Zoeken

zondag 24 december 2017

Dus... als je eerder stopt met werken, ga je ook eerder dood?

Afgelopen week werd ik door verschillende mensen attent gemaakt op een bericht uit het Algemeen Dagblad waaruit zou blijken dat je een grotere sterftekans hebt wanneer je eerder stopt met werken. Op zich was dat oud nieuws, want De Volkskrant publiceerde vijf jaar geleden al een soortgelijk bericht met een vrijwel identieke kop. Groot verschil is dat het nieuws toen tussen aanhalingstekens stond, terwijl het nu werd gebracht als een vaststaand feit. Kun je dus maar beter zo lang mogelijk doorwerken, zeker omdat we gemiddeld toch steeds langer leven? Of is het de moeite waard om eerst eens goed te kijken over wat voor soort feiten we het hier precies hebben?


Zoals bekend ben ik juist aanhanger van het adagium dat je nooit te jong bent op te stoppen met werken en gruw ik van het idee om te moeten doorwerken tot de doodgraver je op je laatste werkdag naar buiten komt dragen. De suggestie dat 'we' allemaal steeds langer leven, is een gemiddelde waaraan totaal geen rechten kunnen worden ontleend. Bovendien zijn die cijfers grotendeels gebaseerd op de levensverwachting van de generatie die juist nog wél met de VUT kon. Het zou dus best kunnen dat we in de nabije toekomst juist korter leven omdat we op ons tandvlees door moeten buffelen tot we zeventig zijn.

Afgaande op de berichten in De Volkskrant en het Algemeen Dagblad is dat een misvatting, zeker als je alleen de kop leest. Vroegpensioen heet in de VK zelfs een 'kiss of death': in plaats van een gouden handdruk, krijg je een handshake van Magere Hein. Langer doorwerken houdt je gezond en actief en houdt je op die manier ook in leven. Wie stopt met werken, stopt al snel ook met ademhalen of in elk geval sneller dan zijn ex-collega's die nog wel elke dag fluitend naar kantoor gaan. Zo bekeken heb ik de fout van mijn leven gemaakt door op mijn 55ste al min of meer een punt te zetten achter mijn loopbaan als journalist.


Wie al die berichten aandachtig leest, ziet echter al snel dat er geen enkel direct oorzakelijk verband is tussen het stoppen met werken en een grotere sterftekans. Het probleem is eerder dat mensen 'genieten' associëren met ongezond eten, alcoholconsumptie en lekker onderuitzakken op de bank met hun benen omhoog. Je hebt geen grotere sterfkans omdat je niet meer elke dag naar kantoor gaat, maar omdat je te veel drinkt, te veel en te vet eet en te weinig beweegt. Omgekeerd gaan al die popsterren ook niet dood op hun 27ste omdat ze het verkeerde beroep hebben gekozen, maar omdat ze de druk niet aankunnen en te veel rotzooi slikken.

Wie stopt met werken, moet zichzelf dan ook meteen een stappenteller cadeau doen. Op die manier kun je precies zien of je inderdaad net zoveel beweegt als je jezelf wijs probeert te maken. Zelf loop ik inmiddels een paar weken met zo'n ding in mijn broekzak en daardoor weet ik dat je aardig je best moet doen om aan het gewenste gemiddelde van 10.000 stappen te komen. Met een lui dagje op de bank kom je niet eens aan de 3000 stappen, dus je kunt wel nagaan wat er gebeurt wanneer je na je vroegpensioen van élke dag een lekker luie dag maakt. Het zou interessant zijn om nog eens een dag naar kantoor te gaan met die stappenteller in mijn zak, maar ik vermoed dat ik toen een stuk minder bewoog dan wanneer ik straks in maart voor het eerst het gras weer ga ga maaien.


Voor mensen die nog wel (moeten) werken, is het natuurlijk troostrijk om dat soort berichten in je favoriete ochtendkrant tegen te komen. Zelf zocht ik echter tevergeefs naar concrete cijfers, want ik was wel benieuwd met hoeveel maanden of zelfs jaren je je leven nou precies bekort door de handdoek in de ring te gooien. Zou je precies een jaar korter leven als je een jaar eerder stopt met werken of is dat verband veel minder schokkend en lineair? Veel concreter dan de uitspraak dat vroeggepensioneerden 'vaak eerder' dood gaan, wordt het niet dus je kunt het bijna komkommernieuws in de kerstperiode noemen. Persoonlijk schrik ik meer van de rekensom dat je als man op je AOW-leeftijd nog ongeveer dertien jaar te leven hebt, terwijl ik diezelfde dertien jaar er straks op mijn echte pensioendatum al op heb zitten.

