Zoeken

vrijdag 16 september 2016

Studeren was vroeger niet gratis, wél een stuk beter

Donderdag stond er een bericht in De Volkskrant dat verbazingwekkend genoeg niet veel stof heeft doen opwaaien. Uit een analyse van scripties die zijn geschreven tussen 1998 en 2014 blijkt dat de kwaliteit van het universitair onderwijs achteruit is gehold. Als gezegd wordt dat de jongste generatie het slechter krijgt dan de vorige, hebben ze dus gelijk als het om het scholing gaat. Waarschijnlijk zou het beeld nog veel dramatischer zijn als ze nóg verder terug gingen in de tijd, want ik heb zelf eind jaren tachtig meegemaakt hoe de studieduur van 5,5 jaar werd teruggebracht naar 4: niet door hetzelfde lesmateriaal in vier jaar te proppen, maar door anderhalf jaar aan vakken te schrappen.


Natuurlijk is het maar een steekproef, maar toch is het opmerkelijk dat het bericht uit de krant niet tot veel meer verontwaardiging heeft geleid. Scripties die nu met een 9 worden beloond aan de VU zouden twee decennia geleden hooguit goed zijn geweest voor een 6,6. Dat betekent dat je dus nog wel wat vraagtekens mag zetten bij de groeiend aantal mensen met een masterdiploma. Er studeren steeds meer mensen af aan universiteiten, maar tegelijk zouden ze het bij een kennisquiz waarschijnlijk afleggen tegen elke willekeurige HBS-er. In die zin hebben de babyboomers het dus inderdaad veel beter: ze hebben het beste onderwijs genoten.

Dit stuk schrijf ik dus ook niet om te laten zien hoe slim ik zelf ben, want ik ben er - zonder onderzoek - heilig van overtuigd dat de generatie die vlak voor mij zat beter onderwijs heeft genoten dan ik. Zelf heb ik meegemaakt hoe eind jaren tachtig het studeren "nieuwe stijl" werd ingevoerd. In die tijd deed je doorgaans een jaar of zes over de universiteit en dat was niet zomaar zo: het programma besloeg op zichzelf al 5,5 jaar. Dat was te lang volgens de overheid, dus er werd flink in het lesprogramma gesnoeid om aan een studieduur van 4 jaar te komen. Het oude studieprogramma werd toen meteen ook maar "oude stijl" gedoopt, alsof het om een andere kleur behang ging in plaats van om een kaalslag.

Zo doet het merkwaardige feit zich voor dat ik zes jaar heb moeten studeren om drs. (nu: master) planologie te worden, terwijl ik een heleboel vakken ineens niet meer hoefde te doen om mezelf ook politicoloog  te mogen noemen. Dat heb ik in besloten kring om die reden wel eens een "waspoederdiploma" genoemd, hoewel het niet onderdoet voor het huidige programma en alleen maar verbleekt bij de tijd ervoor. De teloorgang van het hoger onderwijs is dus toen al begonnen en dat haal je ook niet meer in door bij kleuters de ambitie te gaan aanwakkeren en kinderen op steeds jongere leeftijd lastig te gaan vallen met kennisoverdracht en testjes.


Geconcludeerd mag worden dat studeren vroeger dus niet gratis was (ik had een studieschuld van 20.000 gulden), maar wel stukken beter. Toevallig las ik deze zomer nog dat de jongste lichting toeristen geen woord Frans meer spreekt, terwijl HBS-ers zich makkelijk konden redden in zowel Duitsland als Frankrijk. Ooit stonden we bekend als het talenwonder van Europa, nu beheersen we alleen het Engels nog in de veronderstelling dat je daarmee overal terecht kunt. Ik kan je vertellen dat dat dat niet zo is, maar óók dat je als journalist een absolute voorsprong hebt als je interviews kunt doen in de moedertaal van je gesprekspartner.

Het verhaal dat de jongste generatie het slechter krijgt, klopt dus als het om universitair onderwijs gaat, want ik zou wel eens willen weten hoe de scripties die afgelopen zomer zijn ingeleverd zich verhouden tot die uit 1985 of 1975. Waarschijnlijk schrik je je je de blaren, tenzij de teloorgang pas later is ingezet en vervolgens in een stroomversnelling terecht is gekomen. Hoe die achteruitgang te stoppen is, weet ik niet maar het helpt in elk geval niet om te doen alsof er niets aan de hand is of je blind te staren op technologie en met tablets te gaan strooien in de hoop dat iedereen dan vanzelf een soort Einstein wordt.

Los van dit hele verhaal geldt dat het idee van een heel leven lang leren helemaal niet zo slecht is, want ik heb pas goed Duits leren spreken ná de middelbare school (nadat ik het in de vijfde klas heb laten vallen ten faveure van Grieks) en er liggen nog steeds boeken op mijn nachtkastje die te maken hebben met politiek, economie, sociologie en psychologie. Een diploma is maar een papiertje en een scriptie is maar een stapel papier, terwijl je je brein nog een heel leven lang kunt blijven bijspijkeren.