Zoeken

woensdag 7 september 2016

Soms is hard werken juist de beste remedie

Toen ik maandag schreef dat mensen vaak hard werken om niet na te hoeven denken over hun eigen sterfelijkheid (of over zichzelf), kreeg ik als kritiek dat ik werk iets te vaak omschrijf als louter een "noodzakelijk kwaad". Vandaar dat ik deze zonnige woensdag maar eens de andere kant van de zaak belicht, want wie vandaag aandachtig de Volkskrant heeft gelezen weet dat hard werken soms de allerbeste remedie is en in veel gevallen zelfs een "wonderlijk medicijn". Dat klinkt misschien raar uit mijn mond, maar dat is het niet.


Als ik me eens niet zo goed voel of wat somber gestemd ben (en dat gebeurt niet vaak maar komt heus wel eens voor), sluit ik mezelf op in mijn werkkamer en ga daar uren achter elkaar zitten tikken. Aan het einde van de dag ben ik dan helemaal opgeknapt, niet alleen omdat ik tijdens het schrijven alleen maar gedacht heb aan het onderwerp waar ik mee bezig ben, maar ook omdat ik iets heb gepresteerd en altijd wel een paar zinnen heb opgeschreven die mooi genoeg zijn om in te lijsten of zinnig genoeg om op een tegeltje af te drukken.

Als ik schrijf over het nieuwe nietsdoen of een betere balans tussen werk en privé, bedoel ik dus ook niet dat je alleen maar een hangmat tussen twee knotwilgen hoeft vast te knopen om je de rest van je leven happy te voelen. Mijn kinderen leg ik altijd uit dat je, om gelukkig te worden in  het leven, twee dingen goed moet onthouden: je moet zoveel mogelijk dingen doen die je een goed gevoel geven (koffie drinken, lezen, muziek luisteren, lekker eten, lezen, seks) én je moet dingen doen die je een goed gevoel geven over jezelf (creatief bezig zijn, mantelzorg verlenen, een luisterend oor bieden, een kozijn schilderen).


Werk is in dat verband een tweezijdig zwaard. Je kunt keihard werken tot je pensioendatum zonder ergens bij stil te staan en dan opeens tot de schokkende conclusie komen dat je oud bent. Dat is een klassieke valkuil die meestal tot grote spijt leidt en een aaneenschakeling van gemiste kansen. Maar... je kunt ook - zoals Joke Bruijs vandaag in De Volkskrant vertelt - dapper door blijven werken, terwijl je ondertussen een zware chemokuur ondergaat. Overdag lag ze aan de slangen in een ziekenhuisbed, 's avonds stond ze op de planken. Dat bleek in haar geval de beste remedie om gepieker te voorkomen en dus liet ze ook geen dag verstek gaan toen haar moeder overleed.

Werk kan je zo opslokken 'dat je je eigen sores vergeet en collega's kunnen je door een moeilijke periode heen slepen, al is het maar door gewoon te blijven doen en begrip te tonen. Nietsdoen werkt dan ook het beste als je helemaal gezond bent, tevreden bent met je leven en vrede hebt met de weg die je bent ingeslagen. Zo is in mijn geval een paar uur schrijven per dag genoeg om een voldaan gevoel te hebben en de rest van de tijd te besteden aan andere zaken (zoals een kozijn verven, wat ik vandaag als eerste heb gedaan omdat het erg warm beloofde te worden).


Als ik vandaag dus op een andere plek in dezelfde krant lees dat werk een "wonderlijk medicijn" is, begin ik niet te steigeren, maar knik ik instemmend en onderstreep ik dat. Werk helpt beter tegen gepieker dan thuisblijven, net zoals je er bij een milde depressie soms beter aan doet om buiten hard te gaan lopen in plaats van de hele dag op bed te blijven liggen. Die constatering staat ook geheel los van de vraag of je stratenmakers wel tot hun zeventigste moet door laten werken of de vaststelling dat je op je 55ste misschien al wel lang genoeg en hard genoeg heb gewerkt.

Belangrijk is in dit verband wel om de definitie van "werk" zo ver mogelijk op te rekken en niet te beperken tot een fulltime kantoorbaan van 9 tot 5 met aanwezigheidsplicht. Ik ben altijd blij met weer een mooie column, maar dat staat in geen verhouding tot de trots die ik gisteren voelde toen ik voor het eerst van mijn leven zelf een recept op internet had uitgezocht en het gerecht vervolgens klaar heb gemaakt zonder dat mijn vrouw alle ingrediënten van tevoren klaar had gezet. Toen het vervolgens ook nog zo lekker bleek te smaken dat de pan letterlijk leeg werd gelikt, kon mijn humeur niet meer stuk. Zo kun je als mens blij worden van je eigen pennevruchten, maar ook van zoiets simpels als penne met tonijn, tomaat en ansjovis.