Deze week stond voor mij geheel in het teken van het basisinkomen. Niet alleen ben ik druk bezig met het redigeren van de pdf van mijn nieuwe boek, ik deed ook een telefonisch interview met de voorzitter van de Vereniging Basisinkomen. Ondertussen verscheen er een omslagartikel van mijn hand in Max Magazine en stond ik in de file richting Amsterdam zodat het warempel leek of ik gewoon weer een fulltime baan had. Uiteindelijk is dat ook de achterliggende gedachte van het basisinkomen: dat je lekker druk bent met van alles en nog wat zonder je al te druk te hoeven maken over je inkomsten. Toch beviel dit overvolle schema me een stuk minder goed dan mijn gebruikelijke dagindeling.
Voor alle duidelijkheid: ik heb gisteren het boek Koorts uitgelezen van Deon Meyer dat ik afgelopen zaterdag had geleend uit de bibliotheek, dus in mijn schema was in elk geval tijd genoeg om een boek van 500 pagina's uit te lezen. Dat was me nooit gelukt in de tijd dat ik nog écht een volledige baan had, tenzij ik dat boek moest lezen voor mijn werk. Diezelfde Deon Meyer heb ik namelijk al eens geïnterviewd toen hij op het punt stond om door te breken in ons land. Ik herinner me nog dat ik vooraf mijn twijfels had (want wat moest ik nou met een Zuid-Afrikaanse auteur?), terwijl hij nu met voorsprong mijn favoriete thrillerschrijver is.
Tegelijk baal ik ervan dat ik deze week nul keer in de bioscoop ben geweest en alleen op zondag tijd had voor een rondje op de racefiets. Maandag kreeg ik de pdf van mijn boek toegestuurd en die laatste controle moet grondig gebeuren. Er glipt in de eerste druk altijd wel een tikfout doorheen, maar als schrijver wil je het liefst dat alles in één keer goed is. Dus zat ik elke dag uren te lezen in een boek dat ik niet alleen zelf heb geschreven maar dat ik inmiddels ook kan dromen. Daarnaast moest ik alvast een extra column schrijven voor het RD omdat we er in de zomer even niet zijn en ik geen enkele week wil overslaan. Er zijn columnisten die hun plek tijdelijk overdragen aan een collega, maar ik hecht aan continuïteit en wil mijn lezers niet teleurstellen.
Ondertussen tekende ik voor een omslagverhaal in Max Magazine, zodat je niet alleen kunt stellen dat ik nog steeds journalist ben, maar zelfs weer heel even een áutojournalist. Het is grappig om te zien hoe snel je je oude vak weer oppakt, terwijl het toch alweer een jaar geleden was dat ik een tijdschriftartikel had geschreven. Toen ik nog in loondienst was, schreef ik er soms twee per dag, nu gerust twee per jáár. Met een basisinkomen op zak blijf je dus gewoon werken, maar je bepaalt wel je eigen tempo. Stiekem geef ik de voorkeur aan één column per week en één boek per jaar, zodat ik genoeg doe maar ook meer dan genoeg vrije tijd overhoud. Ondertussen ben ik namelijk op een leeftijd gekomen, waarop ik eigenlijk geen kostbare tijd meer wil verspillen.
Gisteren heb ik dat wél gedaan omdat ik naar een concert van Johnny Moped ben geweest. Het voert te ver om uit te leggen wie dat is en waarom ik er met alle geweld bij wilde zijn, maar ik moest er helemaal voor naar Amsterdam. Ik zeg "helemaal" want ik reed 's middags om kwart voor vijf weg en stond pas om 7 uur voor de deur van Paradiso. Toen ik nog werkte legde ik deze afstand soms vijf keer per week af, maar ik snap steeds minder goed hoe ik dat in vredesnaam volhield en ook niet wat ik mezelf daarbij vóórhield. Kortom: ik had het optreden niet willen missen, maar ik ben reuzeblij dat ik tegenwoordig mijn werk kan doen aan de keukentafel en ook helemaal zelf kan beslissen of ik zin heb om te werken.
Met het optreden van Johnny Moped sloot ik dus weer iets af (al kun je beter zeggen dat ik weer een oude jeugdheld aan mijn lijstje toevoegde), maar besloot ik ook dat ik dit echt nooit meer wilde. Het kost soms moeite om mensen uit te leggen wat dat jarenlange heen en weer gependel tussen Rotterdam en Amsterdam met mijn psyche heeft gedaan, al helpt het wel als ik er een macaber rekensommetje van maak. Zo schrijf ik in Leven van de lucht dat ik voorheen elke week langer in de auto zat op weg naar en van mijn werk dan mijn vrouw daadwerkelijk aan het werk was. Eerder had ik al eens uitgerekend dat ik elke maand twee volle werkweken onderweg was, zodat het begrip "autojournalist" in mijn geval heel letterlijk genomen kan worden.
Heel toevallig verscheen er deze week een stukje over mijn ervaringen met een basisinkomen op de website van de Vereniging Basisinkomen zonder dat ik wist dat ik voorzitter Alexander de Roo amper twee dagen later zelf zou interviewen. De weerslag van dat gesprek is binnenkort terug te vinden in datzelfde Max Magazine, want het onderwerp heeft alles te maken met de penibele situatie waarin veel werkloze 50-plussers na hun ontslag terechtkomen. Het was zo'n interessant gesprek dat ik het nauwelijks als "werk" kan betitelen, maar toch hoop ik dat ik volgende week eindelijk weer eens tijd heb om op de racefiets te stappen en een paar keer naar de film te gaan.
Ik heb het idee dat jij helemaal niet vroeg(tijdig) gestopt bent met werken maar gewoon andere werkzaamheden hebt gezocht! Wij verdienen (naast AOW en pensioen) ook met onze "hobby". Deze hobby was vroeger ons werk!
BeantwoordenVerwijderenDat is en blijft een interessante vraag en een kwestie van definitie. Zie ook mijn blog van 16 juni:
BeantwoordenVerwijderenhttp://hypotheekvrij.blogspot.nl/2017/06/wat-is-eigenlijk-precies-de-definitie.html