Zoeken

vrijdag 16 juni 2017

Wat is eigenlijk precies de definitie van "werk" en van "pensioen"?

Toen in 2014 het boek Het nieuwe nietsdoen verscheen, kreeg ik regelmatig als reactie dat ik zelf veel te veel deed voor iemand die "nietsdoen" propageerde. Datzelfde ritueel herhaalde zich bij De omgekeerde werkweek en Het plakbandpensioen. Want hoe kun je nu zeggen dat je met pensioen bent als je wekelijks een column schrijft in de krant en stiekem alweer plannen aan het maken bent voor boek nummer 16? Misschien moeten we dus maar eens kijken naar een sluitende, of misschien wel passende definitie van "pensioen". Ondertussen ga ik elke week met opzet een paar keer overdág naar de bioscoop om te laten zien dat dat in elk geval een van de opties is met een zelfgekozen VUT.


In de reacties op dit blog zijn door sommige mensen heel interessante dingen opgemerkt over de definitie van "werk" en "pensioen". Voor de meeste mensen is het simpel: het heet werk als je ervoor betaald krijgt en anders is het een hobby of noem het vrijwilligerswerk. Wellicht kan een econoom daarmee uit de voeten (of een statistisch bureau dat stelt dat je niet werkloos bent als je tenminste één uur per week betaalde arbeid verricht), maar ik vind het een nogal povere en eendimensionale benadering. Qua tijd en inspanning (en arbeidsvreugde) maakt het voor mij niet uit of ik een betaalde column schrijf voor een krant of een gastblog voor een website waar ik niks voor krijg. Trek je dat in het belachelijke door, dan ben je met een 40-urige werkweek geen seconde aan het werk als je alles gratis weggeeft of voor niks publiceert.

Die definitie werkt dus niet, vandaar dat ik voor mezelf andere maatstaven ben gaan hanteren. Werk is wat mij betreft geen "werk" als je het voor je plezier doet, als je er lol aan beleeft en als je precies hetzelfde zou doen als je er geen cent voor kreeg. Ik ben nooit boeken gaan schrijven voor het geld (en gelukkig maar want de eerste vijf jaar leverden me precies 1000 gulden op) en beleefde net zoveel plezier aan mijn eerste ongepubliceerde manuscript als aan een bescheiden bestseller als Het nieuwe nietsdoen. Zo krijg je vanzelf de komische situatie dat ik nooit het gevoel heb dat ik werk als ik een boek schrijf, terwijl ik het tegelijk een potsierlijk idee zou vinden als iemand als Kluun zou zeggen dat hij de hele dag niets doet. Tegelijk snap ik niks van andere schrijvers die het in interviews hebben over een "worsteling" of die schrijven vergelijken met "ploeteren".


Fiscaal gezien ben ik een ZZP'er met een KvK-nummer, maar ik beschouw mezelf als een zelfstandige zonder verplichtingen. In september verschijnt Leven van de lucht, maar ik bepaal helemaal zelf wanneer ik weer aan een volgend boek begin (en ook waar dat nu weer eens over zal gaan). De grap van een zelfgefinancierd basisinkomen is namelijk dat je die keuze niet alleen zelf kunt maken, maar ook elke dag opnieuw. Vanmorgen schreef ik dit blog, maar straks ga ik lekker het gras maaien en daarna een boek lezen van Tom Lanoye. In eerdere boeken beschreef ik dus soms een situatie die ik nog aan het creëren was en waar ik naartoe aan het werken was (net zoals ik vijf jaar na Hypotheekvrij! nog steeds niet helemaal van mijn woningschuld af ben maar wel op een haar na).

Zo kon het ook gebeuren dat vorig voorjaar Het plakbandpensioen verscheen, terwijl ik strikt genomen pas op 1 mei van dat jaar daadwerkelijk met plakbandpensioen ging. Strikt genomen is ook dat slechts een kwestie van definitie, want met ingang van die datum geef ik mezelf elke maand een basisinkomen om te zien wat er gebeurt, en welke keuzes je maakt, wanneer geld niet langer de doorslaggevende factor is. Hoe je tegen het begrip "pensioen" aankijkt, hangt dus af van je eigen verwachtingspatroon maar ook van de vraag hoe je "werk" definieert en denkt over "nietsdoen" (want dat laatste is sowieso iets heel anders dan met je armen over elkaar achter de geraniums zitten).


Hoe lastig deze kwestie is (maar ook hoe leuk en inspirerend en uitdagend) laat het voorbeeld zien van een collega-auteur uit Barendrecht die op zijn 55ste zijn baan opzegde om boeken te gaan schrijven. Hij financierde dat plakbandpensioen zelf zonder er veel ruchtbaarheid aan te geven en schrijft nog steeds stug door. Wat ik náást mijn werk deed, doet hij ná zijn werk. Dus is hij nou gestopt met werken als leraar om schrijver te worden en heeft hij simpelweg een carrièreswitch gemaakt? Of is hij met vroegpensioen en gebruikt hij zijn oude dag om te doen wat hij écht wil? Beter gezegd: werkt hij nou ijverig door na zijn AOW-datum (want die is inmiddels achter de rug) of werkt hij allang niet meer?

Wat het antwoord ook is, het mag duidelijk zijn dat het niet zomaar een simpel antwoord is. Dat laat ook het hierboven afgedrukte voorbeeld zien. Voor mij is dat een perfect voorbeeld van een "plakbandpensioen", ook al heeft de man in kwestie van dat woord waarschijnlijk nog nooit gehoord. Hij bekostigt het door zijn afbetaalde huis in Amsterdam te verhuren en zelf goedkoop te wonen in Friesland. Daarnaast teren ze in op hun spaargeld en verdienen ze wat bij als postbesteller en financial coach. In de pensioenspecial van het FD worden ze opgevoerd als gepensioneerden (en wat mij betreft volkomen terecht), maar je kunt net zo goed zeggen dat ze nog steeds werken omdat ze elke dag de post rondbrengen. Het enige juiste antwoord luidt dan ook: je bent met pensioen als je dat zelf zo noemt en ook zelf zo ervaart.