Vorige week las ik in een van de kranten die elke dag op de mat ploffen, een interview met Corina Koolen waaruit zou blijken dat vrouwen in de literatuur nog steeds niet serieus worden genomen. Ook bij het lezen of beoordelen van literatuur zouden we ons laten leiden door allerlei stereotypen, vooroordelen en verwachtingen. Hoewel precies de helft van alle bestsellers is geschreven door een vrouw (en er dus genoeg reden is om de vlag uit te hangen), zou er volgens de kersverse doctor nog van alles mis zijn. Zo wordt het beeld versterkt dat vrouwen op alle vlakken achter het net vissen of benadeeld worden, terwijl je als misdaadschrijver tegenwoordig juist veel meer succes oogst als je een misdaadschrijfster bent.
Dit is echter geen klaagstukje (hoewel ik me stiekem wel eens afvraag hoeveel exemplaren ik van Terugslag zou hebben verkocht als mijn uitgever Suzanne Vermeer op de cover had gezet). Dat ik nooit ben doorgebroken als misdaadauteur kan namelijk aan van alles en nog wat liggen, van mijn Duitse achternaam tot het feit dat ik als journalist werkzaam was bij een tijdschrift dat onderaan de pikorde bungelde. Het valt zelfs niet uit te sluiten dat het gewoon slecht geschreven boeken waren of goede boeken die slecht waren getimed.
Ik wil op verjaardagen nog wel eens smakelijk vertellen hoe mijn uitgever zich na het lezen van het manuscript van De Duistering hardop afvroeg 'waarom ik toch zoveel religie in mijn boeken stopte', terwijl ze jaren later miljoenen verdienden aan de Da Vinci Code. Ook was er ooit een redacteur die zuinigjes reageerde dat het onderwerp voor het boek Hypotheekvrij! meer geschikt was voor een tijdschriftartikel, terwijl datzelfde boek uiteindelijk het startsein zou vormen voor een reeks van zes boeken en in totaal 1500 pagina's. Zo zie je maar dat succes niet te voorspellen valt en falen aan van alles en nog wat te wijten kan zijn.
Zelf had ik dus om verschillende redenen moeite met bovenstaand nieuwsbericht, al was het maar omdat ik denk dat de uitkomst van tevoren allang vaststond. Er is geen enkele (vrouwelijke) academicus die promoveert op de stelling dat de emancipatie op een haar na is voltooid of tevreden vaststelt dat vrouwen een voorsprong hebben in het misdaadgenre (zelfs al zijn de boeken, zoals in het geval van Suzanne Vermeer, in werkelijkheid geschreven door een man). Ook valt er het nodige af te dingen aan de gehanteerde criteria en het door haar aangevoerde cijfermateriaal.
Erger is dat oppervlakkige volgers van het nieuws zo het idee krijgen dat het nog steeds zorgelijk is gesteld met de positie van de vrouw in de literatuur, terwijl deze column van Elma Drayer een volstrekt ander beeld laat zien en afgelopen zaterdag in dezelfde krant te lezen viel dat Corina Koole zich qua cijfermateriaal voornamelijk baseerde op een twitteraar die alleen maar ijverig turfde hoeveel boeken van vrouwelijke auteurs er in de krant werden gerecenseerde en door wie.
Probleem van het feminisme is dat het een ideologie is die alleen maar op zoek is naar bevestiging van het eigen gelijk. Mijn aanpak verschilt daar radicaal van, omdat ik niet uitga van een vooringenomen standpunt, maar in plaats daarvan voortdurend op zoek ben naar nieuwe gezichtspunten. In mijn boeken til ik elk onderwerp denkbeeldig op om het van alle kanten te bekijken in een poging zin en onzin van elkaar te scheiden. Zo kom je vervolgens tot de conclusie dat het bijvoorbeeld een mythe is dat je een dief bent van je eigen portemonnee als je extra aflost op je hypotheek (en dat misschien zelfs het omgekeerde het geval is).
Hoe misleidend het kan zijn om alles te bekijken door een feministische bril (waarbij je natuurlijk ook een ander bijvoeglijk naamwoord kunt invullen dat met religie of politiek te maken heeft), zal ik illustreren met een simpel voorbeeld. Toen mijn vrouw zwanger was van ons oudste kind, werkte ze fulltime in het basisonderwijs. Na de bevalling was ze eerst van plan om 2,5 dag te blijven werken, maar dat vond ze bij nader inzien teveel zodat ze dat al snel terugbracht tot anderhalve dag (waarmee meteen ook de omgekeerde werkweek geboren was). Ik snapte haar standpunt en begreep haar gevoelens, dus ik vond het allemaal prima.
