Als ik nog steeds werkzaam was geweest als schrijvend journalist, zou ik mijn eindredacteur voorstellen of hij misschien geïnteresseerd was in een serie interviews met schrijvers over alle boeken die ze nooit hebben geschreven. Dat kunnen manuscripten zijn die in een la zijn beland, onderwerpen die door de tijd zijn ingehaald, maar ook boeken die zijn blijven liggen of waar ze nooit aan toe zijn gekomen. Zelf heb ik minstens twee titels die - inderdaad - nooit verder zijn gekomen dan de titel.
Het begon allemaal met een appje van een freelance fotograaf die de ambitie heeft om 'de nieuwe Anton Corbijn' te worden. Dat sprak me meteen aan, omdat ik ooit begonnen ben als thrillerschrijver met in mijn achterhoofd het idee om 'de nieuwe Stephen King' te worden. De bijbehorende slogan had ik al in mijn hoofd zitten ('Horror van Hormann'), maar echt beroemd ben ik met mijn bovennatuurlijke thrillers nooit geworden. Uiteindelijk zou ik zeven misdaadromans publiceren, waarvan met name de laatste drie dicht bij mijn grote voorbeeld lagen.
Mijn eerste boek was eigenlijk mijn derde, want in de kast staat nog steeds een map met daarin een lijvig manuscript dat nooit is gepubliceerd. Ik schreef de eerste alinea in de nacht dat mijn oudste zoon werd geboren, vandaar dat ik nog precies weet wanneer ik eraan begonnen ben. Het resultaat - na twee jaar ploeteren in de avonduren - is een James Herbert-achtige thriller over mensen die krankzinnige dingen doen onder invloed van nabijgelegen hoogspanningsmasten. Mijn vrouw bedacht een passende titel (Ontlading), maar de uitgever die ik op het oog had wilde het niet uitbrengen.
Toen ik het manuscript inleverde bij de uitgeverij (dezelfde die ook de vertalingen van Stephen King uitbracht), verwachtte ik een week later al een dolenthousiast telefoontje met de mededeling dat ze het graag wilden uitgeven. In plaats daarvan duurde het meer dan een halfjaar en kreeg ik te horen dat het goed geschreven was maar veel te complex, bijna alsof ik alle ideeën die ik had in één boek had proberen te proppen. In plaats daarvan wilden ze graag iets in diezelfde stijl, maar dan wat minder wijdlopig en ambitieus.
Op dat moment was ik al halverwege een boek dat uiteindelijk pas tien jaar later zou verschijnen, bij een uitgeverij die inderdaad de volgende dag al terugbelde nadat ik het laatste hoofdstuk had opgestuurd. De Duistering verscheen bij uitgeverij Barnabas als 'het Nederlandse antwoord op Dan Brown', de eerste van drie reli-thrillers die ik zou publiceren voordat ik in 2008 bedacht dat ik nu wel genoeg spannende boeken had geschreven (sterker: ik dacht dat ik na negen boeken, waaronder ook nog een kinderboek en een non-fictie titel over tweede huizen) wel klaar was met schrijven.
Ondertussen had ik als journalist een artikel geschreven over de tot op heden nooit opgehelderde verdwijning van de stoffelijke resten van de in 1946 geëxecuteerde NSB-leider Anton Mussert. Onbekenden groeven in 1956 zijn beenderen op, vlak voordat ze officieel zouden worden geruimd, en daar loopt het spoor meteen dood. Ik interviewde neo-nazi's en klopte aan bij oud-Oostfrontstrijders, maar kwam er niet achter wie de daders waren en wat er vervolgens met zijn stoffelijke resten is gebeurd.
Pas na publicatie ontving ik een anonieme brief waarin te lezen viel dat zijn resten ergens op de Veluwe zijn herbegraven Sindsdien verzamelden zich op die plek elk jaar zo'n 200 mensen die een kring om het ongemarkeerde graf vormden en vijf minuten in stilte naar de grond keken. Daarna ging men in een naburig café nog iets drinken, zonder verder over politiek te praten. Ik vond het een fascinerend verhaal, maar de afzender reageerde nooit op de door hem opgestelde advertentietekst die ik een week later liet plaatsen, samen met mijn privénummer.
Dit hele verhaal lijkt sowieso al op iets uit een jongensboek, dus het duurde niet lang voordat ik met plannen rondliep voor een boek dat 'De Mussert Connectie' zou moeten heten en stevige geworteld zou zijn in de werkelijkheid. Verder dan die titel ben ik echtere niet gekomen, waarschijnlijk omdat ik tijdens een kampeervakantie in Frankrijk op een ochtend ineens wakker werd met een plot in mijn hoofd rondom de nooit opgepakte Utrechtse serieverkrachter.
Zo wordt het ene goede idee soms klakkeloos ingeruild voor een nog beter idee, hoewel je nooit weet hoe succesvol dat andere boek zou zijn geweest. Op dezelfde manier had ik ook al een mapje gemaakt voor een boek dat Heimwee naar Warmsen moest gaan heten, de Duitse plaats waar mijn verre Duitse voorouders vandaan kwamen. Waarschijnlijk had dat boek toch anders geheten want de uitgever vond het 'te literair' en bovendien lag dat charmante vrijstaande huis dat ik in 2006 had gekocht een stuk oostelijker in een dorpje dat Taubenheim heette. Maar dát is weer een ander verhaal voor een ander moment.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten