Zoeken

maandag 10 oktober 2016

Langs de snelweg naar stressland loopt een fietspad

Tijdens lezingen vertel ik altijd dat ik in het najaar van 2008 niet alleen begonnen ben met versneld aflossen, maar zonder het te beseffen ook een totaal andere afslag heb genomen. Afgelopen vrijdag heb ik dat in de meest letterlijke zin gedaan door op de fiets heel even langs een drukke snelweg te rijden en vervolgens honderd kilometer over verlaten fietspaadjes te tuffen. Pas dan besef je dat je niet alleen op elk moment in je leven kunt kiezen voor een ander bestaan, maar ook dat beide werelden nauwelijks verenigbaar zijn en elkaar alleen even raken als je toevallig dezelfde rivier moet oversteken.


In zijn boek Ontspullen doet James Wallman erg zijn best om te benadrukken dat minimalisten - mensen die weinig spullen kopen en hun geld liever uitgeven aan ervaringen - niet met hun rug naar de maatschappij staan. Het zijn een soort eigentijdse hippies, maar bepaald geen drop-outs omdat ze volop in het leven staan en meedraaien in de maatschappij. Boodschap: je hoeft geen kluizenaar te zijn om "experiëntalist" te zijn en ook niet erg af te wijken van de norm om andere keuzes te maken en te stoppen met shoppen.

Ik snap waarom Wallman dat zegt, want hij wil lezers niet van zich vervreemden en de drempel zo laag mogelijk houden. Tegelijk denk ik dat je, als je heel andere keuzes maakt, op een gegeven moment vanzelf een beetje náást de samenleving komt te staan, ergens in de marge van de consumptiemaatschappij en in zekere zin zelfs in een parallelle wereld. Dat bedacht ik allemaal toen ik afgelopen vrijdag op de fiets richting het zuiden reed en op de Moerdijkbrug heel even op een paar meter afstand van het voortrazende verkeer reed.


Even later (en dan praat ik echt over een paar minuten) reed ik langs de rivier die ik net over was gestoken op een doodstil weggetje dat vervolgens overging in verlaten fietspaden die door een schilderachtig landschap kronkelden. Op de snelweg was het druk, lawaaierig en hectisch, terwijl ik met 15 kilometer per uur door het landschap toerde, af en toe stopte om van het uitzicht te genieten of een foto te maken. Want opnieuw kwam ik op allerlei plekken waar ik nooit eerder was geweest, zodat ik niet alleen genoot van de rust en de stilte maar ook van al die verrassende doorkijkjes en vergezichten.


Van een doordacht of uitgewerkt plan was geen sprake. Ik reed richting het zuiden met het vage voornemen om in Breda te gaan kijken naar de fotoserie Scrublands van Antoine Bruy die daar tot eind van de maand te zien is, maar ik wilde tegelijk testen hoeveel kilometer ik op een dag met een gewone fiets zonder versnellingen kan afleggen. In de fietstas aan mijn bagagedrager zaten vier boterhammen met pindakaas, twee flesjes water en een kaart met fietsknooppunten die ik onderweg tientallen keren zou raadplegen.


Breda zou ik nooit bereiken (om de simpele reden dat ik er met een brede boog onderlangs ben gereden), maar het was een verpletterende ervaring. Onderweg zag ik uitgestrekte polders, bossen, heidevelden, meertjes, dorpjes, beekjes en rivieren. Ik reed in zekere zin door héél Nederland, maar dan in het klein en allemaal op fietsafstand van mijn voordeur. Terwijl het verkeer op de A16 ergens in de verte onmerkbaar doordenderde, stond ik stil op een heideveld en at ik een pistoletje dat ik bij een benzinestation had gekocht.

 
Want dat gebeurt er als je pas onderweg bedenkt dat je voortaan - in plaats van elke droge dag een stuk te gaan fietsen - elke vrijdag een monstertocht wil gaan maken van meer dan 100 kilometer: je neemt te weinig eten mee. Als je 133 kilometer wegtrapt op een gewone fiets, verbruik je veel meer calorieën dan thuis achter de computer en blijken vier boterhammen veel te weinig. Niet alleen kocht ik een pistoletje met tonijnsalade, ik haalde bij een bakker ook nog een zak met krentenbollen die ik allemaal op had voordat ik de voordeursleutel weer in het slot stak. Zo zou ik volgende keer ook niet vertrekken zonder een thermoskan thee en fietslampjes voor het geval ik pas na donker weer thuis ben.


Hoe vaak ik dit ga doen en hoe lang ik dit ga volhouden, weet ik nog niet. Wel weet ik dat het een onvergetelijke dag was die absoluut voor herhaling vatbaar is en die zijn schaduw vooruit werpt. Op de terugweg bleek er zelfs een flinke file voor de Moerdijkbrug te staan die het contrast nog vergrootte. Je kunt je vrijdag dus op totaal verschillende manieren doorbrengen: ontspannen en in totale vrijheid, maar ook tandenknarsend en opgejaagd. Evenwijdig aan de snelweg naar stressland loopt niet alleen een fietspad, maar ligt ook een parallelle wereld verscholen vol bomen, bankjes en beekjes.