Van mij mag iedereen zo hard en zo lang blijven werken als hij zelf wil, want het kiezen van de ideale pensioendatum is maatwerk en hangt van heel veel verschillende factoren af. Het gevaar bestaat echter dat mensen zich op het verkeerde been laten zetten door dit soort krantenberichten die je meer als verstrooiing kunt zien dan als vaststaande feiten. Je hebt er geen idee van hoe vaak ik de laatste tijd te horen krijg dat aflossen geen zin meer heeft nu de Wet Hillen wordt afgebouwd of zelfs in je eigen nadeel zou werken. Tel je die twee zaken bij elkaar op, dan zou je abusievelijk kunnen gaan denken dat je jezelf geen grotere dienst kunt bewijzen dan door fulltime door te buffelen tot je pensioendatum met in je kielzog een geheel aflossingsvrije hypotheek.

woensdag 13 december 2017

In 2018 ben ik alweer 10 jaar aan het aflossen

Begin volgend jaar geef ik in de bibliotheek van Kerkrade een lezing over mijn boek Hypotheekvrij! Hoewel ik de laatste tijd vooral gevraagd wordt om te komen spreken over eerder stoppen met werken, beschouw ik dit als een mooie gelegenheid om de balans op te maken. In 2018 is het namelijk precies tien jaar geleden dat ik het besluit nam om versneld te gaan aflossen op onze hypotheek. Sindsdien is er heel veel veranderd, niet alleen in mijn persoonlijke leven maar ook als het gaat om wetgeving en de manier waarop we als maatschappij aankijken tegen zaken als schulden en overwaarde. Strikt genomen moet ik nog tot 1 november wachten op het tienjarige jubileum, maar toch schrik ik er bijna van hoe snel de tijd verstrijkt.


Natuurlijk ben ik niet de eerste die vaststelt dat de tijd vliegt, zeker niet wanneer je al aan de tweede helft van je leven bent begonnen. Als schrijver heb je dan tenminste nog het voordeel dat je een tastbaar bewijs overhoudt aan het feit dat er alweer 12 maanden zijn verstreken. Wat dat betreft vormen de boeken in mijn  kast een soort tijdlijn, met aan elke titel een jaartal gekoppeld en een achterliggend verhaal. Tussen Het Mysterie van Montalcino (2008) en Hypotheekvrij! (2012) zit bijvoorbeeld een opvallend gat van vier jaar, terwijl er sinds 2012 met de regelmaat van de klok precies elk jaar een nieuw boek verscheen.

Zo is 2008 het jaar waarin ik mijn laatste thriller publiceerde, maar ook het moment waarop ik mijn allereerste extra aflossing deed. De kredietcrisis had me wakker geschud en een dreigende reorganisatie op mijn werk deed me beseffen dat ik mijn pensioendatum niet zou gaan halen in loondienst. Eigenlijk had ik vanaf dat moment maar één doel: korte metten maken met de aflossingsvrije hypotheek voordat ik mijn baan als journalist zou verliezen. Je kunt ook zeggen dat ik wilde voorkomen dat ik op straat zou komen te staan als ik op straat zou komen te staan. Dat verklaart waarom ik ben gaan aflossen 'alsof mijn leven ervan afhing': omdat dat in zekere zin ook zo was.


Trouwe lezers van mijn boeken weten dat ik het aflossingsvrije deel van de hypotheek (ongeveer 80.000 euro) precies wist weg te werken toen het tijdschrift waar ik voor werkte uit de markt werd gehaald en ik boventallig was geworden. Ik had inmiddels zelfs al helemaal hypotheekvrij kunnen zijn, als we tussendoor niet een stuk weiland achter ons huis hadden gekocht dat precies net zoveel moest kosten als het laatste stukje spaarhypotheek. In Leven van de lucht beschrijf ik hoe ik de looptijd van die lening met vijf jaar heb ingekort, zodat we met ingang van maart 2020 (dus al over iets meer dan twee jaar) niet alleen een hypotheekvrije achtertuin van ruim 500 m2 bezitten maar echt van alles af zijn.

De precieze details bewaar ik voor de bezoekers van mijn lezing in Kerkrade, maar het is geen geheim dat ik een aflospauze had ingelast op het moment dat Hypotheekvrij! vijf jaar geleden verscheen. In plaats daarvan zijn we gaan sparen met hetzelfde fanatisme waarmee we eerder korte metten maakten met het aflossingsvrije deel van de hypotheek, met als gevolg dat we al snel meer op de bank hadden staan dan we de bank schuldig waren. Wel heb ik vorig jaar nog een extra premiestorting van 6500 euro gedaan in bovengenoemde spaarhypotheek (tegen 6,9% rente, waarmee dat bedrag bijna 140 keer zoveel rendement oplevert als op een gewone spaarrekening).


Gisteren werd ik nog eens geconfronteerd met het feit dat de tijd vliegt, toen ik via Marktplaats een live-cd bestelde van John Lee Hooker bij iemand die mijn naam herkende. Hij bleek mijn boek over Meneer Melchior te hebben gelezen en dacht dat dat 'een jaar of vijftien geleden moest zijn geweest'. Dat leek me nogal een rare misrekening, tot ik besefte dat dat jeugdboek uit 2004 stamt en dus inderdaad alweer bijna veertien jaar oud is. Aan het bedrag dat resteert in het potje waaruit ik mezelf een 'basisinkomen' uitkeer, kan ik ook in één oogopslag aflezen hoe lang dat experiment aan de gang is. Van de oorspronkelijke 60.000 euro resteert nog 40.000, zodat ik inmiddels alweer twintig maanden leef van de lucht.

Natuurlijk kun je er ook op een heel andere manier naar kijken en bovenstaande verhaal aangrijpen om te onderstrepen dat het helemaal niet erg is om een tijdje op je tanden te bijten en de broekriem aan te halen. Wie tien jaar lang het maximaal toegestane boetevrije bedrag aflost op zijn hypotheek (meestal is dat 10%, maar soms ook meer) is na precies tien jaar van zijn hypotheek af. Dat lijkt lang, maar ik heb aan den lijve ondervonden hoe snel die periode voorbij gaat. Het aardige is dat je daar vervolgens nog de rest van je leven op alle mogelijke manieren van profiteert en zelfs nog éxtra als je je hypotheekvrije huis (en het compleet andere uitgavenpatroon waar je inmiddels aan gewend bent) gebruikt om minder te gaan werken of zelfs helemaal te stoppen.

woensdag 6 december 2017

Is die hoge hypotheekschuld misschien ook een beetje je eigen schuld?

Afgelopen week kwam mijn jongste zoon op een dag thuis van zijn grafische opleiding met de opdracht om de loonkloof in Nederland te vergelijken met de situatie in een van de ons omringende landen. Best een pittige klus, temeer omdat hij aan de les meteen ook een vertekend beeld had overgehouden. Zo moest ik hem bijvoorbeeld vertellen dat de salarisverschillen tussen M/V die in de statistieken steeds weer opduiken, natuurlijk niet betekenen dat een startende lerares in het onderwijs minder verdient dan een leraar met precies dezelfde opleiding en ervaring. Niks ten nadele van zijn opleiding verder, want hij monteerde na drie weken al een filmpje dat zó op televisie zou kunnen. Toch denk ik dat onderwijs meer gericht zou moeten zijn op het opleiden van kritische studenten dan op het klakkeloos en kritiekloos oplepelen van clichés. Daar heb  je later immers ook wat aan tijdens je eerste gesprek met een hypotheekadviseur.

Gisteren las ik een interessant opiniestuk van trendwatcher Adjiedj Bakas over de slachtoffercultuur die ten grondslag ligt aan zowel de zwartepietendiscussie als de #metoo-hype. Je hoeft het niet met hem eens te zijn, zolang je maar de moeite neemt om het hele stuk uit te lezen en even te laten bezinken. Bakas slaat met zijn analyses en voorspellingen wel eens de plank mis, maar het is niet zomaar zo dat ik in mijn boeken op verschillende plaatsen naar hem verwijs. Zijn verhaal sluit ook naadloos aan op het interview met 'opiniemaker' Marianne Zwagerman in De Volkskrant van vandaag.

