Zoeken

maandag 31 december 2018

Breek in 2019 eindelijk eens uit die filterbubbel!

In films gebeurt het soms dat mensen door een magische truc of een mysterieus toeval terechtkomen in het lichaam van iemand anders. Vaak beseffen ze dan pas dat je kijk op het leven wordt bepaald door je leeftijd, je geslacht, je milieu, je leefomstandigheden, je uiterlijk en ga zo maar door. Leuk en leerzaam, maar niet eenvoudig na te bootsen in het dagelijkse leven. Al zou het wel een hoop schelen als alle krantenbezorgers vanaf morgen de krant van de buren bij jou door de brievenbus zouden proppen.


Sinds 2006 heb ik een heleboel discussies moeten voeren over mijn autokeuze of mijn beslissing om versneld te gaan aflossen. Dat is onvermijdelijk wanneer je voor de troepen uitloopt en in 2008 al met iets begint wat pas in 2012 'in' is en een paar jaar later een volkomen geaccepteerd verschijnsel. Mij zul je daar verder ook niet over horen klagen, want wie tegen de stroom in roeit moet nou eenmaal harder peddelen. Wel begin ik een beetje moe te worden van al die mensen die steeds maar weer menen te moeten benadrukken dat De Telegraaf een foute krant is met vette chocoladeletters die aan een van de foutste journalisten van Nederland onderdak biedt (Wierd Duk).

Iedereen heeft recht op zijn eigen mening, maar ik zou het veel interessanter vinden als diezelfde mensen een jaar lang De Telegraaf thuisbezorgd zouden krijgen in plaats van het dagblad waar ze nu op geabonneerd zijn (als ze überhaupt al een krant lezen). Dat geldt natuurlijk ook omgekeerd, want in deze maatschappij is anno 2019 vooral behoefte aan een ander geluid in de eigen zelfvoldane filterbubbel. Zelf lees ik al sinds 1988 - dus precies dertig jaar - elke ochtend zowel De Volkskrant als De Telegraaf en dat is heel verfrissend. De waarheid blijkt namelijk opvallend vaak in het spreekwoordelijke midden te liggen.


Het afgelopen jaar heb ik welgeteld 251 films gezien (één meer dan de omslag van mijn nieuwe boek belooft) en dat was ook meer dan alleen maar een leuke en unieke ervaring. Na zoveel films ontkom je namelijk niet aan de conclusie dat goed en kwaad geen netjes afgebakende begrippen zijn, maar slechts de uiteinden van een enorm uitgestrekt grijs gebied. Je kunt ook zeggen dat ik een jaar lang door een mijnenveld van meningen ben gehuppeld met aan beide zijden mensen die zich hebben ingegraven in de loopgraven van hun eigen gelijk.

Ook vandaag ontkwam ik niet aan de conclusie dat er vooral in De Telegraaf dingen staan die je aan het denken zetten. Mensen staren zich vaak blind op wat de voorpagina je toeschreeuwt, maar het 'echte' nieuws staat juist in de ingezonden brieven, de columns, de commentaren en de achtergrondartikelen. Toen iemand mij onlangs vanuit het niets vroeg wat mijn favoriete columnist
is, noemde ik als eerste Jeffrey Wijnberg. Die schrijft elke maandag in De Telegraaf over relaties en dat is elke keer weer even raak.


De meeste mensen zijn voortdurend op zoek naar bevestiging en naar bewijzen van het eigen gelijk. Daar maak ik me natuurlijk net zo goed schuldig aan, maar ik word het meest blij van inzichten of uitspraken die me weten te verrassen en aan het denken zetten. Zo heb ik vandaag met heel veel aandacht de column zitten lezen van Annemarie van Gaal waarin zij op verfrissende wijze de keerzijde aangeeft van de modieuze gedachte dat je vooral 'in het nu' moet leven. Wie zich teveel fixeert op vandaag, vergeet misschien wel waar we vandaan komen en is blind voor het overkoepelende verhaal.

