Zoeken

dinsdag 29 november 2016

Als je constant loopt te rennen gaat je leven lekker snel voorbij

Binnenkort geef ik een lezing voor een gezelschap van medisch specialisten, notarissen, accountants, rechters, advocaten en uitgevers. Op verzoek zal ik het wankele evenwicht belichten dat loopt tussen het najagen van je ambities en - aan de andere kant - rustig nadenken en relaxed achterover leunen. Tijdens mijn verhaal zal ik zeker even verwijzen naar onderstaande artikelen die los van elkaar verschenen in verschillende kranten maar die allemaal in één richting wijzen. Wie constant loopt te rennen en voortdurend aan het multitasken is, loopt eigenlijk met zijn (of, vaker nog: haar) hoofd in de mist en mist van alles.


Bovenstaand citaat is afkomstig uit een interview met Chantal Janzen uit het Volkskrant Magazine van een paar weken terug. Ik las de woorden met een schok van herkenning, want in mijn eigen geheugen zitten ook van dat soort gaten. Soms lees ik een interview terug dat ik met iemand heb gedaan voor een tijdschrift, terwijl ik me daar helemaal niets meer van kan herinneren. Ik weet niet dat ik die persoon heb gesproken, weet niet meer waar het plaats heeft gevonden en ben net zo verrast over de vragen en antwoorden als een willekeurige lezer. Het is net alsof je recente foto's van jezelf ziet op een tropisch eiland, terwijl je zou zweren dat je al twintig jaar niet meer in een vliegtuig bent gestapt.

Natuurlijk kun je als mens niet alles onthouden en daarom is je brein voortdurend aan het schiften. Je éérste interview blijft je waarschijnlijk ook beter bij dan het duizendste, net zoals de eerste schrijver die je in het echt ontmoet meer indruk maakt dan de zoveelste bekende auteur die een paar dagen in het Ambassade hotel in Amsterdam logeert om daar de hele dag journalisten te woord te staan. Toch heeft mijn vergeetachtigheid volgens mij alles te maken met de hoge werkdruk, want in het begin van mijn loopbaan schreef ik twee artikelen per week terwijl dat aan het einde was opgelopen tot twee per dag. Het is zelfs wel eens gebeurd dat ik op één dag twee schrijvers achter elkaar heb gesproken en al moeite had om hun boeken uit elkaar te houden.


Het interview met Chantal Janzen kwam op de grote stapel terecht, zonder dat ik wist wat ik er verder mee zou doen en of het ooit van pas zou komen. Toch moest ik er meteen aan denken toen ik afgelopen zaterdag in het Algemeen Dagblad het verhaal las van een fulltime werkende vrouw die het roer radicaal had omgegooid en fulltime huisvrouw en moeder was geworden. In het interview maakt ze dezelfde, soms afschrikwekkende"rekensommetjes" als ik in mijn boeken doe. Zo stelt ze vast dat ze haar kinderen netto (dus na aftrek van werktijd en reistijd) maar twee uur per dag zag toen ze nog hard aan het werk was.

Het fulltime moederschap levert haar veel op: ze is minder gehaast (en daardoor minder moe en minder snel geïrriteerd) en heeft opeens veel meer oog voor haar omgeving. Wie de hele dag werkt, met oogkleppen op naar de volgende afspraak jakkert en de hele tijd naar het scherm van zijn smartphone staart, ontgaat van alles. Het is ronduit schokkend als ze constateert dat ze nu pas weer, voor het eerst in jaren, bewust opmerkt dat de bomen in de lente uitlopen. Je moet dus soms letterlijk stilstaan om bij de belangrijke dingen in het leven stil te staan. Wie in de hoogste versnelling door jakkert, lijkt nog het meest op de treinreiziger die het landschap waarneemt als een groene waas.


Dezelfde dag stond in de bijlage Vrouw van De Telegraaf dit citaat, dat zo naadloos aansluit op het voorgaande dat het alweer bijna voorspelbaar wordt. Als deelnemer aan het tv-programma Mijn tent is top probeerde deze 40-jarige vrouw samen met haar man uit alle macht een restaurant draaiende te houden. Het leidde niet alleen tot een faillissement, maar ook tot het besef dat ze zichzelf in die periode voorbij is gerend. Ze leefde volgens eigen zeggen "in een roes", was 24 uur per dag aan het werk of met haar werk bezig en kon niet genieten. In die periode is haar leven niet alleen voorbij gegaan, maar ook geheel aan haar voorbijgegaan.

Dat zal ik mijn gehoor over een week dus voorhouden: dat je kunt besluiten om hard te werken vanuit een soort roeping, om iets bij te dragen aan de maatschappij, om zin en structuur te geven aan het leven, om te woekeren met je talenten, om je gezin te onderhouden of omdat je het beschouwt als een morele plicht. Tegelijk zul je ervoor moeten waken dat je 'niet in volle vaart naar je eindbestemming reist (lees: racet) in een geblindeerde treincoupé en bij de laatste halte uitstapt op een leeg perron in een totaal onbekend landschap.