Zoeken

vrijdag 22 maart 2019

Doorgeslagen identiteitspolitiek is een vorm van politieke zelfmoord

In de media buitelen deskundigen over elkaar heen om te verklaren hoe de partij van Baudet van niets op één terecht is gekomen. Misschien is het nog te vroeg voor een sluitende analyse, maar ik denk dat het te maken heeft met lastige thema's al immigratie en klimaat, maar ook met doorgeslagen identiteitspolitiek. Zelfs weldenkende mensen zullen vertwijfeld naar hun hoofd grijpen als je een straat niet eens meer naar een onschuldig blaasinstrument mag vernoemen vanwege de mogelijke kwetsende bijklank.


Vandaag mocht columnist Asha ten Broeke in haar column tekeer gaan tegen FvD, terwijl ze indirect medeverantwoordelijk is voor het succes van deze nieuwe partij. Naast Randstedelijke arrogantie, politiek gekleurde berichtgeving in de media (met als voorlopige dieptepunt het beschamende optreden van Prem afgelopen dinsdag in DWDD) ergeren mensen zich in toenemende mate aan doorgeslagen identiteitspolitiek, politieke correctheid en het gemakzuchtige, klakkeloze gebruik van woorden als 'fascist', 'racist' en 'seksist'.

Voor alle duidelijkheid: ik heb afgelopen woensdag niet op FvD gestemd (in de Stemwijzer eindigde hij in mijn geval zelfs helemaal onderaan), maar als politicoloog zou ik deze partij niet meteen willen vergelijken met de NSDAP. Ook heeft Baudet wel een punt met zijn suggestie dat je op universiteiten tegenwoordig niet alleen je kennis kunt verbreden en verdiepen, maar ook welbewust een bepaalde politieke richting op wordt gestuurd. Mijn aversie tegen doorgeslagen feminisme is ook geheel terug te voeren op de periode waarin ik politicologie studeerde aan de UvA in Amsterdam.


Toen ik daar in 1980 mijn eerste werkcolleges bijwoonde, kreeg ik te horen dat álle verschillen tussen mannen en vrouwen zijn terug te voeren op opvoeding, reclame, Hollywoodfilms en socialisatie. Dat leek me niet alleen onwaarschijnlijk, ik vond het ook een beetje een onwetenschappelijke benadering van een op zich boeiend en veelomvattend onderwerp. Deze stellingname suggereert namelijk ook dat je baby's (M/V) op een geïsoleerd eiland zó zou kunnen opvoeden dat de meisjes zich enthousiast aansluiten bij de Hells Angels, terwijl de mannen blij over de Huishoudbeurs slenteren.

Toen - als 19-jarige - leek me dat wat al te kort door de bocht en dat vind ik nog steeds. Het enige verschil is dat ik nu het risico loop om een bange, boze of gefrustreerde (oude) witte man te worden genoemd. Het gebruik van het woord 'wit' vind ik geen enkel probleem en een kleine moeite, maar tegelijk denk ik dat de fixatie op huidskleur juist een averechts effect heeft. Voorheen beschouwde ik Surinamers en Antillianen zonder erbij na te denken als Nederlanders, maar nu zie ik in de eerste plaats gekleurde mensen en potentiële Zwarte Piet-activisten.


Ook wat dat betreft gaat mijn persoonlijke historie terug tot de schoolbanken, want ik studeerde politicologie in het gezelschap van weer een andere Volkskrant-columnist. De grap is dat ik wel wist dat Stephan Sanders homoseksueel is (omdat hij het verteld had of omdat ik het had opgemerkt), maar ik heb al die jaren geen tel het gevoel dat hij een andere huidskleur had of roots die heel ergens anders lagen dan in zijn geboorteplaats Haarlem. Door dat feit voortdurend te benadrukken en aan te halen in zijn column, plaatst hij zichzelf nadrukkelijk in die categorie en moest ik mijn beeld met terugwerkende kracht bijstellen.

Dat is de ironie: iemand als Gloria Wekker signaleert geen racisme, maar hanteert jargon dat speciaal bedacht lijkt om onverdacht gedrag in een kwaad daglicht te zetten en te voorzien van een flinterdun wetenschappelijk sausje. Op dezelfde manier leidt het steeds weer terugkerende Zwarte Piet-debat niet automatisch tot minder discriminatie in de samenleving (ook niet wanneer morgen wordt besloten om die hulpjes helemaal af te schaffen of groen te schminken), maar ook tot wrevel en aversie.

Zo kun je ook vraagtekens zetten bij het gemak waarmee Saskia Noort het in haar column in het AD steeds maar heeft over 'wij vrouwen', terwijl zij zelf juist in allerlei specifieke subcategorieën valt. Zo valt haar standpunt niet los te zien van het feit dat ze een gescheiden vrouw is, een financieel onafhankelijke vrouw, een vrouw uit de Randstad, een moeder, een schrijver (en dan ook nog een heel succesvolle), een witte vrouw, een vrouw van middelbare leeftijd en ga zo maar door. Juist door in hokjes te denken en bij alles te hameren op huidskleur, geslacht en seksuele voorkeur vecht je tegen windmolens en bevorder je het hokjesdenken.