Je kunt de hele dag vertwijfeld naar een frustrerend puzzelstukje in je hand staren dat nergens lijkt te passen, maar je kunt ook eens even opstaan en rustig kijken naar de afbeelding die al op tafel ligt. Van Gaal legt zelfs het verband met zelfmoord, omdat dat vaak een momentopname is, een uitvergroting van een uitzichtloze situatie waaruit geen andere uitweg mogelijk lijkt. Op dezelfde manier kun je de huidige welvaart niet beoordelen, zonder af en toe achterom te kijken en te beseffen dat al die vermaledijde babyboomers ook gewoon in een flatje zijn begonnen met een studieschuld op zak en sinaasappelkistjes als salontafel.

Los daarvan is het natuurlijk ook gewoon leuk om in deze tijd van het jaar al die lijstjes te bekijken van zaken die in 2019 'uit' zijn, al was het maar omdat ik het als journalist zelf ontzettend leuk vond om die samen te stellen. Ook wat dat betreft wist De Telegraaf me vandaag te verrassen, want als je niet beter wist zou je bijna denken dat het morgen 1 januari 1969 is in plaats van vijftig jaar later. Er zal best wat wensdenken aan te pas komen, maar de komende twaalf maanden zijn naast cowboylaarzen ook plateauzolen, wandelvakanties, tie dye, vinyl en eetbare bloemen in de mode. Ook Oosterse prints en consuminderen zijn weer helemaal hot, maar vliegvakanties kunnen anno 2019 natuurlijk écht niet meer.

donderdag 27 december 2018

Wie fanatiek gaat aflossen, gaat vanzelf duurzaam leven

In mijn boek Hypotheekvrij! uit 2012 beschrijf ik hoe wij eind 2008, vlak na het uitbreken van de kredietcrisis min of meer per ongeluk duurzaam zijn gaan leven. Wie superzuinig leeft om geld over te houden voor weer een extra aflossing, springt automatisch zuiniger om met de planeet en de overgebleven natuurlijke hulpbronnen. Hoewel ik steeds benadruk dat je die redenering niet om kunt draaien, kun je er wel een paar belangrijke lessen uit trekken.


In feite begon de omslag al twee jaar eerder, toen ik mijn lease-auto moest inleveren tijdens de zoveelste bezuinigingsronde op mijn werk en ik plots voor de keus stond welk merk en model ik zou kopen als gezinsauto. Let wel: we praten over 2006, lang voordat de overheid besloot om kleine, zuinige (diesel)auto's fiscaal te gaan stimuleren. Economisch gezien was er geen vuiltje aan de lucht en niemand had het over warmtepompen of zonnepanelen.

Mijn keus viel op een gele Fiat Panda diesel uit 2004, een voormalige testauto die ik via de importeur kon kopen. Als autojournalist reed ik elke week in een andere auto, dus ik wist hoe hoe voelde om achter het stuur te zitten van een SUV of een Phaeton van een ton. Dit leek mij echter de meest praktische keuze, want groot genoeg voor vier volwassen én zuinig. Gemiddeld reed hij 1 op 22,5, maar ik slaagde er soms ook in om op bepaalde trajecten 1 op 30 te halen.


In 2009 overleefde ik nipt een grote reorganisatie op mijn werk, met als gevolg dat ik ben gaan aflossen alsof mijn leven ervan afhing. Je kunt ook zeggen dat ik zuinig ben gaan leven alsof de toekomst van de wereld op het spel stond en de zeespiegelstijging louter afhing van de vraag wanneer ik weer een nieuwe spijkerbroek zou kopen. In Hypotheekvrij! beschrijf ik uitgebreid waar wij allemaal op zijn gaan bezuinigen, met als vaststelling dat wij door al dat aflossen ook geen hypotheek meer namen op de aarde.

