Zoeken

donderdag 26 januari 2017

Na de ramp spelen ras en geslacht geen enkele rol meer

In mijn volgende boek schrijf ik dat ik steeds vaker over mezelf spreek als journalist in de voltooid verleden tijd. Zo kan het gebeuren dat ik op een potentieel onderwerp stuit, maar absoluut geen zin heb het verder uit te diepen of er mensen voor te gaan interviewen. Soms duikt het dan alsnog op in een van mijn boeken, al is het maar als voetnoot of als voorbeeld. Maar soms is het te interessant om het helemaal te laten liggen. Zo bedacht ik pas tijdens het kijken naar het vijfde seizoen van The Walking Dead op dvd dat de overlevenden van de zombieramp geen enkel onderscheid meer maken tussen ras en geslacht. Je kunt ook zeggen dat ze het te druk hebben met overleven om zich over dat soort zaken nog druk te maken.


Let wel, ik heb niet de pretentie dat ik hier iets schokkends constateer of iets verrassends. Als ik inderdaad research zou gaan doen, dan is de kans groot dat ik op een artikel stuit waarin precies hetzelfde wordt vastgesteld (of juist precies het tegenovergestelde). In Het nieuwe nietsdoen noem ik deze serie al eens door te verwijzen naar het fragment waarin hoofdrolspeler Rick tegen andere overlevenden zegt dat er niks meer over is: "no phones, no internet". Blijkbaar verlangen we zó naar een wereld waarin we niet hoorndol worden van mailtjes, whatsappjes, verplichtingen, nieuwsberichten, feiten en meningen, dat we er zelfs een zombieplaag voor over hebben om er voorgoed van verlost te worden.

Wil je écht back to basics, dan kan dat het beste rond een kampvuur op een plek waar altijd iemand op wacht moet staan. Het leven in The Walking Dead is een strijd om te overleven en dat verklaart mede waarom er zoveel leven in het genre zit en de teller nu al op zeven seizoenen staat (plus een spin-off in de vorm van Fear The Walking Dead). Basisbehoeften bestaan hier vooral uit ingeblikt voedsel, wapens met voldoende munitie en auto's waar nog een druppel brandstof in zit en een accu die nog niet helemaal leeg is. Een dak boven je hoofd op een vaste plek is al een enorme luxe, want je bent nergens veilig en kunt niemand vertrouwen.


Hoewel die dreiging constant aanwezig is en ook volkomen geloofwaardig, draait het in deze serie in de eerste plaats om de dynamiek tussen de overlevenden. Daarbij gaat het om de machtsverhoudingen binnen de groep, maar ook om ontmoetingen met vreemdelingen die soms vredelievend zijn en vriendschappelijk, maar het net zo vaak op je voedselvoorraad hebben voorzien of letterlijk op je vléés. Na de ramp heerst anarchie en zie je pas echt wat er gebeurt als je het idee achter het televisieprogramma Utopia loslaat in een vijandige, volledig losgeslagen wereld zonder regels, zonder wetten, zonder structuur of infrastructuur en zonder ordehandhavers.

Het fascinerende is dat de grens tussen goed en kwaad flinterdun wordt (al is het alleen maar omdat je soms wordt gedwongen om iets slechts te doen met een goede reden) en iedereen gedwongen wordt te doden om zelf te overleven. Strikt genomen kun je "ondoden" natuurlijk niet doden, maar het vaak brute geweld laat zien dat we na de ramp zijn veranderd in een primitieve maatschappij waarin het recht van de sterkste geldt. Daarbij blijken ras en geslacht geen enkele rol meer te spelen, want iedereen is van even groot belang en iedereen is in principe een strijder of een schildwacht. Wie bang is of hulpeloos, heeft inmiddels al het loodje gelegd.


De makers zullen zich daar bij het casten natuurlijk van bewust zijn geweest, maar het slimme is juist dat het er helemaal niet dik bovenop ligt en zo volmaakt vanzelfsprekend is dat het niet eens hoeft te worden benoemd. Andere mensen zal het niet eens zijn opgevallen (of misschien juist al veel eerder), maar bij mij viel het kwartje zomaar opeens. Vanaf dat moment zat ik niet alleen maar te kijken naar een bloedstollend spannende serie, maar ook naar een gelijkgeschakelde wereld waarin genderneutrale toiletten overbodig zijn geworden en Sylvana Simons alleen nog meetelt als ze een beetje handig is met een machete.

Welke conclusies je hieraan moet verbinden, durf ik niet te zeggen. Wel kan ik je vertellen dat ik als witte vijftiger (aka boze blanke man van middelbare leeftijd) deze gang van zaken volledig accepteerde zonder als kijker ook maar een moment te letten op huidskleur of geslacht. Pas toen het me opviel zette ik een andere bril op, maar tot dat moment had ik er geen tel bij stil gestaan dat er in deze post-apocalyptische wereld geen plaats meer is voor seksisme of racisme. In plaats daarvan vond ik deze nieuwe orde volmaakt vanzelfsprekend en volstrekt natuurlijk. Misschien moet dus eerst de wereld waarin we leven grondig veranderen voordat we zelf echt wezenlijk veranderen.