Wat de twee met elkaar gemeen hebben, is dat ze afstand nemen van de heersende gedachte dat er in Nederland groepen zijn die structureel achtergesteld worden. Ze hebben óók met elkaar gemeen dat ze allebei succesvol zijn, niet snel bij de pakken neerzitten en van aanpakken houden. Het stempel 'rechts' ligt dan al snel op de loer, maar mensen die mijn boeken kennen weten dat ik me daar niet snel door laat afschrikken. Sinds Hypotheekvrij! probeer ik juist te laten zien dat je als burger vooral zélf moet blijven nadenken en ook dat je je bij alles moet afvragen of het klopt en of je het misschien ook van een heel andere kant kunt bekijken.


Zo kwam ik al snel tot de conclusie dat het vooral de banken zélf zijn die maximaal profiteren van de hypotheekrenteaftrek. Als huizenbezitter krijg je weliswaar een deel van de betaalde rente terug, maar de geldverstrekker ontvangt gedurende de gehele looptijd (en bij een aflossingsvrije hypotheek loopt die soms door tot je dood) het volle pond. Sindsdien ga ik door het leven met in mijn hand een soort 'bullshit-detector' die zin van onzin probeert te scheiden en die vaak veel bruikbaarder blijkt dan het zo populaire fact checken. Met die benadering open ik mensen soms de ogen, maar schop ik ook wel eens tegen schenen. Anders gezegd: je kunt niet iets zinnigs schrijven over de huizenmarkt zonder heilige huisjes omver te schoppen.

Dat maakt dat ik lastig in te delen ben voor vriend en vijand. Zo pleit ik in mijn boeken voor een oud feministisch ideaal waarbij mannen en vrouwen allebei even veel werken (lees: weinig) en daarnaast even veel tijd besteden aan huishouden en opvoeding. Na het schrijven van dit blog ga ik dan ook eerst mijn overhemden strijken en daarna boodschappen doen voor het avondeten. Tegelijk slaak ik een héél diepe zucht als ik in De Volkskrant lees dat zelfs gedragseconoom Henriëtte Prast tegenwoordig van mening is dat vrouwelijk en mannelijk gedrag niet is aangeboren maar aangeléérd. Dat is een populair standpunt, maar al tijdens mijn studietijd (circa 1980) leek me dat grote onzin. De waarheid ligt eerder ergens in het midden, zoals onlangs in de wetenschapsbijlage van diezelfde krant te lezen viel.


Veel interessanter is de vraag waarom dit soort kwesties zo hardnekkig zijn dat ze over honderd jaar waarschijnlijk nog steeds op de agenda staan. Bakas wijt dat deels aan de behoefte aan aandacht en subsidie: waar een 'probleem' is, staat immers altijd wel ergens een geldpotje klaar. Zelf denk ik dat het vooral heel menselijk en verleidelijk is om de oorzaken van foute beslissingen en eigen falen buiten jezelf te zoeken. Wanneer je ervan overtuigd bent het slachtoffer te zijn van structureel racisme of een onderdrukkend patriarchaat, zie je niet alleen in alles een bevestiging van je eigen gelijk maar kun je het ook aan het systeem of de maatschappij wijten als je achterop raakt, uitvalt of worstelt met tegenstrijdige gevoelens. Heel typerend is bovenstaand bericht van een jonge vrouw die de tabaksindustrie de schuld geeft van haar rookverslaving en daarom aangifte heeft gedaan van 'zware mishandeling'.

Zij begon op haar veertiende met roken tijdens een schoolfeest en kwam er vervolgens pas 'jaren later' achter dat je daar longkanker van kan krijgen. Je kunt ook zeggen dat ze bezweken is onder groepsdruk en wel heel erg met andere zaken bezig moet zijn geweest om niet te weten dat roken ongezond is. Als kattebelletje aan mezelf had ik boven het bewuste artikel met pen geschreven: 'slachtoffer of slappeling?' Een beetje kort door de bocht misschien, maar dat maakt wel meteen duidelijk dat ik vind dat je als mens in de eerste plaats zelf verantwoordelijk bent voor je eigen handelen. Dat geldt dus net zo goed wanneer je ooit uit overmoed een veel te hoge hypotheek hebt afgesloten om je pas jaren later eens goed te gaan verdiepen in de kleine lettertjes.