Niet alleen reed ik in een kleine zuinige auto, ik kocht járen achtereen geen nieuwe kleren, schafte ook geen overbodige spullen aan en kwam alleen nog maar in een restaurant als we echt iets te vieren hadden of weer eens een mooi bedrag hadden afgelost. Daarnaast zijn we nooit meer op wintersport geweest en hebben we zelfs een keer de zomervakantie helemaal overgeslagen. Vliegen deed ik alleen voor mijn werk, met als gevolg dat mijn vrouw voor het laatst op Schiphol is geweest toen het hele internet nog niet eens bestond.


Begrijp me goed: ik beschouw mezelf nauwelijks als modelburger, want ik reed voor mijn werk minstens 50.000 kilometer per jaar en vloog om de haverklap naar een ander land voor weer een volgende perspresentatie van een nieuw model auto. Aflossen deed ik heel consequent en doelbewust, maar duurzaam leven was iets in de slipstream waar ik me slechts langzaam bewust van werd. Als het eindresultaat niet zo positief was, zou je het haast collateral damage moeten noemen.

De grap is dat dat duurzame gedrag is ingesleten en standhoudt tot de dag van vandaag. We zijn gestopt met aflossen toen de aflossingsvrije hypotheek was weggewerkt, maar ik rijd nog steeds in een piepklein autootje en leg daarin minder kilometers af dan op de fiets. De kachel staat in huis nooit hoger dan 18 graden en in de zomervakantie komen we niet verder dan Zuid-Duitsland. Dit voorjaar heb ik toevallig drie nieuwe spijkerbroeken gekocht, maar daar kan ik vervolgens weer járen mee vooruit.

De grap is ook dat wij al tamelijk duurzaam zijn gaan leven voordat daar van hogerhand op werd aangedrongen. Nog grappiger is dat wij daarvoor geen enorme investeringen hebben gedaan, maar juist veel minder geld zijn gaan uitgeven. Elke extra investering die we daarnaast nog zouden doen in het verduurzamen van de eigen woning is mooi meegenomen, al wil ik op deze plek nog wel even benadrukken dat het in een iets andere betekenis van het woord óók heel duurzaam is om helemaal  geen schulden meer te hebben.

maandag 24 december 2018

Fixatie op warmtepomp is merkwaardig en een tikje verdacht

De afgelopen week kreeg ik vanuit diverse kanten het verzoek om eens een blog te wijden aan het 'klimaatakkoord'. Dat wil ik best doen, maar dan wel met de aantekening dat ik een heleboel verschillende blogs nodig heb om alle aspecten te belichten die daarmee samenhangen. Zo schrijf ik aanstaande vrijdag in mijn wekelijkse column op de economiepagina van het RD iets over het draagvlak van alle voorgestelde maatregelen, terwijl ik me hieronder vooral bezighoud met de vraag waarom er de hele tijd maar één alternatief genoemd wordt voor de traditionele CV-ketel.


Bovenstaande foto is genomen op Striks Erve, een kleinschalig vakantiepark in de kop van Overijssel dat waarschijnlijk de geschiedenisboeken in kan als een van de eerste gasloze vakantieparken van Nederland. De grap is echter dat het dat al was toen dat begrip nog niet eens bestond en niemand vraagtekens zette bij het gebruik van aardgas om te koken en woningen te verwarmen. De term 'gasloos' betekent op zich dus helemaal niets en kan ook niet zomaar gebruikt worden als synoniem voor 'groen' of 'klimaatvriendelijk'.

Wel is het belangrijk om aan te geven - zoals je op deze foto eigenlijk ook al wel kunt zien - dat er op dit park volwaardige, uit steen opgetrokken woningen staan met drie slaapkamers. In een vakantiehuis mag je officieel niet wonen, maar de huisjes zijn groot genoeg om er met een heel gezin in te wonen. Dat doet vanzelf de vragen rijzen hoe ze worden verwarmd als ze niet zijn aangesloten op het aardgasnet (en in feite dus al decennia vooruitlopen op de in het klimaatakkoord opgenomen ambities). Staat er een primitieve warmtepomp in de berging of hebben al die huisjes misschien een houtkachel in de woonkamer?


