Zoeken

maandag 11 september 2017

Hoeveel geld hebben ándere columnisten eigenlijk op de bank staan?

Hij verschijnt vandaag pas officieel, maar trouwe lezers die hem hadden voorbesteld zullen Leven van de lucht al in huis hebben (en hebben hem misschien zelfs alweer uit!). De eerste journalist die me afgelopen donderdag thuis kwam interviewen, stelde vast dat dit misschien wel mijn meest persoonlijke boek tot nu toe is. Zelf beschouw ik het gewoon als het zesde seizoen van onze eigen realitysoap richting een hypotheekvrij leven, maar hij heeft wel een punt. Voor het eerst geef ik namelijk een inkijkje in onze financiën door een jaar lang nauwgezet bij te houden hoeveel geld er elke maand binnenkomt en hoeveel daarvan wordt uitgegeven en gespaard.


Dat was vanaf dag één (en dan heb ik het over 1 mei 2016) namelijk de insteek. Met mijn experiment wilde ik ervaren wat een basisinkomen met je doet en wat je vervolgens allemaal gaat doen. Anders gezegd: zou een dergelijk systeem kunnen werken en ga je dan nog wel werken? Het antwoord daarop kun je niet los zien van de vraag of je als gezin met twee thuiswonende kinderen in principe genoeg zou hebben aan twee bij elkaar opgetelde basisinkomens. Ik ken iemand die als kostwinner ongeveer 2000 euro netto verdient, terwijl hij dat bedrag bij een dergelijk systeem elke maand gratis zou krijgen van de overheid.

Om te zien wat het psychologische effect is van een basisinkomen, keer ik mezelf vijf jaar lang elke maand 1000 euro per maand uit van mijn eigen spaargeld. Omdat mijn vrouw met haar parttime baan net iets meer dan duizend euro verdient, konden we precies zien hoe ver je komt met een gezinsinkomen van ruim 2000 euro. Heb je daar genoeg aan, en neem je daar genoegen mee, of ga je - al dan niet spelenderwijs - toch nog iets bijverdienen? Om dat vast te kunnen stellen ontkwam ik er niet aan om na afloop van elke maand een rekensommetje te maken en privé-informatie prijs te geven die de meeste mensen liever voor zich houden.


Vooraf weet je al dat mensen daar van alles van gaan vinden, al was het maar omdat ik niet precies vermeld waaráán we ons geld hebben uitgegeven. Dat is een interessante reflex: als je in je boeken openheid van zaken geeft, zijn er altijd mensen die mopperen dat je nog steeds niet alles hebt verteld. Omgekeerd moet ik bij vrijwel al onze vrienden en familieleden ráden naar de hoogte van hun gezinsinkomen, de tussenstand van hun hypotheek en de hoeveelheid geld die ze op de bank hebben staan. Meestal kun je wel een aardige inschatting maken, maar het zijn geen zaken die op een verjaardag ooit ter sprake komen.

Na zes boeken ben ik zelf de schaamte wel voorbij, maar het blijft een taboe om op dit vlak zomaar openheid van zaken te geven. Bovenstaand rekenvoorbeeld laat in elk geval zien dat we vorig jaar in de maand augustus niet genoeg hadden aan 2000 euro netto (al was het maar omdat we op vakantie waren) én ik niet helemaal heb stilgezeten maar 625 euro omzet heb gemaakt. Voor de rest mag ieder het zijne ervan vinden, want er zijn genoeg huishoudens die het elke maand met (veel) minder moeten zien te rooien terwijl er ook zat tweeverdieners zullen zijn waarvan één partner in zijn of haar eentje al meer verdient. Het enige objectieve wat ik erover kan zeggen is dat 2000 euro netto  ongeveer de armoedegrens is voor een gezin met twee kinderen én dat een gemiddeld huishouden maandelijks 2800 netto te besteden heeft.


Natuurlijk verwacht ik niet dat straks iedereen uit mijn omgeving spontaan gaat opbiechten hoeveel hij inmiddels heeft gespaard en hoeveel salaris hij maandelijks gestort krijgt. In mijn geval is het onlosmakelijk verbonden met het segment waarin ik schrijf en met het onderwerp van dit laatste boek. Wie Hypotheekvrij! in de kast heeft staan, heeft er recht op om te weten dat we nu nog maar 44.000 euro aan spaarhypotheek hebben en ook dat we vanaf maart 2020 helemaal van onze woningschuld af zijn. Diezelfde lezer zal er wellicht ook begrip voor hebben dat we nu niet meer fanatiek aan het bezuinigen zijn, maar alleen nog proberen om binnen budget te blijven en daarbij een redelijk ruime marge hanteren.

Die transparantie maakt meteen duidelijk waarom ik schrijf wat ik schrijf. Om die reden zou elke columnist eigenlijk één keer per jaar een staatje moeten afdrukken met daarin de woonsituatie (huur/koop), hoogte en einddatum van de hypotheek, opgebouwd pensioen, maandinkomen, geboortejaar en hoeveelheid spaargeld. Zo schreef een in 1955 geboren columnist van een kwaliteitskrant onlangs dat het bezit van een tweede huis een "exorbitante uitwas" is. Op dat interessante onderwerp zal ik later nog eens wat dieper ingaan, maar nu vroeg ik me alleen maar af hoe het mogelijk is dat een jonge babyboomer als hij (a) nog werkt en (b) zelf geen tweede huis heeft. Want je kunt best een fervente anti-kapitalist zijn, maar het kan net zo goed dat je alleen maar gefrustreerd bent omdat je tijdens je leven de verkeerde keuzes hebt gemaakt.