Zoeken

woensdag 14 februari 2018

Mijn eerste boek uit de serie heet niet voor niets HypotheekVRIJ!

In het vorig jaar verschenen boek Leven van de lucht schrijf ik dat ik me nog slechts zelden ergens druk over maak nu ik geen last meer heb van werkdruk. Die zeer welkome luchtigheid komt de laatste tijd echter steeds meer onder druk te staan, want vanmorgen verslikte ik me zowaar van ergernis in mijn eerste kop koffie. Aanleiding vormde een krantenbericht over de animatiefilm Peter Rabbit waarin de spot zou worden gedreven met mensen met een voedselallergie. Nu ben ik zelf altijd van mening geweest dat je óveral grappen over mag maken, omdat een lach bevrijdend werkt en humor relativeert. Dat is echter geen populair standpunt meer in tijden waarin gekwetste zieltjes de dienst uitmaken en bedrijven om de haverklap hun excuses moeten maken voor vermeend seksisme of racisme.


Eigenlijk had ik al onraad moeten ruiken toen de basisschoollerares van mijn jongste zoon jaren geleden na afloop van de lesdag met rode vlekken in haar nek op me af kwam struinen. Ik volgde haar braaf het klaslokaal in, terwijl ik me afvroeg wat mijn nageslacht nu weer had uitgespookt. Vervolgens liet ze me met trillende handen een schriftje zien waarin een afbeelding van een mooie vrouw in een bikini was geplakt. De kinderen in de klas hadden als opdracht gekregen om dingen uit tijdschriften te knippen die ze 'leuk' of  'mooi' vonden en dat netjes in te plakken, maar dit was klaarblijkelijk ook weer niet de bedoeling.

Hoewel ik het in de eerste plaats beschouwde als een vermakelijk incident, dient het tevens als fraaie illustratie van de feminisering van het lager onderwijs in combinatie met een ruime, misschien zelfs wat hysterische definitie van het begrip 'seksisme'. Je wordt in de huidige maatschappij zó lichtvaardig een racist of seksist genoemd dat bijna alles onder die noemer valt en het - net als bijvoorbeeld het modewoordje 'excellent' - op een gegeven moment zijn zeggingskracht verliest. Dat zou op zich nog niet zo'n ramp zijn als het er uiteindelijk niet toe zou leiden dat acteurs uit films worden geknipt, mensen in maatschappelijke debatten het zwijgen wordt opgelegd, universiteiten veranderen in meningenfabrieken en comedy's tergend braaf worden door zelfcensuur.


Afgelopen vrijdag verscheen er een column in De Volkskrant van Asha ten Broeke waarvan de kop ook zomaar boven dit blog had kunnen staan. Nu heeft het op zich weinig nut als de ene columnist zich gaat bemoeien met de column van de ander, maar ik vrees dat haar gedachtegoed in bepaalde kringen inmiddels gemeengoed is geworden. Daarom wil ik één zin op deze plaats graag citeren. Als bewijs voor het feit dat er geen sprake is van een Orwelliaans complot dat leidt tot een even subtiele als verstikkende vorm van censuur voert ze aan 'dat het in onze samenleving langzaam maar zeker normaal wordt dat bezorgde burgers racisme en seksisme aankaarten, en dat ze soms niet alleen gelijk hebben maar dat ook krijgen'.

Zelf denk ik juist dat het erg lastig wordt om te bepalen wie er nu precies gelijk heeft, aangezien de vorig jaar overleden Playboy-baas Hugh Heffner in principe ook gelijk had met zijn vaststelling dat de mensheid allang zou zijn uitgestorven als mannen en vrouwen elkaar niet af en toe zouden beschouwen als lustobject. Het is heel makkelijk om iemand een 'seksist' te noemen, maar het is helemaal niet zo makkelijk om daar een sluitende definitie van te geven die recht doet aan de vaak complexe werkelijkheid. Zo vind ik bijvoorbeeld dat Frances McDormand fabelachtig acteert in Three Billboards Outside Ebbing, Missouri en voor haar rol een Oscar verdient. Tegelijk is de kans klein dat ik onderstaande tweedehands langspeelplaat had gekocht als zij niet in een rood jurkje op de hoes had gestaan.


In een dappere poging voorgoed een einde te maken aan het Zwartepietendebat merkte Arjen Lubach eind vorig jaar in zijn programma op dat iets wat misschien helemaal niet racistisch bedoeld is, wel degelijk zo kan worden opgevat. Dat klinkt op het eerste gezicht als een sympathiek standpunt, terwijl het in werkelijkheid een glijdende schaal is omdat je je op die manier aanpast aan de mensen met de teerste zieltjes en de langste tenen. Wat heeft het uiteindelijk voor zin om alles en iedereen te ontzien, inclusief al die mensen met een echte of vermeende voedselallergie? Kweek je daarmee weerbare burgers met een beetje eelt op de ziel of geef je mensen ten onrechte het gevoel dat ze te pas en te onpas het recht hebben om zich gekwetst te voelen?

Dit onderwerp lijkt misschien een beetje off-topic voor een aflosgoeroe voor wie het elke dag #warmetruiendag is, maar het is nou eenmaal geen toeval dat in twee van mijn zes laatstverschenen boektitels het woord 'vrij' voorkomt. Al dat hypercorrecte gedoe doet ook volkomen surrealistisch aan als je zelf net middenin het derde seizoen zit van de de serie Curb Your Enthusiasm uit 2002 en daar dolenthousiast over bent. Anno 2018 mag je in animatiefilms geen tekenfilmfiguren meer met bramen bekogelen, maar gisteren zat ik nog hard te lachen om een kale, Joodse komiek die op een hele spitse manier omgaat met alle gevoeligheden rondom sekse en ras, daarbij niemand spaart, zich niets aantrekt van maatschappelijke mores en - heel belangrijk - vooral zichzelf voortdurend te kakken zet. Met aflossen was ik mijn tijd vooruit, wat artistieke vrijheid betreft kijk ik zo langzamerhand met heimwee achterom.