Zoeken

vrijdag 16 augustus 2019

Wie klaar is met aflossen, moet weer leren om geld uit te geven.

Toen wij in 2008 besloten de hypotheek versneld af te gaan lossen, vormde dat het startsein voor een radicaal ander uitgavenpatroon waarbij alles ondergeschikt was gemaakt aan dat ene, bijna heilige doel. Dat leidt ertoe dat je aan de ene kant zonder met je ogen te knipperen duizenden euro's overboekt naar de bank, terwijl je jezelf nauwelijks durft te trakteren op een kop koffie op een terras. Inmiddels zijn we bijna hypotheekvrij en kunnen we ook weer vrij beschikken over ons geld. Maar kán je dat dan nog wel of veeg je elke aankoop bij voorbaat van tafel als overbodig of te duur? 


In een van mijn latere boeken reken ik voor hoe lang het duurt voordat een gedragsverandering een blijvend karakter krijgt. De schattingen verschillen, maar na een paar jaar wordt alles wat je doet vanzelf een vaste gewoonte en gaat het deel uitmaken van je persoonlijkheid en je identiteit. Zo moest ik ooit een paar kilo kwijt en besloot toen om een tijdje geen jus over mijn aardappels te doen en geen suiker in de thee. Dat leidde tot het geplande gewichtsverlies, maar ook tot een ongeplande verandering in mijn voedingspatroon die een blijvend karakter had.

Je kunt dus wel nagaan wat er gebeurt wanneer je jarenlang zuinig gaat leven om ervoor te zorgen dat je elke maand zoveel mogelijk geld bespaart. Om te beginnen krijgt het begrip 'zuinigheid' geleidelijk een andere betekenis, omdat het ongemerkt verandert in 'het nieuwe normaal'. In de ogen van andere mensen leeft je misschien nog zuinig, zelf weet je niet beter meer en ervaar je het ook niet als een last of een opoffering. Zo staat de centrale verwarming hier in de winter vaak op 17 graden (of lager), zonder dat ik dat ook maar één tel als onaangenaam of koud ervaar.


Over precies zes maanden bereiken we een nieuwe fase in ons leven - of misschien moet ik zeggen: komen we aan op de plaats waar de titel van mijn boek uit 2012 al aan refereert. Wie hypotheekvrij is, kan stoppen met aflossen en hoeft nooit meer één cent rente te betalen aan de bank. Dat is natuurlijk reden genoeg om de vlag uit te hangen en vuurwerk af te steken, maar ik vermoed dat je ook wat verweesd achterblijft en even geplaagd wordt door een gevoel van doelloosheid en leegte. Je bent elf jaar lang onderweg geweest naar deze plek zonder je af te vragen wat je er nu eigenlijk precies gaat doen.

Eenmaal hypotheekvrij, vergroot je je bestedingsruimte op twee manieren: je bent de bank geen maandelijkse rente meer verschuldigd én je hoeft niet meer te sparen voor extra tussentijdse aflossingen. Probleem is echter dat je niet eens meer weet waaraan je voorheen je geld uitgaf en je jezelf ook niet meer 'vrij' voelt om zomaar je portemonnee te trekken. Al vroeg beseften we dat zuinig leven ook een vorm van duurzaamheid is, dus er is geen sprake van dat we er straks zomaar op los gaan leven. Logischer zou zijn om te kijken of de energierekening misschien ook richting nul kan, net als eerder de hypotheekschuld.


Dat alles en meer schoot door mijn hoofd toen ik voor de spiegelende etalageruit stond van Braun Cycling en een soort mentale tijdreis doormaakte. In de vitrine stond precies dezelfde racefiets die ik mezelf ooit heb laten aanmeten door Herman Braun, toen zijn bedrijf nog was gevestigd op de zolder van een rijtjeshuis in Spijkenisse. Pas toen besefte ik hoe oud die fiets inmiddels is - ik kocht hem ergens in 1983 of 1984 - en hoeveel er sindsdien is veranderd. Zo worden de frames tegenwoordig in elkaar gelast door zijn zoon Dave, terwijl Herman voor de afwerking zorgt en tot op de millimeter nauwkeurig je zadel afstelt.

In hun bedrijf komt alles samen: ambachtelijkheid, vakmanschap, een persoonlijke benadering, duurzaamheid en een product met 'een verhaal'. Dit is geen dertien in een dozijn fiets uit een Chinese container, maar maatwerk en handwerk van een lokaal bedrijf om de hoek. Vraag maar eens aan oud-renner Erik Breukink waar hij het liefst op rijdt of aan Leontine van Moorsel. In die spiegelruit zag ik ook hoeveel ouder ik zelf intussen was geworden en hoe verouderd die eerste fiets. De enige logische vraag was vervolgens: hoe duur was die prachtige stalen fiets waar ik binnen recht tegen aanliep en had ik dat ervoor over?