Dat komt vooral doordat je ze in het ideale geval niet meteen
na elkaar zou moeten lezen, maar met een tussenpauze van een jaar of tien. Wat
beide boeken verbindt, behalve een grappige verwijzing in de titel, is dat ze
tezamen een strategie vormen om je eigen plan te trekken en zelfstandig keuzes
te maken. Dus je gaat eigenwijs aflossen (ook al zegt de adviseur iets anders)
en stopt vervolgens eerder met werken (ook al wil de overheid dat liever niet).
In die zin doorbreekt mijn tweede boek in de reeks ook een tweede taboe.
Pas na dat gesprek begon ik het verband helder te zien. In
feite laat het zich net zo simpel samenvatten als de kop boven dit stukje:
eerst aflossen, dan afbouwen. Dus eerst 10 kilo kwijt zien te raken en dan pas
een trouwjurk gaan passen. Het spreekt voor zich dat daar enige tijd tussen
zit, want iemand van 34 die net zijn eerste storting naar de bank heeft gedaan,
kan niet de volgende dag zijn ontslag indienen en in de achtertuin gaan zitten
luieren. Behalve discipline is er voor deze strategie ook tijd nodig. De fase
van aflossen kan gemakkelijk tien of vijftien jaar in beslag nemen, waarna je minder
kunt gaan werken of plannen kunt gaan smeden voor een wereldreis op je 61ste.
Natuurlijk kan het geen kwaad om Helemaal Vrij! alvast te
lezen om te weten wat de volgende stap is. En waar je het allemaal voor doet. Want
gisteren heb ik dat, op een verjaardag waar veel mensen waren van rond de
zestig die liever vandaag zouden willen stoppen dan morgen, nog eens
duidelijk uitgelegd. De winst van onze aanpak is in feite een dubbele winst.
Allereerst dáált de rente die je maandelijks aan de bank betaalt steeds verder zodra je
gaat aflossen (wij betalen inmiddels bruto minder dan destijds netto), dus
je bent steeds minder kwijt aan woonlasten. Dat spreekt voor zich en dat hadden
we van tevoren ook al wel kunnen bedenken.
De extra winst – ik zou bijna zeggen: de échte winst – is dat
we gaandeweg gewend zijn geraakt aan een zeer bescheiden bestedingspatroon en
ontdekt hebben dat we daar net zo gelukkig en tevreden mee zijn (of zelfs nog
veel gelukkiger, maar dat snappen de meeste mensen toch niet). Straks staat de
hypotheek op nul en blijken we tegelijk rond te kunnen komen van een inkomen
dat je kunt vergelijken met dat van twee gepensioneerden die alleen AOW
ontvangen. Dat geeft je bijna nog meer vrijheid dan de titels van mijn beide
boeken doet vermoeden.
Op diezelfde verjaardag keken mensen me overigens heel erg
waterig en wantrouwend aan toen ik zei dat ik tegenwoordig al fluitend in een
korte broek loop als het buiten 15 graden is. Want dat is nóg een extra
winstpuntje dat ik nooit had voorzien. Als je er eenmaal gewend bent om in de
wintermaanden de CV niet hoger te zetten dan 16 graden, ben je in juli al blij
met een veel te koele zomerdag. Niet alleen zijn we straks dus helemaal hypotheekvrij,
ik vind het ook veel vaker “lekker weer” dan de meeste andere mensen. Anders gezegd: dan zit ik er niet alleen warmpjes bij, maar heb ik het ook helemaal niet koud meer...