Zoeken

maandag 13 februari 2023

Ook bij achterstelling draait alles uiteindelijk om psychologie

Trouwe lezers van mijn boeken weten dat ik vaak op de proppen kom met de uitdrukking dat 'alles psychologie is'. Die zinsnede gebruik ik niet als dooddoener, maar om aan te geven dat ik als romanschrijver altijd oog houd voor wat ongezegd blijft of slechts tussen de regels door te lezen valt. Des te frustrerender is het dat in het dagelijks leven, en in het politieke debat, slechts zelden aandacht is voor dat soort onderliggende motieven en onbewuste frustraties.


Wanneer mensen tot een besluit komen of stelling nemen in een debat, is er steevast sprake van een optelsom van factoren, argumenten en redenen. Zo is er maar zelden één motief om iets te doen, maar een hele reeks. Doorgaans noemen mensen er één of twee hardop - vaak drijfveren die het in het openbaar goed doen - terwijl ze andere bewust voor zich houden en er op de achtergrond ook nog zaken meespelen waar ze zich helemaal niet bewust van zijn.

Wat ik daar concreet mee bedoel, kan ik het best illustreren aan de hand van een passage uit een interview met schrijver Bret Easton Ellis uit De Volkskrant van afgelopen zaterdag.. Voor de jonge generatie betekent zijn naam niets meer, maar hij was het die in de vorige eeuw treffend en genadeloos de holle hedonistische yuppencultuur aan de kaak stelde. Ik moet eerlijk zeggen dat ik nooit iets van hem heb gelezen, maar de film American Psycho is een klassieker.

Wat ik pas later ontdekte, niet afgelopen zaterdag pas toen dit interview in de krant stond, maar wel pas in deze eeuw, is dat Bret Easton Ellis homoseksueel is. Dat doet er verder ook niets toe, behalve dat het iets heeft bijgedragen aan zijn ontwikkeling en identiteit en vormend is geweest voor zijn karakter en zijn schrijverschap. Bovenstaand citaat was voor mij aanleiding om op te merken dat je deze persoonlijke frustratie nog met geen honderdduizend regenboogvlaggen kunt doen verdwijnen. In die zin is niet alles psychologie, maar deels ook onoplosbaar en onvermijdelijk.

Stel je als heteroman maar eens voor dat er in je hele schoolklas slechts één meisje is dat op mannen valt. Hoe toevallig zou het dan wel niet zijn dat uitgerekend zij precies jouw type is (en omgekeerd)? Op dezelfde manier zou ik niet elke avond met mijn vrouw naar de Netflix-serie Outlander kijken - net zoals we eerder met Bridgerton deden - als de hoofdpersonen van hetzelfde geslacht waren. Dat laat zien dat het bij dit onderwerp niet alleen gaat om acceptatie en emancipatie, maar net zo goed om eenzaamheid, vervreemding en frustratie. 


Dat dit onderwerp, in de meest brede zin, mijn aandacht heeft, komt doordat ik in mijn nieuwe boek schrijf over het feit dat je als vrouwelijke sporter nooit helemaal loskomt van het besef dat je wel de snelste kunt zijn van alle vrouwen, maar nooit de snelste zult zijn ter wereld. In het kielzog daarvan betoog ik dat de achterstelling die vrouwen ervaren, niet altijd te maken hoeft te hebben met het patriarchaat of met seksisme maar net zo goed met het feit dat je al van jongs af aan het gevoel hebt voor spek en bonen mee te doen (zeker bij sport) en net niet helemaal voor vol te worden aangezien.

Dat het niet vaak zo wordt benoemd wil - net als het voorbeeld dat Bret Easton Ellis geeft - niet zeggen dat het automatisch ook onzin is of lariekoek, hooguit dat mensen er niet meteen aan denken of wellicht mee in hun maag zitten. Ook dit heeft namelijk iets inherent onoplosbaars in zich, net zoals het verschil in spierkracht en testosteron tussen man en vrouw op tal van andere terreinen doorwerkt. Wat ik schrijf is soms een mogelijke verklaring, soms niet meer dan een eerste verkenning, maar het is altijd iets wat geboren is uit oprechte nieuwsgierigheid en een eeuwige zoektocht naar de waarheid die bijna altijd weer uitkomt bij de slotsom dat alles uiteindelijk inderdaad psychologie is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten