Zoeken

donderdag 23 maart 2017

Waarom zijn klimaatsceptici eigenlijk zo sceptisch?

Op sociale media viel de afgelopen dagen te lezen dat de opwarming van de aarde in een stroomversnelling is geraakt die zomaar kan betekenen dat er na de eerstvolgende bocht een angstaanjagende waterval op ons wacht. Wie dat maar een eng idee vindt, kan zich troosten met de conclusie dat de wereld vooral last heeft van "klimaathysterie" (Marianne Zwagerman) en van een "opwarmingsverhaal" (Leon de Winter). Zelf ben ik toevallig net zo'n opwarmingsverhaal aan het lezen - namelijk de roman Goud Roem Citrus van Claire Vaye Watkins -  en dat gaat je bepaald niet in je kouwe kleren zitten. Vraag is dus niet alleen wie er in deze discussie gelijk heeft, maar ook waarom klimaatsceptici eigenlijk zo graag willen geloven dat het allemaal oncontroleerbare onzin is.


Natuurlijk is Goud Roem Citrus niet meer dan het is, namelijk een roman. Het is een verzonnen verhaal, geschreven door iemand van 31 die waarschijnlijk te veel boeken heeft gelezen van Frank Herbert. Tegelijk is dat de kracht van schrijvers van dit soort dystopische boeken: dat ze hun lezers meenemen naar een helemaal niet zo verre of vergezochte toekomst. Zoveel fantasie is er niets eens voor nodig om je voor te stellen hoe het is om te leven in een wereld waarin de zon onbarmhartig schroeit, water zeldzamer is dan goud en ook rijke westerlingen zich aan hebben moeten sluiten in de onafzienbare stroom klimaatvluchtelingen.

In die zin laat dit boek zich lezen als de ochtendkrant van 2032 (die tegen die tijd natuurlijk helemaal niet meer bestaat, net zoals er ook geen vers fruit meer is en alle bomen kaalgevreten zijn en zo broos als papier). In Goud Roem Citrus heeft de opwarming van de aarde ons definitief ingehaald en is er geen ontkennen meer aan. Het is The Walking Dead maar dan zonder zombies en met een zinderende zon. Je stapt je voordeur uit en bent opeens in de woestijn van Nevada. Ik weet nog steeds niet of ik het een goed boek vind, maar ik weet wel dat ik na de eerste paar hoofdstukken veel meer genoot van mijn schaal druiven en mijn koude glas water.


Ondertussen - en dat betekent in mijn geval dus tussen het lezen door - lees ik op Twitter dat er sprake is van klimaathysterie en schrijft Leon de Winter op zijn vaste plek in de krant dat er geen sprake is van door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde, maar slechts van een "opwarmingsverhaal". Het klimaat fluctueert nu eenmaal en dat heeft niets te maken met onze vervuilende en verkwistende levensstijl maar alles met geologische en kosmische krachten. Als we al invloed hebben door onze CO2-uitstoot, dan is dat alleen maar in positieve zin want zo stellen we de volgende ijstijd juist weer een beetje verder uit.

Nu ben ik een politicoloog met een talenpakket, dus ik kan alleen maar afgaan op wat ik over dit onderwerp lees (bijvoorbeeld dat het in New York in februari al even 21 graden was). Als journalist schreef ik in 1988 al een artikel over wat toen meestal nog het "broeikaseffect" werd genoemd en vorig jaar zomer las ik tijdens mijn vakantie De klimaatoorlogen van Harald Welzer. Tegelijk las ik naast de column van Leon de Winter en de tweets van Marianne Zwagerman óók het boek De menselijke maat van Salomon Kroonenberg, dus niemand kan mij ervan beschuldigen dat ik in een filterbubbel leef waarin GroenLinks de agenda bepaalt.


Vooropgesteld dat ik niet 100% zeker weet dat klimaatsceptici onzin verkondigen, meen ik wel een verklaring te hebben voor hun reflex. Die lijkt namelijk héél erg op die van mensen die naar excuses zoeken om vooral niets te hoeven aflossen. De laatste jaren is dat stukken minder geworden, maar toen wij in 2008 begonnen met met het aflossen van onze hypotheek heb ik alle k*tsmoezen wel de revue zien passeren. Zo kreeg je altijd een boete als je afloste, moest je natuurlijk wel "leuke dingen" kunnen blijven doen en had je er niks aan als je op je 55ste een hartaanval kreeg op de drempel van je hypotheekvrije huis dat je net een dag eerder helemaal had afgelost. Aflossen is soms afzien en daar hebben de meeste mensen helemaal geen zin in.

Zuinig leven om je eigen hypotheek af te kunnen lossen is dan misschien nog wel op te brengen, maar niemand gaat superzuinig leven om te sparen voor zijn achterkleinkinderen. Dat speelt dus ook mee in de hele klimaatdiscussie. Mensen willen overal 130 rijden, in de zomer het vliegtuig pakken naar Bali en lekker alles kopen waar ze blij van worden. Klimaatsceptici willen zonder schuldgevoel vasthouden aan hun oude verkwistende levensstijl en dus moet het allemaal wel onzin zijn. Toegeven dat opwarming misschien bestaat betekent immers: minder vliegen, minder vlees, minder vervuiling en misschien wel minder keuzevrijheid. Dat lijkt een flinke stap terug, maar is waarschijnlijk veel verstandiger dan op de oude voet doorgaan tot er geen weg terug meer is.