Zoeken

maandag 4 februari 2019

Besteed die studieschuld dan ook echt alleen aan je stúdie

Afgelopen week viel in de krant te lezen dat studenten niet alleen gebukt gaan onder prestatiedruk, maar ook psychische druk ervaren door het leenstelsel. Wie elke maand een maximaal bedrag leent, ziet zijn studieschuld langzaam maar zeker oplopen tot een indrukwekkend en intimiderend bedrag. In die zin heeft geld lenen voor het volgen van een opleiding precies het omgekeerde psychologische effect van aflossen, omdat je daarbij je schuld juist steeds verder ziet dalen en elke extra storting verlichting biedt. Toch vraagt dit nieuws om een paar kanttekeningen.


Om te beginnen kan niet vaak genoeg benadrukt worden dat de huidige generatie studenten niet de éérste is uit de geschiedenis met een forse studieschuld na het behalen van het diploma. Het bedrag in het hierboven afgedrukte artikel komt mij zelf bijvoorbeeld heel erg bekend voor, want toen ik mijn doctoraaldiploma politicologie in ontvangst nam had ik een schuld opgebouwd van ruim 20.000 gulden.

Nu zijn er mensen die dan meteen aan het rekenen slaan en concluderen dat ik een schuld had van ongeveer 8500 euro. Dat is een begrijpelijke denkfout, ware het niet dat een krant in die tijd ongeveer 60 cent kostte, terwijl je voor diezelfde krant nu al snel 2 euro 60 betaalt. Die studieschuld van 20.000 gulden kun je dus straffeloos vertalen naar euro's. De basisbeurs werd in 1985 ingevoerd, maar toen was mijn generatie al vijf, zes jaar aan het studeren.


In dit verband is het natuurlijk ook aardig om nog eens te kijken hoe ik (en mijn leeftijdgenoten) met dit onderwerp omgingen. Om te beginnen dacht ik er niet echt over na, want ik realiseerde me amper dat een deel van mijn studiebeurs bestond uit een renteloos voorschot. Verder weet ik nog goed dat ik er voornamelijk grappen over maakte, omdat ik op deze manier tenminste zeker wist dat mijn vrouw niet met me wilde trouwen vanwege mijn geld.

Verschil is dat zij geen schuld had, maar juist een mooi bedrag bij elkaar had gespaard. Mijn schuld van 20.000 gulden kon je in die zin wegstrepen tegen de 25.000 gulden op haar bankrekening. Zo had ik het eerlijk gezegd nooit eerder bekeken, al weet ik heel goed dat we in 1987 alleen maar een huis konden kopen dankzij datzelfde spaarbedrag. Ze had nét een vast contract, maar banken leenden in die tijd geen cent meer uit dan de aankoopsom. Zonder eigen geld was het een kansloze exercitie geweest en had er in ons huis iemand anders gewoond.


Een schuld van 20.000 of 25.000 euro is best overkomelijk, maar je maakt wel een valse start wanneer je als twee afgestudeerden meteen aan het begin al een halve ton of meer in de min staat. Tegelijk is er een opvallend verschil tussen hoe ik destijds met die schuld omging en de stress die de jongste generatie ervaart. Is de druk nu echt veel hoger, of maken mensen zich tegenwoordig eerder druk en schieten ze eerder in de stress? Staat er nu misschien ook meer op het spel of deden we vroeger alles spelenderwijs?

Wat opvalt in alle berichten is dat jongeren zich snel gek laten maken, bijvoorbeeld door wat er na het het behalen van hun diploma allemaal wel niet op hun cv zou moeten staan. Ik studeerde af middenin een crisis met nauwelijks uitzicht op een baan, terwijl er nu juist sprake is van grote krapte op de arbeidsmarkt en een groeiend personeelstekort. In die zin is de werknemer aan zet en hoef je je niet extra uit te sloven met bestuursfuncties of weet ik wat allemaal om aan de slag te komen.

Maar de hamvraag blijft: met welk doel leen je dat geld? Moet je per se op kamers wonen? Heb je dat geld nodig om je studie te betalen of om een lifestyle te bekostigen met uitgaan, dure concertkaartjes, etentjes, verre vakanties, nieuwe kleren en de nieuwste smartphone? Veel studenten hebben naast de studie óók nog een of meerdere bijbanen, zodat ze vaak veel meer vrij te besteden hebben dan hun ouders en ook vaker en verder op vakantie gaan. In dat verband kun je je afvragen of die studieschuld de stress eigenlijk wel waard is.