Laten we voorop stellen dat ik helemaal niet vind dat
vroeger alles beter was. Ik heb twee scripties geschreven op een typemachine en
daar heb ik nog steeds nachtmerries over (en schrijfkramp). Verder ben ik erg gehecht
aan de uitvinding die compact disc heet, gebruik ik zelfs mijn TomTom als ik
een brief ga posten en zou ik niet meer weten hoe je het beroep van journalist
kunt uitoefenen zonder internet. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat sommige dingen vroeger
inderdaad beter waren, of beter geregeld. De welvaartsstaat kalft in een razend
tempo af en veel leeftijdgenoten zouden helemaal geen bezwaar hebben tegen een
riante VUT-regeling of een WW-duur van negen jaar. Het was in mijn jeugd ook
minder druk en vol en het was magisch om op je transistorradio een krakend
liedje op te vangen van Radio Caroline: alsof je onder de dekens naar radio
Oranje zat te luisteren of een levensteken opving van ET.
Strekking van mijn betoog is dan ook in de eerste plaats dat
het nog niet zo vreselijk lang geleden is (namelijk: vlak voor de exuberant
nineties) dat mensen braaf spaarden voor hun eigen huis en netjes aflosten. Ik
ben nog helemaal geen “opa”, maar heb nog een kind op de basisschool. Het is
juist griezelig hoe snel we van bescheidenheid en calvinisme zijn
overgeschakeld op een soort schaamteloos kijk-mij-nou-eens-kapitalisme. In die
zin bestaat de wereld uit een periode van Voor en Na de film Wall Street. Ik
ben niet oud, maar wel oud genoeg om me nog een andere, en in sommige opzichten
bétere wereld te herinneren.
Daarom valt het me op, en stoort het me ook een beetje, dat
je zoveel jongeren hoort klagen en zeuren over een potentiële studieschuld van 20.000
euro. Nou én? Ik had destijds, na het behalen van mijn universitaire diploma, ook
een schuld van 20.000 gulden en maakte daar juist grapjes over. Mijn vrouw was
degene met 20 mille op de bank, dus ze kon onmogelijk met mij zijn getrouwd vanwege mijn geld. We konden dat eerste huis ook alleen maar kopen omdat zij net haar
eerste baan had.
Sowieso snap ik niet dat jongeren over hun pensioen nadenken
en zeuren dat het niet eerlijk is dat babyboomers het veel beter hebben. Op die
leeftijd gingen we de straat op als we ergens tegen waren, maar tegelijk hadden
we het gevoel dat de wereld aan onze voeten lag en dat alles mogelijk was. We
luisterden weliswaar naar sombere post-punk van bands als The Sound en Joy
Division, maar tegelijk vonden we het leven hartstikke leuk. En dat terwijl er midden
jaren 80 eveneens een enorme (jeugd)werkloosheid was en ik behoor tot wat ze
later de Verloren Generatie zijn gaan noemen.
Hoe dat komt (en hoe het komt dat jongeren tegenwoordig soms
al op hun 23ste een burn-out hebben) is voer voor sociologen en psychologen.
Zelf probeer ik alleen maar aan te geven dat je vroeger weliswaar allemaal de
mazelen kreeg (en dat daar inderdaad wel eens iemand aan dood ging) maar dat je
tegelijk een veel onbezorgder leven leidde. Ik ben absoluut niet tegen
inentingen, net zoals ik ook niet tegen internet ben, maar het is zorgwekkend om
te zien hoe snel de verzorgingsstaat wordt uitgehold en hoeveel zorgen sommige jongeren
zich maken terwijl ze het leven juist zouden moeten omarmen.