Zoeken

woensdag 11 juli 2018

Zorgt al dat zonnige weer ook voor een zonnig humeur?

In het Volkskrant Magazine van afgelopen weekend werd hardop de vraag gesteld of er een verband bestaat tussen 'het weer' en 'geluk'. Dat lijkt me overduidelijk, maar toch blijkt dat volgens de auteur van het artikel maar lastig wetenschappelijk te bewijzen. In het artikel wordt zelfs een sociaal-psycholoog aangehaald die beweert dat zonnig weer helemaal niet leidt tot een zonnig humeur. Rara hoe kan dat?


Als mensen vragen hoe het met me gaat, luidt het antwoord doorgaans: 'Goed, maar vraag het me nog een keer in het voorjaar.' In de wintermaanden weet ik me doorgaans ook prima te vermaken, maar dan kom ik tegelijk zo weinig buiten dat ik net zo goed op twaalf hoog in de stad zou kunnen wonen. Zodra de lente aanbreekt, gaan de tuindeuren open en slenter ik vaak al om zeven uur in de ochtend met een krant onder mijn arm naar het terras.

Het aantal mogelijkheden om jezelf te vermaken (lees: de verschillende manieren om niets te doen) stijgt dan ook exponentieel. In de wintermaanden lees ik een boek op de bank, kijk ik een film in bed of ben ik te vinden in de bioscoop. In de lente en de zomer zit ik bijna elke dag op de fiets, lees ik een boek in de tuin, eten we aan de waterkant en ben ik buiten tot het donker wordt zodat de televisie niet eens aangaat. Je kunt dus ook zeggen dat ik dan een totaal ander leven leid.


Toch kun je daar volgens de krant niet zomaar conclusies aan verbinden. Nu snap ik wel dat er in deze tijden van nepnieuws en fake-accounts behoefte bestaat aan onweerlegbare feiten en wetenschappelijk onderbouwde conclusies, maar dit lijkt me een inkoppertje waar je als socioloog niet veel aan toe te voegen hebt met een paar vragenlijsten. Toevallig merkte ik een paar dagen geleden nog tegen iemand op dat een 'omgekeerde werkweek' net zo goed kan inhouden dat je van oktober tot april fulltime werkt om vervolgens zes maanden lang te genieten van de zon.

Om het verband tussen zonlicht en geluk te onderzoeken moet je dus niet klakkeloos naar landen kijken waar de zon altijd schijnt zoals de schrijfster van het artikel doet. Elke dag zon gaat al snel vervelen, net als elke dag biefstuk of elke dag seks. In ons land genieten we juist zo van mooi weer omdat het een zeldzaamheid is. De dip van afgelopen dinsdag, met donkere wolken en zowaar een beetje motregen, leek ook alleen maar ingelast om ons te herinneren aan het feit dat elke zomerse dag een cadeautje is dat je moet koesteren.


Dat laatste blijkt volgens weer een andere krant extra lastig te zijn voor mensen die gebukt gaan onder eenzaamheid. Die voelen zich op al die lange warme dagen waarop iedereen plezier lijkt te hebben en gezellig samen op vakantie gaat, juist extra ongelukkig. Iets vergelijkbaars gaat waarschijnlijk op voor mensen die op zomerse dagen moeten werken en tandenknarsend hun tijd op kantoor doorbrengen terwijl het buiten heerlijk weer is (of die, omgekeerd, juist buiten moeten werken in de brandende zon).

Crux is dat de zon je humeur versterkt. Wie zich goed voelt, zal zich op een zonnige dag iets beter voelen en nog meer genieten. Het is geen tovermiddel, en zeker geen anti-depressivum, maar meer een soort bonus. Je moet dus al een beetje blij van jezelf zijn en in de omstandigheid zijn optimaal van het mooie weer te genieten. De schrijfster van het artikel geeft zelf eigenlijk al aan waar bij de meeste mensen het probleem zit met haar vaststelling dat in deze 'moderne tijd' bijna niemand nog buiten komt.

Sterker nog, ze verpakt het als een soort retorische vraag want letterlijk staat er: hoe vaak zijn we nu eigenlijk nog buiten? Nou, wat dacht je van de hele f*cking dag? Van half zeven in de ochtend tot tien uur 's avonds? Ik zit nu even binnen aan de keukentafel te tikken (met de tuindeuren open en uitzicht op de tuin), maar als dit blog klaar is verhuis ik als de bliksem naar mijn luie stoel onder de eikenboom met weer een ander bibliotheekboek om daar de rest van de dag te genieten van de zoveelste zomerse dag van het jaar.