wel elke vrijdag een soort wereldreis op mijn fiets) en kritisch te kijken naar je uitgaven. Wij leven tegenwoordig van de helft van ons oude gezinsinkomen en dat betekent dus automatisch ook dat je vanaf dat moment nog maar de helft van de tijd hoeft te werken. Wie minder uitgeeft kan vaak per direct met deeltijdpensioen en wie ZZP'er is hoeft daarvoor zelfs niet eens een moeilijk gesprek te voeren met zijn werkgever.