Zoeken

woensdag 2 november 2016

Ah, dus dáárom heb ik een blanco bucketlist

In Het nieuwe nietsdoen uit 2014 (waarvan begin volgend jaar een voordeeleditie verschijnt), schreef ik dat "tijd" de nieuwe luxe is. Het gaat niet om meer spullen, maar om meer gaten in je agenda. Iedereen heeft het druk en rent amechtig van de ene afspraak naar de andere zodat je leven wordt gedicteerd door deadlines en to do-lijstjes en je dus eigenlijk niet eens echt leeft. Vandaar dat ik een boek later concludeerde dat échte luxe bestaat uit een leeg verlanglijstje, een lege agenda en een blanco bucketlist. Groot was dan ook mijn verrassing toen Thomas van Luyn afgelopen zaterdag in zijn column in het Volkskrant Magazine precies hetzelfde constateerde.


In zijn column (die ik elke week lees en die altijd leuk is) schrijft de 48-jarige Van Luyn dat hij er niet over droomt om ooit nog eens de Mont Ventoux op te fietsen of de Himalaya te beklimmen, maar dat hij verlangt naar een kalm en overzichtelijk bestaan waarin niet alleen plaats is voor voldoende rustmomenten en bezinning maar ook voor familie en vrienden. Zijn grootste wens is om, al is het maar één jaar lang, regelmatig te leven. Hij wil op tijd naar bed, op vaste tijden eten, zijn dag opdelen in overzichtelijke werkblokjes, paar keer per week hardlopen en 's avonds in bed lekker nog even een paar bladzijden lezen. Verder wil hij elke vrijdag echt vrij zijn, hoewel hij zich niet op die dag wil vastpinnen als het toevallig op maandag mooi weer is. Eigenlijk zegt hij dus dat hij het liefst met mij zou willen ruilen.

Niet zo lang geleden had ik het rare gevoel dat Annemarie van Gaal in de aantekeningen van mijn  nieuwe boek over het "basisinkomen" had zitten neuzen, maar nu leek het wel of Thomas van Luyn mijn agenda achterover had gedrukt om zich te verlekkeren aan al die lege pagina's zonder afspraken, vergaderingen en deadlines. Ik moet weliswaar elke donderdag een nieuwe column aanleveren voor het RD, maar dat is meer een richtpunt dan een vervelende verplichting of een stressfactor. Nadat ik die heb gemaild naar de redactie (meestal op donderdag 12.00 uur) ben ik ook echt vrij en begint mijn vrije weekend eigenlijk al.


Ik doe niet alleen elke week precies hetzelfde, ik doe ook precies waar Van Luyn naar snakt. Ik ga om elf uur slapen en wordt meestal om 7 uur uit mezelf uitgerust wakker. Daarna drink ik drie koppen koffie, terwijl ik in bed (of buiten als de zon schijnt) twee kranten lees. Daarna kijk ik iets terug wat ik van televisie heb opgenomen, waarna ik achter mijn laptop ga zitten om aan een blog te werken of een column. Vervolgens lunch ik, werk ik nog wat aan mijn boek, doe ik boodschappen op de fiets, kook ik of kijk ik nog wat tv (zo zag ik gisteren bijvoorbeeld pas die fantastische documentaire van Michael Moore over Clinton vs Trump). Na het eten lees ik nog wat met de kat op schoot, luister naar muziek, klets met mijn vrouw en ga naar bed.

Voor wie dat saai vindt: het levert geen stress op, geen haast, geen gejaagd gevoel, geen ergernis, geen hoofdpijn, geen hartkloppingen, geen getwijfel, geen burn-out, geen depressie en geen schuldgevoel. Bovendien doe ik tussendoor genoeg leuke dingen die de moeite waard zijn en voor voldoende afwisseling zorgen. Op vrijdag ga ik sinds kort de hele dag fietsen (hoewel ik dat deze week waarschijnlijk naar donderdag verplaats omdat ik vrijdagavond naar een concert ga van de Toy Dolls) en verder gaan we regelmatig bij familie en vrienden langs, naar het theater of naar de bioscoop. Zo kijk ik bijvoorbeeld érg uit naar de voorstelling van Theo Nijland in de schouwburg van Gouda in december.


Het zou natuurlijk kunnen dat Van Luyn mijn boek De omgekeerde werkweek heeft gelezen (want tussen al die tienduizenden lezers zullen ook best een paar BN'ers zitten), maar veel waarschijnlijker is het dat hij muurvast zit in diezelfde ratrace (lees: rattenval) waar ik voor mijn gevoel nog maar net, en ook maar net op tijd, uit ontsnapt ben. Mijn verhaal laat zien dat het kan en ook dat het net zo weldadig is als Van Luyn zich voorstelt.

Mooier dan zijn vaststelling dat een dergelijke weekindeling zijn leven "zou veranderen en verrijken" kan ik het eigenlijk niet zeggen. Ik ben wat Marianne Zwagerman in haar boek Kluitjesvolk een "miljonair in tijd" noemt (al zijn dat niet haar eigen woorden, maar citeert ze een geluksvogel op een zeewaardig zeiljacht). Je kunt in het leven niet alles hebben en dat geeft ook helemaal niet, zolang je maar alle tijd heb.

Of, zoals het in De omgekeerde werkweek staat: "De omgekeerde werkweek schetst de overgang van een jachtige 24 uursmaatschappij naar een werkweek van maximaal 24 uur, al dan niet aangevuld met een basisinkomen voor iedereen en een blanco bucketlist als hoogst bereikbare ideaal. Het is een
boek vol gewetensvragen en vragen waar niemand nog het antwoord op heeft. Want het draait allang niet meer om het aloude cliché of je werkt om te leven of leeft om te werken, maar om devraag of je leeft of wordt geleefd."