Zoeken

vrijdag 18 mei 2018

Wat ik als man in elk geval geleerd heb van #MeToo.

Bijna anderhalf jaar nadat de hashtag #MeToo de wereld overspoelde, zit ik nog steeds te wachten op iemand die het grote grijze gebied tussen man en vrouw in kaart durft te brengen. Dat is hard nodig aangezien je als schrijver tegenwoordig al de krant kunt halen vanwege 'seksueel grensoverschrijdend gedrag' wanneer je iemand ooit tegen haar zin op de mond hebt gekust (dat gaat niet over mij, maar zo ver gaat het dus al). Desondanks: ik heb als man een paar zinnige dingen geleerd van #MeToo, dus al die ophef heeft zeker zin gehad.


Maar eerst even over Harvey Weinstein, de man waar het allemaal mee begon. Ik kan niet naar zijn foto kijken - en dan heb ik nog niet eens de meest louche uitgezocht - zonder het idee te hebben dat het om een mugshot gaat. Anders gezegd: als je die man in een film zou casten als seriemoordenaar of kinderverkrachter, zou iedere recensent schrijven dat het er veel te dik bovenop lag. Je moet niet te snel aan typecasting doen, maar deze man zou je als rechter alleen al op basis van zijn uiterlijk kunnen veroordelen, zelfs als het bewijs rammelt en hij een prima alibi heeft.

Dat zeg ik, omdat ik nu pas goed kan navoelen hoe het is om als groep te worden aangesproken op het gedrag van een paar kwaadwillende individuen. Nu snap ik veel beter hoe vredelievende moslims worstelen met bommenlegers die zeggen te handelen uit naam van de islam. Ja, natuurlijk wil je dan best benadrukken dat je daar tegen bent, maar tegelijk heeft het helemaal niks met jou te maken. De vraag is zelfs of je als samenleving redelijkerwijs kunt verwachten dat mensen zich nadrukkelijk distantiëren van dat soort acties, want zelf beschouw ik mannen die om het hardst met #MeToo meehuilen stiekem ook een beetje als slijmballen en overlopers.


Belangrijk is om het hoofd koel te houden en alles een beetje in perspectief te blijven zien. Als weldenkend mens ben ik uiteraard tegen misbruik en seksuele intimidatie, maar ik herinner me nog heel goed het gemak waarmee Goedele Liekens op televisie de aanklacht tegen Kevin Spacey meteen maar even opschaalde van 'aanranding' naar 'verkrachting'. En ik vind het ook totaal absurd dat je als volwassen man publiekelijk door het slijk gehaald wordt wegens 'seksueel grensoverschrijdend gedrag' wanneer je zes jaar geleden een vrouw tegen haar zin op de mond hebt gekust. Als #MeToo straks van toepassing is op elke onbeholpen versierpoging, moet je niet verrast zijn wanneer mannen verstarren en bang zijn dat alles wat ze doen direct wordt bestraft of ooit wordt opgerakeld.

Tegelijk - en nu komt weer een leermomentje - zie ik dingen achteraf in een heel ander licht. Ooit was ik er als journalist op de Autosalon in Parijs getuige van hoe een uitgelaten collega met zijn mobiele telefoon in het voorbijgaan een upskirt foto maakte van een van de aanwezige modellen die al die nieuwe automodellen opluisterden. Ik herinner me nog goed de geschokte blik van dat meisje, alsof ze zojuist had ontdekt dat iemand een camera in haar badkamer had gemonteerd en haar al tien jaar ongemerkt bespioneerde. Als man denk je uit stoerheid tegenover je vrienden een leuke prank uit te halen, maar je onderschat de impact die zoiets heeft op een vrouw. Anders gezegd: hij raakte haar met geen vinger aan, maar ze keek alsof ze zojuist was aangerand.

Zelf had ik toen net een Nokia waarmee je alleen maar kon bellen, dus ik had amper door wat er precies gebeurde en vond het op dat moment misschien zelfs wel grappig. Nu, ouder en wijzer, heb ik er spijt van dat ik toen niet tegen die jongen heb gezegd dat hij een beetje normaal moest doen. Want als man heb je er totaal geen idee van hoe het is om als vrouw altijd op je hoede te moeten zijn en je onveilig te voelen. Dat is misschien wel de kern van #MeToo: het griezelige besef dat een man in theorie altijd zijn toevlucht kan nemen tot geweld om zijn zin door te drijven. Het gaat vaak om verschil in macht, maar net zo goed om verschil in kracht.

Hoe diep die angst zit, en hoe lichtvaardig je dat als man zou vergeten, ontdekte ik toen ik op een zomerse avond na een filmbezoek naar huis fietste. Het was nog licht en op straat was het door de aangename temperatuur bijna net zo druk als overdag. Ik reed op mijn stadsfiets een kilometer of 25 en hield daarbij de snelheid aan van een vrouw op een e-bike die honderd meter voor me reed. Dat deed ik zonder nadenken, net zoals je op de snelweg met je auto soms op de rechterbaan blijft rijden achter een vrachtwagen die negentig rijdt. Pas toen ze bij een groen stoplicht bleef staan en schichtig opzij keek toen ik voorbij reed, besefte ik dat je als vrouw al heel snel het gevoel moet hebben dat je gevaar loopt, dat iemand op je loert of je zelfs opzettelijk achterna zit.

Ik reed echt op een enorme afstand achter haar op een doorgaande fietsroute waar iedereen dezelfde kant uitreed, maar toch moet ze zich unheimisch hebben gevoeld en het als bedreigend hebben ervaren. Dat is dus misschien wel de belangrijkste les: dat je gedrag heel anders kan worden geïnterpreteerd en dat je als man soms zonder je het te realiseren iets verkeerd doet. Misschien moeten mannen dus nóg beter beseffen dat vrouwen altijd alert moeten zijn op gevaar en hun gedrag daarop afstemmen. Dat donkere park waar jij om tien uur 's avonds fluitend en nietsvermoedend doorheen peddelt, is voor een vrouw - en misschien wel je eigen dochter of vrouw - een duister oord waar overal gevaar loert en een plek om te mijden.