Zoeken

vrijdag 17 maart 2023

Natuurlijk moet je niet beginnen met Miles Davis

De kop boven dit stuk is een beetje een instinker, want diezelfde Miles Davis tekent voor het jazz-abum dat bijna iedereen kent, zelfs als je niet van jazz denkt te houden. Het is bijna een cliché om Kind of Blue uit 1959 aan je collectie toe te voegen, maar tegelijk was dat een van de eerste echte jazzalbums die ik in mijn kast had staan. Omgekeerd was ik er afgelopen maandag pas aan toe om Bitches Brew eindelijk eens op te zetten, volgens een van mijn volgers 'experimentele jazz waarvan haar haar spontaan ging krullen'. 

De grap is dat ik dat bewuste album uit 1969 al een tijdje in mijn kast had staan. Sterker nog: ik was speciaal op zoek gegaan naar de The Complete Bitches Brew uit 1998, een alleen nog tweedehands leverbare 4 cd-box met daarop alle sessies uit die periode. Uiteindelijk vond ik een bijna nieuw exemplaar dat ik onbeluisterd in de kast zette nadat de postbode het had afgeleverd. Dat gebeurt wel vaker, maar deze kreeg het een mooi plaatsje in de boekenkast, niet ver van de autobiografie van Miles Davis die ik eveneens tweedehands had gekocht.

Het lijkt misschien raar om iets te kopen en vervolgens ongezien op te bergen, maar niet zelden valt mijn oog op iets waarvan ik vermoed dat ik het op een later moment wel weet te waarderen en op waarde weet te schatten. Dat kan soms jaren duren en het exacte moment valt onmogelijk te voorspellen, maar meestal blijk ik het achteraf juist te hebben ingeschat. In die zin kun je best stellen dat ik muziek aan het hamsteren ben, in dit specifieke geval zelfs exact twee jaar nadat de coronapandemie begon.

Dat weet ik nog zo precies, omdat mijn vrouw en ik een concert bezochten van de Franse trompettist Érik Truffaz op de dag dat alle theaters eindelijk weer open mochten. In de foyer ontmoetten wij een goede kennis die al veel langer naar jazz luistert en daardoor als een echte kenner mag worden beschouwd. Hij beschreef op een aanstekelijke manier het overdonderde effect dat het album Ascension van John Coltrane destijds op hem had gehad en merkte tegelijk op dat Truffaz wel erg nadrukkelijk schatplichtig is aan Miles Davis ten tijde van Bitches Brew.

Als puber reageerde ik altijd wat bokkig als mensen beweerden dat punkrock ijverig leentjebuur had gespeeld bij glamrock, pubrock, sixties-pop en nog wat, maar inmiddels weet ik dat je lievelingsmuziek doorgaans niet zomaar uit de lucht komt vallen en altijd wel ergens afstamt van een of andere vertakking van de stamboom. En dus nam ik me voor om Bitches Brew uit 1969 eens naast de muziek te leggen die Nils Petter Molvaer en Érik Truffaz veel later later hadden opgenomen. 

Dat moest echter nog even wachten, want ik ontdekte al snel dat Truffaz en Molvaer veel meer hadden uitgebracht in de tijd dat ik nauwelijks interesse toonde voor hun muziek. Inmiddels ben ik aardig bij, al kun je onmogelijk alle albums in huis hebben waarop ze soms maar één nummer hebben meegeblazen. Het grappige is dat ik al doende soms ook weer van het een op het ander kwam, want door Nordub van Molvaer had ik vorig jaar zomer bijna alleen maar reggae en dub meegenomen op zomervakantie. 

Telkens kwam ik echter weer terug bij jazz. En zo gebeurde het dat ik afgelopen maandag met die bewuste box van Miles Davis op schoot zat en ondertussen in zijn autobiografie las hoe Bitches Brew tot stand is gekomen. Met dat album wist Miles Davis de tijdgeest te vatten op een moment dat de 'cool jazz' een beetje aan glans verloor. Je kunt ook zeggen dat hij zich op tijd wist te vernieuwen en met deze onverwachte bestseller mede aan de basis stond van wat later jazzrock zou gaan heten.

Op Bitches Brew staan lange nummers die tot stand zijn gekomen door min of meer spontane jamsessies die hij later met knip-en-plakwerk tot composities heeft weten te smeden. Zo gebruikte hij al loops lang voordat de computer zijn intrede deed, met als gevolg dat je geen tel het gevoel hebt naar iets te luisteren wat ten tijde van het Woodstockfestival is opgenomen. Het is bepaald geen muziek die je opzet als je bezoek hebt en ook geen album dat je iemand zou laten horen als eerste kennismaking met jazz, maar het klinkt allemaal allesbehalve gedateerd.

Uiteraard heeft dat met mijn startpunt te maken, maar met name tussen de wat kortere bonustracks staat materiaal waarvan ik blindelings zou hebben geloofd dat het om outtakes gaat van Nils Petter Molvaer. De muziek van deze Noorse trompettist klinkt door zijn Scandinavische achtergrond vaak wat killer en ijziger, maar tegelijk ligt het rechtstreeks in het verlengde van wat Miles Davis daar in de studio produceerde. Zo weet iedere muzikant steeds weer zijn eigen draai te geven aan wat uiteindelijk één grote centrifuge is van stijlen en invloeden en zo ben je als luisteraar nooit klaar met leren en ontdekken.

                                                                                                          (wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten