Zoeken

maandag 4 september 2017

Wie anders wil gaan leven, moet buiten de lijntjes leren kleuren

Vorige week donderdagavond was ik te gast in het museum Kranenburgh in Bergen in het kader van expositie over Het Zalig Nietsdoen. Het verbaasde me niet dat ik daarvoor was uitgenodigd, want wie "nietsdoen" intikt in een willekeurige zoekmachine of #nietsdoen op Twitter komt al snel bij mijn niet eens meer zo nieuwe boek Het nieuwe nietsdoen uit. Het was een geslaagde avond, al zei ik al meteen in het begin iets onhandigs over het onderwerp "economische zelfstandigheid" dat niet bij iedereen in goede aarde viel. Tegelijk bracht ik mijn verhaal blijkbaar zo luchtig dat ik na afloop serieus werd gevraagd om een bijdrage te leveren aan een moppenkanaal op internet :-)


De avond was opgezet op een DWDD-achtige manier, waarbij drie sprekers werden geïnterviewd, afgewisseld met live-muziek. Ik had dus geen praatje ingestudeerd, hoewel ik ter voorbereiding Het nieuwe nietsdoen uit 2014 nog een keer helemaal had gelezen. Verrassend genoeg is het nog altijd mijn best verkochte boek, wat meteen ook het hoe en waarom van de expositie in dit museum verklaart. De moderne mens heeft het druk en staat onder toenemende druk. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op en in de wereld van morgen lopen mensen niet alleen het risico hun baan te verliezen maar zien ze zelfs de complete sector waarin ze werkzaam zijn zomaar verdwijnen.

Het gesprek begon met een citaat uit een boek van Julia Chavanu dat ik een dag eerder op Twitter had gepost. Daarin schrijft ze dat "druk" tegenwoordig synoniem is aan "goed". Letterlijk staat er: "Wie het druk heeft, is winstgevend en wie winstgevend is, verdient aanzien." Eigenlijk staat er: "Wie het drukt heeft", maar dat komt alleen maar doordat redacteuren ook steeds harder moeten werken en de winstcijfers van uitgeverijen onder druk staan. Bezuinigingen leiden in de praktijk bijna altijd tot kwaliteitsverlies, met welke mooie of omfloerste volzinnen ze ook worden begeleid. Dat doet overigens niks af aan de literaire kwaliteit van dit boek (Ik moet je iets vertellen) waar ik toevallig tegenaan liep en dat ik iedereen kan aanbevelen.


Voor mij was dit citaat aanleiding om iets op te merken en over het onderwerp "economische zelfstandigheid" (niet te verwarren met "financiële onafhankelijkheid"). Emancipatie lijkt soms wel synoniem aan arbeidsparticipatie, terwijl ik zelf juist zoveel mogelijk hamer op keuzevrijheid (voor zowel M als V). Vandaar dat ik altijd wijs op de dubbele bodem van de boodschap. Als de overheid vrouwen aanspoort om toch vooral economisch zelfstandig te zijn, doet ze dat namelijk deels uit eigenbelang. Werkende vrouwen betalen meer belasting, geven makkelijker geld uit, betalen meer accijns als ze met de auto naar hun werk gaan en hebben geen bijstandsuitkering nodig als hun relatie stuk loopt.

Daarmee zeg ik volgens mij niets vreemds en bij mijn weten ook niets vrouwonvriendelijks, maar toch werd ik na afloop aangesproken door een vrouw die mij verweet dat ik het slechts had gehad over de economische zelfstandigheid van vrouwen en niet die van mannen. Dat lijkt me logisch, want dat is helemaal geen issue. Mannen worden van oudsher gezien als kostwinners en zullen dat vaak ook als hun belangrijkste taak hebben opgevat. De overheid hoeft dus geen campagne te starten om mannen de arbeidsmarkt op te krijgen en er zullen maar weinig mannen zijn die hun werk in verband brengen met zoiets abstracts als economische zelfstandigheid. Eerder zal het gaan over status, salaris, passie, zingeving, macht en het leveren van een maatschappelijke bijdrage. Werk is het verkopen van je vrije tijd, maar net zo goed het verhuren van je vakkennis.


Mensen die mijn boeken hebben gelezen (en zich niet beperken tot mijn blogs of mijn tweets) weten dat ik pleit voor een situatie waarin mannen en vrouwen precies even veel (lees: even  weinig) werken en allebei even veel tijd besteden aan het huishouden. Ik lees net zo graag een boek van een man als van een vrouw en mijn favoriete films van 2017 zijn voorlopig 20-th Century Women en Certain Women. Tegelijk denk ik dat vrouwen soms iets obsessiefs hebben als het gaat om economische zelfstandigheid of er - zoals uit bovenstaand citaat uit het Volkskrant Magazine van afgelopen zaterdag blijkt - zelfs een heilige betekenis aan hechten. Even later zegt diezelfde vrouw zelfs dat "werk" en "ambitie" zaken zijn waar ze veel makkelijker invloed op kan uitoefenen dan op zoiets ongrijpbaars als de liefde.

In discussie zie je dat mensen zich vaak begraven in hun eigen gelijk, zich verstoppen in hun bubbel of zich verschansen binnen de scherp afgetekende grenzen van hun overtuigingen. Mijn ervaring is juist dat je veel meer leert en ook eerder vooruit komt, als je interessante vragen durft te stellen, buiten de lijntjes durft te kleuren en de tijd neemt om nieuwe informatie te laten bezinken. Zo schrijf ik in mijn nieuwe boek hoe mijn vrouw besloot om één dag meer te gaan werken. Vraag is of ze nu "geëmancipeerder" is dan toen ze nog maar anderhalve dag per week werkte. Of ben ik juist degene die het meest is veranderd doordat ik nu vaker kook, meer in het huishouden doe en bijna elke dag in de supermarkt kom?

Nog interessanter is de vraag wie het nu beter of zwaarder heeft: mijn vrouw die om zeven uur de deur uitgaat en pas om zes uur weer thuis is (en dan weliswaar meteen aan kan schuiven aan tafel) of de huisman die eerst eens rustig de krant gaat zitten lezen en vervolgens in zijn ochtendjas een blog tikt met een kop koffie erbij? Voor mij is het antwoord duidelijk, al weet ik nog steeds niet precies waarom die alleraardigste, bijna aristocratische Britse dame me na afloop van de avond haar visitekaartje in de hand drukte. Denkt ze echt dat ik met mijn uitgestreken gezicht bij uitstek geschikt ben om een moppentappende vlogger te worden of wilde ze alleen maar reclame maken voor haar YouTube-kanaal? Ik heb net een paar van haar bijdragen bekeken en me daarbij zo kostelijk geamuseerd dat ik voorlopig niets aan de huidige rolverdeling zou willen veranderen.