In het klimaatakkoord wordt maar één alternatief geboden voor de reguliere CV-ketel en dat is een (hybride) warmtepomp, al dan niet in combinatie met een zonneboiler. Dat wekt bevreemding en maakt me bij voorbaat argwanend, bijna alsof je als bank aan alle mensen met een aflossingsvrije hypotheek adviseert om deze om te zetten naar een annuïteitenhypotheek. Dat kan inderdaad een oplossing zijn, maar je kunt ook zelf extra gaan aflossen of de hypotheek gewoon door laten lopen tot je je laatste adem uitblaast of het huis verkoopt.

Financieel advies is per definitie maatwerk en de uitkomst verschilt per geval. Datzelfde geldt - of zou moeten gelden - voor de energievoorziening van woningen. Zelf ben ik een absolute leek op dit gebied, maar er moeten talloze technische oplossingen en aanpassingen te bedenken zijn die wellicht minder kostbaar zijn of minder ingrijpend. Want hoe zit het nou precies met die 44 huisjes op dat gasloze park? Houd houden die het warm in de winter, hoe koken en douchen ze en hoe hoog is de maandelijkse energienota?


Voor de warmwatervoorziening is in de berging een elektrische boiler geplaatste en in de woonkamer hangen twee simpele elektrische radiatoren die moeiteloos in staat zijn een ruimte van ongeveer 37 vierkante meter op temperatuur te brengen. Niet alleen is het een heel simpel systeem waarvoor je alleen maar een stopcontact nodig hebt, het is ook nog eens relatief voordelig in aanschaf en geheel onderhoudsvrij. Nadeel is alleen dat je in één klap de hele installatiebranche werkloos maakt, want in theorie kan iedereen die een lamp kan ophangen dit systeem zelf installeren.

Is dat misschien de ware reden waarom de warmtepomp zo wordt gepromoot? Omdat het voor decennia aan werkgelegenheid garandeert? Er moeten in Nederland nog veel meer relatief kleine en misschien niet optimaal geïsoleerde woningen zijn die prima uit de voeten zouden kunnen met elektrische radiatoren, een elektrische kookplaat en een elektrische (huur)boiler, zeker in combinatie met zonnepanelen. Dit systeem is ook al bijna twee decennia oud, dus er zullen inmiddels verbeterde versies, andere varianten of soortgelijke oplossingen op de markt zijn

Bij fulltime bezetting betaal je met een dergelijk systeem een voorschot aan de energieleverancier van ongeveer 140 euro, nauwelijks meer dan je in een woning van gelijke grootte kwijt bent met een reguliere cv-ketel. Dat is dus de grote valkuil van het klimaatakkoord: dat je de hele tijd het gevoel hebt om de tuin te worden geleid met het halve verhaal, dat er onrealistische verwachtingen worden gewekt en dat je onder valse voorwendselen maatregelen krijgt opgedrongen. En dát heeft dus weer alles te maken het met het draagvlak waar mijn column van vrijdag over gaat.

woensdag 19 december 2018

Dus nu staan er weer te weinig vrouwen in de top 2000?

Deze week kreeg ik een opiniestuk onder ogen van Aafke Romeijn waarin wordt vastgesteld dat er te weinig vrouwelijke artiesten staan in de Top 2000. Die constatering is een kwestie van turven en zegt verder helemaal niets over de achterliggende oorzaken en motieven. Om daar dus meteen weer het zoveelste voorbeeld van te maken over ongelijkheid en seksisme, getuigt van enorme geestelijke luiheid en gemakzucht. Je kunt immers net zo goed vaststellen dat er te weinig zwarte muziek in de lijst staat, te weinig Nederlandstalige muziek, te weinig recente muziek of te weinig death metal.