Mocht mijn levensloop ooit worden opgetekend, dan zou een feministische biograaf over deze periode waarschijnlijk schrijven dat mijn vrouw 'zich opofferde voor mijn carrière'. Daar is geen speld tussen te krijgen, ware het niet dat het met de werkelijke gang van zaken totaal niks van doen heeft en je die redenering net zo goed kunt omdraaien. Zelf vond ik het namelijk nogal een opoffering om bijna een kwart eeuw de rol van hoofdkostwinner op me te nemen en noodgedwongen in de avonduren boeken te schrijven. Klagen doe ik echter niet, zolang mensen maar geen onwetenschappelijke of eenzijdige onzin verkondigen.
‘Toen ons oudste kind geboren werd, besloot mijn vrouw voortaan nog maar 1,5 dag te gaan werken i.p.v. fulltime. Interessante vraag: heeft zij zich daarmee opgeofferd voor mijn carrière?’, vraag je op Twitter.
BeantwoordenVerwijderenZoals je in je blog al schrijft, denk ik dat dit een opmerking zou kunnen zijn van een feministe. Ik denk er zelf wat anders over eerlijk gezegd. Zomaar even wat gedachten die in mijn opkomen:
Wanneer er kinderen geboren worden, vind ik het vanzelfsprekend dat de vrouw minder gaat werken of zelfs een aantal jaren helemaal ‘thuisblijft’ om voor de kinderen te zorgen. Zij is tenslotte degene die borstvoeding kan geven en mijns inziens gaven en talenten heeft ontvangen (die een man wat minder bezit) om de kinderen grotendeels groot te brengen in hun eerste levensjaren. Wat niet wil zeggen dat er niets van de vader wordt verwacht natuurlijk. Beiden hebben zo hun eigen kwaliteiten.
Met je vraagstelling wek je de suggestie dat carrière maken alleen iets is wat je buitenshuis kunt doen en dat de ‘zorgjaren’ die je investeert in je kinderen de carrière van je vrouw in de weg zouden kunnen staan. Uit ervaring kan ik zeggen dat juist het zorgen voor mijn (grote) gezin en alles wat daarbij komt kijken een enorme uitdaging is (geweest) en dan voor een groot deel ook beschouw als mijn carrière. Je kunt je volop ontwikkelen op allerlei terreinen die je zelf in eerste instantie voor onmogelijk hebt gehouden. Ik denk dus dat jouw vrouw deze jaren zeker niet als ‘verloren’ of ‘opofferen’ zal moeten beschouwen (wat ze waarschijnlijk ook niet zal doen) maar er juist dankbaar op terug zal kijken. Jullie hebben allebei carrière kunnen maken, ieder op zijn of haar plaats. Tijdens deze jaren heeft ze veel ervaringen opgedaan die ze waarschijnlijk later in haar leven goed heeft kunnen gebruiken en nog zal gebruiken. Wanneer de kinderen groter zijn, is het altijd mogelijk weer wat meer tijd te investeren in een carrière buitenshuis, hoewel kinderen (en zeker ook tieners) aandacht nodig blijven hebben totdat ze op eigen benen kunnen staan.
Kortom, zelf heb ik het nooit zo ervaren dat ik mijzelf heb opgeofferd voor de carrière van mijn man, en mijn man heeft niet het idee dat hij zich opgeofferd heeft voor mij. We hebben altijd gekeken naar het belang van onze kinderen, dat is denk ik belangrijker dan inkomen, status of wat dan ook. Carrière maken is ook geen doel op zich, er zijn veel meer (onbetaalbare) dingen in het leven die veel belangrijker zijn.
Nu drie van de vier kinderen het huis uit zijn, zien ze langzamerhand in hoe fijn het altijd was dat ik veel thuis was bij hen en tijd en aandacht voor ze had. Ik denk dat dat het allerbelangrijkste is.
Ik realiseer me dat dit misschien niet helemaal een antwoord is op je vraag maar het moest mij even van het hart.
Je blog (over je romans) nodigt overigens uit tot nog veel meer reactie maar dit is het voor nu maar even als 'manager van het gezin' ;)
Ik denk dat ik dit juist een heel goed antwoord vind waar ik veel aan heb en me prima in kan vinden.
VerwijderenGrappig dat je (bijna) in elke blog via het aflossen van je hypotheek uitkomt op de emancipatie van de vrouw en je rol als man.
BeantwoordenVerwijderenDat is een logisch traject: wie gaat morrelen aan de einddatum van zijn hypotheek gaat bijvoorbeeld ook automatisch morrelen aan zijn pensioendatum. Wie minder gaat werken en een partner heeft, zal zich thuis ook vanzelf moeten buigen over de vraag hoeveel je allebei gaat werken en waarom. Los daarvan erger ik me soms ook een beetje aan de schamele argumentatie in bepaalde maatschappelijke discussies :-)
Verwijderen