Zoeken

woensdag 20 april 2016

Geen haast = geen stress

Toen ik eerder dit jaar een lezing moest geven voor het eerste Radar Extra College, kwam ik terecht in zo'n gruwelijk lange file op de A15 dat ik alleen al een halfuur nodig had om door de tunnel onder de rivier de Noord te komen. Ik haalde het allemaal net op tijd, maar die barre tocht leverde zoveel stress op dat ik me voornam om herhaling koste wat kost te voorkomen. Dus vertrok ik gisteren al om half twee 's middags naar Oldenzaal waar ik pas om half acht 's avonds verwacht werd voor een lezing over Het plakbandpensioen.


Te laat komen is dan alleen nog maar mogelijk bij dusdanige pech onderweg dat die niet ter plekke kan worden verholpen door de wegenwacht. Gelukkig liet mijn tien jaar oude Alto me niet in de steek toen ik op mijn gemak met negentig kilometer per uur over de snelweg tufte. Dat is de eerste stap naar een stressloos leven: lekker ontspannen achter het stuur zitten met een kop koffie erbij, rustig om je heen kijken en je niet onnodig haasten. Ook gisteren viel me weer op dat veel automobilisten rijden alsof ze onderweg zijn naar die ene allesbeslissende vergadering over de toekomst van de euro als gemeenschappelijke munt.

Toen mijn navigatiesysteem meldde dat er bij Voorst toch nog een langzaam rijdende tot stilstaande file was, ben ik de snelweg afgegaan en binnendoor naar Oldenzaal gereden via Zutphen en Lochem. Voor de verandering had ik weer eens een ouderwetse wegenkaart van de ANWB bij me, al was het geen oude maar een splinternieuwe: ik had hem vorig jaar voor mijn verjaardag gevraagd omdat ik vermoedde dat ik daar wel eens gebruik van zou gaan maken. Bij een plakbandpensioen horen binnenweggetjes en toeristische routes, want je hebt niks aan een paar minuten tijdwinst als je alle tijd van de wereld hebt.

Natuurlijk was ik er veel te vroeg (half vijf), maar daar had ik op gerekend. Voor vertrek had ik niet alleen een tuinstoel met kussen achterin de auto gelegd, maar ook een boek, vier belegde boterhammen en twee aangebroken flesjes ijsthee die wat verweesd in de koelkast waren achtergebleven. In Oldenzaal volgde ik dus niet de bordjes centrum, maar reed ik precies de andere kant uit richting Het Hulsbeek. Dat bleek ondanks de rustgevende bordjes een recreatiegebied waar van alles te doen is, maar ik vond een lege parkeerplaats in het groen waar ik mijn auto parkeerde en de tuinstoel uitlaadde. Zo heb ik uren op mijn gemak zitten lezen voordat ik de laatste paar kilometer aflegde naar de bibliotheek.

Dat is op zich al een enorme luxe: om op een doordeweekse dag rustig in het zonnetje te kunnen gaan zitten lezen. Om je in een boek te verdiepen heb je namelijk niet alleen tijd nodig, maar ook rust in je hoofd. Veel mensen zijn zo druk aan het multitasken dat die mallemolen nooit tot stilstand komt en ze alleen nog in de vakanties aan een boek toekomen. Dat verklaart voor een deel waarom het vooral scholieren en ouderen zijn die gebruik maken van de bibliotheek én mensen met een omgekeerde werkweek of een plakbandpensioen.

Er waren meer dan veertig mensen afgekomen op deze lezing die in dubbel opzicht uniek was: het was mijn éérste lezing over Het plakbandpensioen en meteen ook de laatste voordat mijn eigen plakbandpensioen officieel van start gaat op 1 mei a.s. De zaal reageerde enthousiast op mijn verhaal en ik heb nu nog kramp van het signeren. Volgens mij heb ik in elk boek weer een heel andere handtekening gezet, want in dit digitale tijdperk ben je zelfs als schrijver zo je eigen handschrift kwijt.

Na de pauze mochten er vragen worden gesteld en toen kwam iets ter sprake waar ik zelf nog amper bij stil had gestaan. Maar opeens hoorde ik mezelf vertellen dat ik weer een nieuw niveau heb bereikt als het om zoiets als "zen" gaat. Voorheen was buiten zitten voor mij synoniem aan buiten een boek zitten lezen, maar sinds kort kan ik ook gerust een halfuur rustig in de tuin zitten en alleen maar om me heen kijken. Ik kijk hoe de meerkoet aan het slepen is met dood riet, zie kauwen wegvliegen met plukjes gras voor hun nesten en volg met mijn blik wolkenformaties als ze langzaam overtrekken.

Ook noteer ik vogelsoorten die ik voor het eerst zie (al moet ik die meestal wel opzoeken op internet). Zo weet ik vrij zeker dat ik pas voor het eerst een puttertje heb gezien, net zoals ik de afgelopen tijd ook maar één keer een koppel groene spechten op het terras heb gezien. Soms komt dat doordat vogels zeldzaam zijn of schuw, maar het heeft er ook mee te maken dat we het meestal te druk hebben om onze eigen omgeving op te merken en zo gehaast leven dat het leven als het ware als een waas aan je voorbij trekt.