Laten we dat dus eerst maar eens aankaarten: je hoeft als jonge, aan de weg timmerende vrouw niet te beschikken over ook maar één originele gedachte om op de proppen te komen met de eeuwige jammerklacht dat vrouwen stelselmatig worden achtergesteld en onderdrukt. Het is slechts een kwestie van inhaken in de polonaise en in alles wat voorbij komt een voorbeeld zien van seksisme, ongelijke behandeling, achterstelling en discriminatie. Schrijven dat mannen de Top 2000 'domineren' wekt meteen al de situatie dat het gaat om een apenrots waar je alleen op nummer 1 kunt komen door je ellebogen te gebruiken en vrouwen te marginaliseren.

In mijn nieuwe boek haal ik een vrouwelijke recensent van dagblad Trouw aan die serieus suggereerde dat mannelijke bioscoopbezoekers tandenknarsend naar Wonder Woman zaten te kijken, omdat de hoofdrol werd gespeeld door een vrouw. Wie op zo'n manier naar de wereld kijkt, ziet niet alleen overal misstanden maar ziet ook dingen die er helemaal niet zijn. In dat universum heeft Hillary Clinton automatisch de verkiezingen verloren omdat ze 'een vrouw' is en niet omdat het misschien ook een elitair, wereldvreemd ijskonijn is van een partij die identiteitspolitiek belangrijker vindt dan een fatsoenlijk inkomen.


Op dezelfde manier kun je vaststellen dat er relatief weinig zwarte muziek in de lijst staat, zonder dat je daar klakkeloos allerlei verregaande conclusies aan kunt verbinden over discriminatie en racisme. En heeft iemand eigenlijk al eens geturfd hoe weinig artiesten van eigen bodem er in de lijst staan en hoe weinig Nederlandstalige muziek? In het stuk van Aafke Romeijn lees ik geen enkele interessante of verfrissende observatie en kom ik ook geen enkel nieuw inzicht tegen. Helaas vind je in deze wereld eerder weerklank wanneer je schrijft dat er te weinig vrouwen in de Top 2000 staan dan wanneer je na 250 bioscoopfilms vaststelt dat vrouwen er in de bioscoop helemaal niet zo bekaaid vanaf komen als vaak gesteld.

Wat Aafke Romeijn bijvoorbeeld vergeet, is dat het een lijst is met overwegend oude muziek. Wie zijn favorieten kiest, grijpt daarbij terug op zijn vormende jaren. In mijn geval liggen die tussen mijn 8ste en mijn 25ste, zodat ik steeds weer op de proppen kom met dezelfde namen. Ik koop regelmatig nieuwe muziek en heb letterlijk een hele plank in de kast met vrouwelijke singer/songwriters, maar daar zitten geen artiesten tussen waar ik in mijn jeugd naar luisterde en ook geen platen die ik mee zou nemen naar het spreekwoordelijke onbewoonde eiland. Op mijn lijstje met favorieten staan wel twee vrouwen (Jerney Kaagman en Mariska Veres) maar het zijn al jaren dezelfde twee en ook al jaren dezelfde twee nummers.


Uit het stuk van Aafke Romeijn blijkt niet dat ze veel weet van muziekgeschiedenis en al helemaal niet dat ze zelf erg van muziek houdt. Zo zou ze in haar betoog eigenlijk ook iets moeten doen met de vaststelling dat je op platenbeurzen voornamelijk mannen tussen het vinyl ziet grasduinen en het ook vooral mannen zijn die hun lp-collectie koesteren. Luisteren mannen anders naar muziek dan vrouwen en zijn ze fanatieker als het om hun smaak en hun voorkeuren gaat? En moet je niet gewoon vaststellen dat de vrouw van Kurt Cobain weliswaar een eigen band had, maar dat de echte smaakmakers van de grunge toch vooral mannen waren met bands als Nirvana en Pearl Jam?

Ik heb ooit ergens gelezen dat het stemgeluid van vrouwen bij mannen een zekere irritatie opwekt door het schelle karakter en de toonhoogte. Stel nou dat dat waar is en dat het als aangenamer wordt ervaren om naar een mannenstem te luisteren, is er dan sprake van ongelijkheid of van iets totaal anders? Zelf heb ik in mijn kast wel een paar vrouwelijke rappers staan, maar de woede van artiesten als Jedi Mind Tricks en Brand Nubian zou nooit zo hard binnenkomen met een vrouw achter de microfoon. Is dat dan nog steeds seksisme? Of is het misschien écht alleen maar een kwestie van persoonlijke voorkeur en smaak als je meer mannelijke artiesten in je kast hebt staan of op je lijstje met toppers?

Desondanks heb ik me voorgenomen om volgend jaar nog eens kritisch naar mijn lijst te kijken en in elk geval dit nummer van Arch Enemy toe te voegen. Dat zou een unicum zijn, want het is van ruim na de eeuwwisseling, maar in zekere zin beschouw ik dit - door de aanstekelijke mix van brute power en melodie - als misschien wel de ultieme metalsong. Ook een goede kans maakt de single I am woman van Helen Reddy uit 1971. Het is geen muziek uit mijn jeugd, maar wel uit mijn jeugdjaren. De muziek van Reddy stond heel oneerbiedig te boek als 'huisvrouwenpop' en dat maakt de tekst van dit nummer alleen maar krachtiger en stukken veelzeggender dan de platgetreden paden waar Aafke Romeijn in haar opiniestuk met een boos gezicht doorheen banjert.

maandag 10 december 2018

Hoe zit het nou eigenlijk met mijn eigen basisinkomen?

Op de kop af 2,5 jaar geleden, op 1 mei 2016, begon mijn privé-experiment met een soort zelfgefinancierd basisinkomen. Door 60.000 euro opzij te zetten in een apart spaarpotje, was ik in staat mezelf vijf jaar lang 1000 euro netto per maand uit te keren. Inmiddels ben ik alweer halverwege dit experiment en rijst de vraag hoe een dergelijk gegarandeerd inkomen je gedrag beïnvloedt. Daarnaast (maar dat is iets voor de volgende keer) is het interessant om te zien hoeveel er nu nog in dat spaarpotje zit.


Natuurlijk is mijn basisinkomen meer een 'basisinkomen', omdat ik dat bedrag elke maand aan mezelf uitkeer. Je zou zelfs oneerbiedig kunnen stellen dat ik al tweeënhalf jaar inteer op mijn spaargeld of dat ik - gezien mijn leeftijd - elke maand een soort vroegpensioen incasseer. Feit is wel dat ik vanaf mijn 55ste écht kon vaststellen wat het met je doet als je elke maand gratis geld krijgt, ook al krijg je het in feite van jezelf.

Uiteraard heb ik de uitzending van Tegenlicht van twee weken geleden aandachtig bekeken, hoewel ik op zich niet veel nieuws hoorde. Voor het schrijven van Leven van de lucht heb ik dit onderwerp van alle kanten bekeken en helemaal binnenstebuiten gekeerd. In die zin weet ik aardig wat er zoal over het basisinkomen is geschreven en gezegd, en ook wat de eerste voorzichtige resultaten zijn van al die vaak redelijke bescheiden experimenten op verschillende plaatsen in de wereld.


Zelf wilde ik bewust een stapje verder zetten door te kijken wat het écht met je doet als je op een dag wakker wordt in het besef dat je de komende 60 maanden elke maand 1000 euro op je rekening bijgeschreven krijgt. Je kunt namelijk honderd jaar lang filosoferen over hoe een dergelijk systeem in theorie uitpakt, maar ik wilde dat cadeautje maar al te graag zélf uitpakken. Daarbij moet je wel goed de bijsluiter lezen, want er zitten een paar specifieke elementen in mijn situatie die de einduitslag beïnvloeden.

Zo maakt het nogal wat uit of je dat geld krijgt van jezelf of van de overheid. Zelfs als een basisinkomen onvoorwaardelijk is, zul je als burger een soort morele druk voelen om iets terug te doen. Dat element ontbrak bij mij, want het ging om 'eigen geld' (hoewel soms gezegd wordt dat het spaargeld van de één, de schuld is van de ander). Daarnaast maakt het nogal wat uit of je een basisinkomen geeft aan iemand van 35 die nog vol plannen zit of aan een 55-jarige schrijver die zijn ei feitelijk al heeft gelegd en de VUT-gerechtigde leeftijd inmiddels heeft bereikt.


In die zin stond het al min of meer vast dat ik mijn 'nest-egg' zou gaan gebruiken als een soort basispensioen (of als een achterlijk vroege AOW). Schreef ik vroeger boeken in de avonduren naast een betaalde baan, nu wérd dat opeens mijn enige baan. Het bleek ook veel makkelijker om 'nee' te zeggen tegen bepaalde betaalde klussen, omdat er geen financiële noodzaak meer was om opdrachten aan te nemen voor het geld. Je gaat dus niet de hele dag nietsdoen, maar je doet ook niets meer tegen je zin.

Nog steeds werk ik net zo ijverig aan mijn boeken als voorheen (want ik heb er net weer eentje ingeleverd bij mijn uitgever), maar het afgelopen jaar heb ik niet één journalistiek artikel meer geschreven. In die zin zijn de rollen opeens omgekeerd: ik krijg gratis geld en doe alleen nog dingen waar ik voorheen maar weinig mee verdiende. Dat betekent ook dat ik veel minder belasting afdraag dan toen ik nog in loondienst was, waarmee meteen de betaalbaarheid van een dergelijk stelsel op de tocht komt te staan.

In de uitzending van Tegenlicht opperde Rutger Bregman om een basisinkomen voor iedereen te financieren uit een soort CO2-heffing op vervuilende producten en diensten. Dat klinkt net zo sympathiek als al die andere ideeën rondom dit onderwerp, maar zorgde bij mij voor een diepe frons. Een basisinkomen financieren met een dergelijke heffing, klinkt toch een beetje als benzine kopen van de kinderbijslag. Een basisinkomen wérkt, maar het werkt voorlopig alleen als je er zelf werk van maakt.

maandag 3 december 2018

Wie is bij #aflossingsvrij de schuldige partij?

Niet iedereen met een aflossingsvrije hypotheek stevent af op een gevaarlijke ijsberg, maar feit is dat de helft van de totale hypotheekschuld van 672 miljard nog steeds bestaat uit hypotheken waarbij alleen rente wordt betaald. Dat is een erfenis uit het recente verleden, toen deze variant te boek stond als goedkoopste hypotheekvorm en om die reden razend populair was bij huizenkopers. Nu we allemaal geachte worden 'aflossingsblij' te worden, rijst de vraag wie nou precies verantwoordelijk is voor deze penibele situatie.


Veel huizenkopers hebben het gevoel dat ze er door hun tussenpersoon of bank zijn ingeluisd, toen ze destijds een handtekening zetten onder hun aflossingsvrije hypotheek. Daar kan genoeg reden voor zijn, bijvoorbeeld als je het kantoor binnenstapte met het voornemen een veilige annuïteitenhypotheek af te sluiten en je even later weer buiten stond met een 'veel betere aanbieding die honderden euro's per maand scheelde', maar je nu het gevoel geeft dat je gebakken peren zit te eten op het bovendek van de Titanic.

Grote fout is geweest - en dat heb ik al eerder en vaker gezegd - dat banken en tussenpersonen aflossingsvrije hypotheken verkochten zonder het met de klant te hebben over aflossen. Door de snel gestegen huizenprijzen was een aflossingsvrije hypotheek vaak de enige mogelijkheid om nog een huis te kunnen kopen, maar er werd zelden gewezen op de consequenties op de einddatum (voor zover er sprake is van een einddatum, want dat verschilt per bank en per hypotheekakte). Zo kun je in theorie 29 jaar in zalige onwetendheid in een huis wonen, tot er opeens een brief op de mat valt die alles op z'n kop zet.


Het wrange van een aflossingsvrije hypotheek is dat je er je hele leven aan vastzit, of - beter gezegd - tot aan je dood. Daarmee doet deze hypotheekvorm zijn Britse naam alle eer aan, want ook mijn twee aflossingsvrije hypotheken zouden mij de rest van mijn leven zijn blijven achtervolgen als ik niet tijdig maatregelen had genomen. De ene schuld liep tot tot 'datum aflossing' (en dat kun je tot je laatste dag op aarde blijven uitstellen), terwijl de tweede zijn geldigheid pas verloor in april 2061, het jaar waarin ik theoretisch honderd zou worden. Ik heb vaak gezegd dat wij in 2008 zijn gaan aflossen alsof de duivel ons op de hielen zat, maar in werkelijkheid was het Magere Hein met zijn zeis.

De grap is echter dat onze tweede hypotheek geheel aflossingsvrij zou zijn geweest als de bank daar geen stokje voor had gestoken. De tussenpersoon was wel bereid ons de hélft van het bedrag aflossingsvrij te lenen, maar de andere helft bestond uit een spaarhypotheek met een afgesproken aflossing op een vaste einddatum na 25 jaar. In zekere zin heeft de bank ons dus juist tegen onszelf beschermd, terwijl de teneur nu vaak is dat die sector louter uit hebzuchtige, nietsontziende boeven bestaat. Ik weet wel dat ze dat alleen maar uit voorzichtigheid hebben geadviseerd (of uit eigen belang), maar het was uiteindelijk ook in ons voordeel.


Dan nog blijft het een interessant fenomeen dat wij precies tien jaar geleden versneld zijn gaan aflossen, terwijl de bank nu pas met die aflossingsblij-campagne komt. Bijna elk interview begint dan ook met de vraag waarom wij toen die stap hebben gezet, net zoals advocate Benedict Ficq nog regelmatig moet uitleggen waarom ze zelf ooit is begonnen met roken en daar na een jaar of dertig weer mee is gestopt. Dat is op zich een interessante vraag, maar in dit geval vind ik de vraag zelfs veel interessanter dan het antwoord. De twee journalisten vragen namelijk specifiek waarom ze in 2003 is gestopt met roken, terwijl de antirooklobby toen nog helemaal niet zo actief was.

Voor iemand van mijn leeftijd voelt vijftien jaar geleden aan als gisteren, want 9/11, de invoering van de euro, de moord op Pim Fortuyn en de dotcomcrisis liggen nog vers in het geheugen. Dat laat zien dat diversiteit in de media zich niet moet beperken tot huidskleur en geslacht, maar ook moet resulteren in een evenwichtige leeftijdsopbouw. Je kunt jonge mensen niet verwijten dat ze een andere horizon en een ander referentiekader hebben, maar er moet ook een dwarse academicus of een ouwe rot op de redactie rondlopen die weet te vertellen dat de nazi's destijds al op de hoogte waren van het feit dat roken slecht is voor je gezondheid.

De vraag aan Ficq onderstreept dat je als mens altijd de mogelijkheid hebt - en misschien ook wel de plicht en de verantwoordelijkheid - om je goed te informeren. Wie met de massa meehobbelt en alles voor zoete koek slikt, ziet een ijsberg in de verte misschien wel aan voor vasteland en wordt pas wakker als het water al door de boeg sijpelt. Tot mijn 47ste had ik me ook niet echt in mijn hypotheek verdiept, dus ik beschouw mezelf helemaal niet als een slimmerik of een smartass. Eerder ben ik een wat trage leerling die tijdig naar de hoogste versnelling is overgeschakeld en er vlak voor de tentamenperiode een mooie eindsprint uit heeft geperst.