Zoeken

dinsdag 4 oktober 2016

Goed voornemen voor 2017: elke droge dag een stuk fietsen

Het is nog een beetje vroeg voor goede voornemens (en in  mijn geval ook een beetje onzinnig aangezien ik niet hoef af te vallen en alles al bijna heb afgelost), maar onlangs dook er in mijn hoofd ineens een zinnetje op dat een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uitoefent. Normaal gesproken vind ik het in de winter al snel te koud, te donker of te nat om te fietsen, zodat er van lichaamsbeweging weinig terecht komt en ik pas in maart weer voorzichtig begin te trainen. Maar hoe zou het zijn als je je voorneemt om op een gewóne fiets elke droge dag een rondje te trappen? Inmiddels heb ik daar al een aardig begin mee gemaakt, want gisteren reed ik ineens weer op de Van Brienenoordbrug richting Rotterdam.


Zoals dat wel vaker gaat, speelde toeval een belangrijke rol bij dit goede voornemen (dat helemaal geen goed voornemen is in de zin dat er niets van afhangt en ik me dus ook nergens aan hoef te houden). Zo had ik een paar weken geleden een rondje van zestig kilometer gefietst door de Alblasserwaard op de racefiets, toen mijn vrouw vroeg of ik zin had om die avond nog een keer dezelfde kant op te fietsen richting Kinderdijk. Dat deed ik met frisse tegenzin, maar het was een heel leuke avond en ik bleek ondanks dart trainingsrondje moeiteloos nog eens een kilometer of vijfentwintig te kunnen afleggen op een oude fiets zonder versnellingen (beter gezegd: met drie versnellingen waarvan maar eentje het doet).

Een paar dagen later herhaalde ik dat experiment nog eens door eerst op mijn mountainbike van Ridderkerk heen en weer naar De Lier te fietsen en meteen daarna op een gewone fiets naar Rotterdam. Zo bleek niet alleen dat honderd kilometer helemaal niks is als je een beetje geoefend bent, maar ontdekte ik eveneens dat niets je ervan weerhoudt om hard te rijden op een gewone fiets of om lange afstanden af te leggen op een een minstens veertig jaar oude Fongers met terugtraprem. Het lijkt zelfs wel of dat tot in korte tijd tot méér spierkracht leidt dan al die rondjes door de polder op smalle, soepele bandjes.


Toen ik vorige week een lezing gaf in Hellevoetsluis, legde ik de zaal de volgende vraag voor. Stel, er staan aan de voet van een brug vier mensen: twee zestigers in vol ornaat met een racefiets, een jonge vrouw met een elektrische fiets en een man van 55 op een oude herenfiets met een paarse fietstas aan de bagagedrager. Op wie zou je dan je geld inzetten als je moest gokken wie het eerst bovenop die brug was? Het antwoord laat zich in dit verband raden, maar ligt tegelijk zo weinig voor de hand dat het de moeite waard zou zijn om van een dergelijke wedstrijd eens een filmpje op YouTube te plaatsen.

Inmiddels ben ik zover dat ik allerlei excuses en excursies ga zoeken om maar op de fiets te kunnen stappen. Zo ben ik gisteren naar Rotterdam gereden omdat het noordenwind was (en ik dan meteen ook een plaat van Graham Parker kon kopen bij De Plaatboef) en heb ik 's middags boodschappen gedaan op diezelfde fiets. Daarna ben ik nog even rond het in ontwikkeling zijnde Waalbos gereden om te zien hoe ver ze inmiddels zijn met de aanleg van het fietspad. Dat bleek "afgesloten" te zijn met een dwars over de weg gelegde boomstam, maar is inmiddels wel voorzien van een splinternieuw bord en een bijbehorend fietsknooppunt (nummer 26).


Goed beschouwd is bovenstaande foto heel symbolisch, want ik kan bij voorbaat allerlei omstandigheden en factoren bedenken die mijn plannen kunnen dwarsbomen (al was het alleen maar dat je meestal in je gewone kleren op een gewone fiets stapt en irritant begint te zweten als je wat harder fiets dat gemiddeld). Tegelijk ben ik benieuwd wat dit allemaal gaat opleveren, hoe ver het me brengt en in hoeverre het leidt tot structurele veranderingen en verschuivingen. Doe ik straks helemaal niks meer met de auto of gaat de lol vanzelf van al dat fietsen af als ik elke vierkante meter uit mijn naaste omgeving heb verkend?

Voorlopig heb ik er in elk geval heel veel plezier in, al zorgde een tocht langs de Drechtsteden vorige week voor een schokkende ontdekking. Op zich is het al tamelijk schokkend dat ik voor het eerst op plekken kwam waar ik nooit eerder geweest was, maar zittend op een bankje langs de rivier bedacht ik opeens dat ik nu heerlijk drie uur achter elkaar aan het fietsen was, terwijl ik vroeger elke werkdag meestal drie uur in de auto zat op weg naar en van mijn werk (met uitschieters naar vier, en een enkele keer zelfs vijf uur). Dat laat de waanzin zien van mijn "vorige leven", maar zorgt er tegelijk voor dat ik tegenwoordig intens kan genieten van dit soort ogenschijnlijk simpele dingen.