In mijn voor deze zomer geplande nieuwe boek stel ik vast dat er nooit zoiets zou hebben bestaan als 'jazz' of 'blues' zonder de slavernij. Maar pas toen ik me verder in het onderwerp ging verdiepen, ontdekte ik dat ook antisemitisme een beslissende rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de jazz. Zo heette de wereldberoemde klarinettist Benny Goodman - zoon van arme Joodse immigranten die in de VS een veilig heenkomen hadden gezocht - eigenlijk Benjamin David Gutman. Maar daar houdt het verhaal niet op.
Zo las ik op de Facebookpagina van zangeres Mirjam van Dam dat zaaleigenaren die haar boeken naar aanleiding van haar laatste album Yiddish Jazz het woord 'Joods' uit veiligheidsoverwegingen maar liever vermijden. Het concert dat ik bezocht in een kerk in Rotterdam, werd dan ook omfloerst aangekondigd als 'jazz met een verhaal', hoewel ze zelf meteen ter zake kwam en nog veel meer sprekende voorbeelden noemde van Joodse invloeden in de jazz.
Zodoende hield ik in mijn achterhoofd al rekening met actievoerders die hun pijlen zouden richten op alles wat ook maar iets met Israël te maken heeft, al had ik het eerder verwacht bij het jazz-trio Shalosh uit Tel Aviv dan bij zangeres Lenny Kuhr. De opkomst bij dat concert viel toch al wat tegen, wat volgens sommige bezoekers ongetwijfeld iets te maken moest hebben met het feit dat de band uit Israël afkomstig is. Dat ligt gevoelig, zeker in kringen waarin bijna iedereen automatisch partij kiest voor de andere partij.
Hoe ingewikkeld dit alles ligt, en hoe het soms wringt, ontdekte ik toen ik op 22 oktober na een middagconcert van de Joodse saxofonist Noah Preminger dat door ongeveer veertig mensen was bezocht terechtkwam in een menigte op de Erasmusbrug die woedende leuzen scandeerde tegen Israël, zodat broosheid en boosheid deze middag bijna letterlijk met elkaar in botsing kwamen. Vlak daarvoor had ik al de Joodse trompettist Itamar Borochov gezien, een van de beste concerten van het afgelopen jaar.
Wie erop gaat letten ziet vanzelf dat er veel meer invloedrijke Joodse jazzmuzikanten zijn, van Emmet Cohen tot Avishai Cohen. Diezelfde Emmet Cohen noem ik al eens in mijn vorig jaar verschenen boek Geluk op twee wielen, dat vooral over fietsplezier ging en verder niets met dit hele onderwerp te maken heeft. Met een Joodse pianist, een Japanse bassist en een zwarte drummer gold zijn trio wat mij betreft als exemplarisch voorbeeld van het feit dat in de jazz niet alleen muzikale grenzen vervagen, maar ook zaken als afkomst of kleur er niets toe doen.
Dit fragment onderstreept nog eens hoe zinloos en averechts het zou zijn om vredelievende musici verantwoordelijk te houden voor wat elders in de wereld gebeurt. Na het verstoren van het concert van Lenny Kuhr in Waalwijk gaf ik al aan dat er op dat moment een grens overschreden wordt, al was het maar omdat actievoerders niets te zoeken hebben in bibliotheken, musea, bioscopen en theaters. Wat dat betreft zouden artiesten niet alleen stelling moeten nemen tegen antisemitisme, maar ook hun eigen werkterrein veel beter moeten bewaken.
Als fervent theaterbezoeker, filmfreak en muziekliefhebber hoop ik in alle vrijheid te kunnen blijven genieten van alles wat me dierbaar is, niet alleen voor mij persoonlijk maar voor ons allemaal. Het zou meer dan verdrietig zijn als er straks bij elke ingang beveiligers geposteerd staan die je fouilleren en je tas doorzoeken en nog veel verdrietiger als sommige artiesten ons land voortaan liever mijden omdat hun veiligheid niet kan worden gewaarborgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten