Zoeken

maandag 16 december 2019

Het feminisme krijgt steeds meer populistische trekjes

Nieuwkomers op dit blog zullen wellicht denken dat ik me alleen bezig houd met financiële zaken, maar van huis uit ben ik planoloog en politicoloog. Voor die laatste studie schreef ik eind jaren tachtig een scriptie over 'De bruine kanten van het groene denken', maar anno nu zou ik waarschijnlijk voor een heel ander thema hebben gekozen. De laatste tijd valt me namelijk niet alleen op dat het feminisme een gemakzuchtige ,vooringenomen ideologie aan het worden is, maar ook dat het steeds meer populistische trekjes begint te vertonen.


Sowieso staat het bloedserieuze karakter van het moderne feminisme in schril contrast met de relativerende blik waarmee ik alles altijd probeer te bekijken (vanuit mijn witte, mannelijke privilige uiteraard). Zo vind ik het wel grappig dat een vrouwelijke gedragseconoom in de Volkskrant wordt geïnterviewd door een vrouwelijke journalist en een wordt vereeuwigd door een vrouwelijke fotograaf. Dat zegt verder niets over de 'loonkloof', maar betekent wel dat mannen in dit geval geheel buitenspel stonden.

Na lezing van het bijbehorende interview valt vooral op dat Henriëtte Prast niet veel nieuws te melden heeft. Op verjaardagen moet ik vaak op mijn tong bijten als jonge vrouwen luidkeels meningen verkondigen waar ze zelf niets aan hebben bijgedragen of bij na hebben hoeven denken. Het feminisme is een gemakzuchtige ideologie aan het worden die zich beperkt tot het herkauwen van steeds dezelfde shortlist aan standpunten en stokpaardjes. Anders gezegd: als je mij had gevraagd wat Prast op alle vragen zou gaan antwoorden, had ik dat zelf vooraf eigenlijk al kunnen invullen.


Je kunt dan natuurlijk aanvoeren dat het blijkbaar nog steeds nodig is en dat er blijkbaar nog steeds niets is veranderd, maar er is meer aan de hand. In mijn volgende boek vraag ik me hardop af hoe geëmancipeerde vrouwen erop zouden reageren als de loonkloof in één weekend werd gedicht en het glazen plafond tijdens diezelfde paar dagen aan gruzelementen ging. Zo voel je je namelijk ook wanneer je na iets meer dan tien jaar je hypotheek helemaal hebt afgelost: je bent eindelijk klaar, maar alle onderwerpen zijn meteen ook op.

Voor veel vrouwen is het feminisme een houvast, een geloof of een bron van inkomsten. Het is niet alleen een ideologie of een sociale beweging, maar ook een interessant verdienmodel en een complete industrie. Je kunt je als jonge vrouw boos maken over al het onrecht dat je als vrouw wordt aangedaan en vervolgens merken dat die boosheid ook wel een lekker gevoel is (omdat woede energie geeft en ook omdat het de schuld zo lekker buiten jezelf legt). Dan helpt het enorm als er een paar onderwerpen op het actielijstje staan die waarschijnlijk nooit kunnen worden opgelost.


Afgelopen week was er veel te doen over de burgemeester van Leiden die vrouwen tot voorzichtigheid maande omdat er in deze stad een serie-aanrander actief is. Door feministen werd het goedbedoelde advies om als vrouw in het donker niet alleen over straat te gaan weggehoond en bestempeld tot 'victim blaming', terwijl niemand dat roept bij dat televisiespotje waarin mensen wordt geadviseerd om hun huis op slot te doen en een lampje te laten branden als ze even de hond gaan uitlaten of een avondje naar de bioscoop gaan.

In mijn boek Een jaar in het donker haal ik als voorbeeld de film The Big Sick aan. Daarin wordt een man beschuldigd van 'misogynie' als hij tegen zijn vriendin zegt dat ze om twee uur 's nachts beter niet alleen over straat kan gaan lopen in een drukke stad. Je kunt dat advies natuurlijk seksistisch noemen of vrouwonvriendelijk of weet ik wat, terwijl hij alleen maar oprecht bezorgd was en zich liet leiden door gezond verstand en common sense.


Nu komen we bij de kern van de zaak, want het 'populisme' van het moderne feminisme zit hem in de valse belofte dat bepaalde zaken uit de wereld kunnen worden geholpen én de suggestie dat daarvoor slechts een simpele oplossing noodzakelijk is: je hoeft mannen 'alleen maar' anders op te voeden. Saskia Noort schrijft het letterlijk in haar laatste column, Lisa Bouyeure constateert het in haar eigen woorden in de Volkskrant en het Algemeen Dagblad publiceerde enkele dagen eerder een ingezonden brief met exact dezelfde strekking.

In principe is iedereen (M/V) het waarschijnlijk wel eens met de stelling dat een vrouw in lingerie ongestoord over straat zou moeten kunnen lopen, net zoals we allemaal wensen dat we in een wereld leefden zonder oorlog, honger en armoede. Ik wil ook dat rijke toeristen ongestraft met een dure camera om hun nek door een achterbuurt van Rio kunnen lopen en dat je je fiets nooit meer op slot hoeft te zetten. Tegelijk denk ik dat het zinloos zou zijn om morgen een politieke partij op te richten die streeft naar nul verkeersdoden.

Zaken als algemeen kiesrecht, gelijke kansen, gelijke beloning, baas in eigen buik en ga zo maar door kun je bewerkstelligen middels wetgeving, quota en een geleidelijke mentaliteitsverandering. Aan de andere kant zie ik het de komende 500 jaar niet gebeuren dat vrouwen zich volmaakt veilig voelen als ze in hun eentje in het donker over straat lopen of fietsen, tenzij je (zoals ik in Een jaar in het donker schrijf)  alle jongens voor de zekerheid chemisch castreert bij het bereiken van de puberteit of een avondklok invoert voor mannen boven de zestien.

donderdag 12 december 2019

Je gaat niet naar de fysiotherapeut voor een wortelkanaalbehandeling

Zoals beloofd zou ik nog even terugkomen op de documentaire van Lize Korpershoek, nadat hij op televisie was uitgezonden. Na mijn vorige blog regende het boze reacties, omdat ik het had gewaagd iets over 'Mijn seks is stuk' te schrijven, terwijl ik er nog geen tel van had gezien. Het was dan ook niet bedoeld als allesomvattende recensie, maar slechts als voorlopige reactie op alles wat ze er zelf in interviews over had verteld. Inmiddels ben ik een stuk wijzer geworden, maar tegelijk ook weer helemaal niet.



Laat ik eerst even uitleggen waarom ik hier überhaupt over schrijf, want dit is geen blog voor televisierecensies. Er worden dagelijks documentaires uitgezonden die geheel aan mij voorbijgaan en waar ik verder geen woorden aan vuil maak. In dit geval was de publiciteit vooraf echter zó groot dat het al snel de schijn kreeg van iets heel gewichtigs. Ze stond pontificaal in het Volkskrant Magazine, was te gast in DWDD en plofte kort daarna op de mat op de cover van de Varagids. Zonder dat mediabombardement zou ik gewoon naar de serie Hjem til Jul op Netflix hebben gekeken.

Inmiddels heb ik hem bekeken (hoewel niet lineair, want gisteravond was ik bij een concert van jazztrompettist Avishai Cohen). Voordat ik vanmorgen de ochtendkrant opensloeg had ik Lize Korpershoek dus al weifelend in een pashokje zien staan om zich een spannend lingeriesetje te laten aanmeten. Uit de reacties op sociale media wist ik dat men het 'dapper' vond dat ze zich zo 'kwetsbaar' opstelde. Het was ook 'oprecht' en 'taboedoorbrekend' en 'integer'. Haar verhaal is ook 'herkenbaar', hoewel dat uit de documentaire zelf verder niet blijkt.


In mijn vorige blog noemde ik haar verhaal eerlijk en openhartig. Op televisie zag ik een aandoenlijke jonge vrouw die dodelijk onzeker is. Welk taboe ze met deze documentaire precies zou doorbreken is me niet helemaal duidelijk geworden, wél dat de vroege dood van haar vader een enorme impact heeft gehad op haar jeugd en haar persoonlijke ontwikkeling. In die zin kun je stellen dat ze naar de fysiotherapeut gaat voor een wortelkanaalbehandeling, want haar probleem zit dieper en lijkt meer iets voor een psycholoog dan een seksuoloog.

De kijker moet er een beetje naar raden hoe gespannen en verdrietig het gezinsleven soms was na de dood van haar vader, maar daar zit enorm veel onverwerkt leed en ook veel opgekropte woede. Daar doe ik bepaald niet lichtzinnig over want ik weet zelf hoe het is om je vader te verliezen als je acht jaar bent en mijn vrouw zat middenin de puberteit toen haar vader begon te dementeren. Dergelijke gebeurtenissen laten onherroepelijk hun sporen na en vormen je karakter, zonder dat verder iemand iets te verwijten valt.


De politicoloog in mij was dus een tikje teleurgesteld, want ik zie in de documentaire geen maatschappelijke trend, maar eerder de kiem voor een psychologisch verhaal waar ik als romanschrijver beter mee uit de voeten zou kunnen. Iedereen die er toch een feministisch verhaal van probeert te maken of mij gemakzuchtig van seksisme beschuldigt, zou ik nog even willen wijzen op het feit dat Lize Korpershoek waarschijnlijk veel minder media-aandacht zou hebben gekregen als ze niet een aantrekkelijke jonge vrouw was geweest (of de vriendin van Tim Hofman).

Waar ik wel blij van werd, was dat beeld van Lize Korpershoek op een hoge duikplank. Die metafoor gebruik ik zelf namelijk ook heel vaak: na het behalen van een diploma in het hoger onderwijs staan jonge mensen op een denkbeeldige hoge duikplank. Dat kun je rekken door een tussenjaar in te lassen of op wereldreis te gaan (of door de volwassenheid op een andere manier nog even uit te stellen), maar je zult uiteindelijk de sprong moeten wagen en knopen door moeten hakken als het gaat om een huis, een beroep, een partner en een eventuele kinderwens. In die zin is haar relaas toch nog een beetje een actueel verhaal met een maatschappelijk tintje.

maandag 9 december 2019

Wat zegt die docu van Lize Korpershoek nou precies over de tijdgeest?

Het is misschien wat voorbarig om te reageren op de documentaire van Lize Korpershoek voordat je hem daadwerkelijk hebt gezien, maar door al het rumoer rondom 'Mijn seks is stuk' kon ik er niet omheen. Daar komt bij dat ik haar - en al die andere jonge vrouwen van een jaar of 34 - met klem zou willen adviseren vanavond naar die documentaire te kijken van de slechts 15 jaar oudere Ines ten Berge. Vandaag maak je je misschien nog druk over een haperend libido, morgen kijk je vertwijfeld naar een leeg kinderbedje.


Even voor alle duidelijkheid: ik ben opgegroeid in een tijd zonder selfies, YouTube-kanalen en influencers. Verder ben ik oud genoeg om de váder van Lize Korpershoek te kunnen zijn, dus elke reactie op haar openhartige en eerlijke verhaal kun je bij voorbaat afdoen als 'reactionair'. Tegelijk ben ik een politicoloog die oprecht benieuwd is naar de strekking van haar betoog en naar een antwoord op de vraag of deze documentaire misschien iets zegt over de tijdgeest.

Omdat ik een ouderwetse, soms zelfs lineaire tv-kijker ben, wacht ik met kijken tot hij aanstaande woensdag daadwerkelijk wordt uitgezonden. Mijn jongste zoon heeft hem inmiddels al op YouTube bekeken en volgens hem heeft hij 'niets nieuws' te horen gekregen. Eerlijk gezegd verwacht ik dat ook een beetje, want in interviews blijkt ze vaak heel verrast over zaken die toch als min of meer bekend mogen worden verondersteld (bijvoorbeeld als het gaat om de gezondheidsrisico's van borstimplantaten).


Wat verder opvalt is dat er van elk verhaal van een jonge vrouw automatisch een M/V-verhaal wordt gemaakt. Ze vertelt een persoonlijk verhaal dat ook gewoon iets heel particuliers kan zijn zonder dat je dat meteen toe kunt schrijven aan seksisme of aan de samenleving. Misschien is ze wel snel verveeld en eerder op iets uitgekeken. Misschien heeft ze ooit iets vervelends meegemaakt of legt ze de lat wel te hoog. Anders gezegd: het kan best dat haar verhaal uiteindelijk interessanter is voor een psycholoog dan een politicoloog.

In het uitgebreide interview in de VARA-gids van deze week vertelt ze dat ze pas de krant is gaan lezen sinds ze meedeed aan het televisieprogramma De Slimste Mens (toen ze 33 was). Je kunt dus vaststellen dat ze een enorme kennisachterstand moet hebben op iemand die al de krant leest sinds de brugklas. Je kunt ook zeggen dat ik op mijn twintigste misschien al meer wist over de vrouwelijke seksualiteit dan zij, omdat ik óók de Viva las, de Flair, de Libelle en Margriet (en verder alles wat los en vast zat). Ging het deze week juist niet over de gevaren van ontlezing?


Indirect kan haar verhaal álles met de tijdgeest te maken hebben, omdat al die aandacht voor genderneutraliteit onbedoeld wel eens zou kunnen leiden tot minder seksuele spanning. Ik zag een foto van haar vriend Tim Hofman op dameshakjes en met een handtasje. Dat kan heel eigentijds zijn en vooruitstrevend, maar misschien verlangen vrouwen diep in hun hart stiekem toch vooral naar die onverschrokken spierbundel met hoekige kaken. Het zou niet de eerste keer zijn dat wensdenken hardhandig in aanvaring komt met de werkelijkheid.

Zo ontdekt ze in de korte documentaire dat haar lichaam reageert op seksueel getinte beelden, terwijl haar hersenen een heel ander verhaal vertellen. Bij een man loopt er een rechte lijn van zijn brein naar wat er tussen zijn benen gebeurt, maar bij vrouwen is dat vaak een veel kronkeliger pad met allemaal omwegen en doodlopende paadjes. Dat kan inderdaad met de samenleving te maken hebben, maar ook met schaamte of met een problematische verhouding met het eigen lichaam. Ook als het om seksueel genot gaat, begint alles met zelfinzicht, zelfvertrouwen en zelfkennis.


Vandaar dat ik Lize Korpershoek met klem zou willen adviseren vanavond naar de documentaire Heb je kinderen? te kijken. Die heb ik óók nog niet gezien, maar ik las wel het bijbehorende interview in het Volkskrant Magazine. Vergeleken met het peilloze verdriet dat gepaard kan gaan met onvrijwillige kinderloosheid is een gebrekkig libido een onbenullig en bijna kinderachtig probleem. Misschien is dat dus óók wel iets van deze tijd: dat over elk onderwerp uit een mensenleven, en elke hobbel op weg naar volwassenheid, heel veel heisa wordt gemaakt. Daarbij zou je snel vergeten wat écht belangrijk is en wat van voorbijgaande aard.

In een van de interviews antwoordt Korpershoek op de vraag of ze zelf kinderen wil met de zinsnede 'misschien uiteindelijk wel'. Dat is een logisch antwoord wanneer je 24 bent, maar niet wanneer je al 34 kaarsjes hebt uitgeblazen op je laatste verjaardagstaart. Misschien is dát uiteindelijk nog wel wat me het meest opvalt. Toen ik 34 was had ik een koophuis, een vaste baan en een kind zonder dat daar veel geaarzel en gedoe aan te pas was gekomen. Vroeger rolde je automatisch van het een in het ander, terwijl je nu als midden-dertiger nog vol existentiële twijfels en levensvragen kunt zitten en praat alsof je nog maar net van school bent.