Zoeken

maandag 18 september 2017

Wat vindt mijn vrouw eigenlijk van dat hele basisinkomen?

Sinds het verschijnen van mijn boek Hypotheekvrij! krijg ik regelmatig de vraag wat mijn vrouw nou eigenlijk van dit alles vindt. Dat is een terechte vraag, want hoewel ze in al mijn boeken een belangrijke rol speelt en inhoudelijk heel veel heeft bijgedragen, krijgen mensen alleen maar mijn kant van het verhaal te horen. Dus kun je je niet alleen afvragen hoe ze die jaren heeft ervaren waarin we extra zuinig leefden om korte metten te maken met de aflossingsvrije hypotheek, maar ook hoe ze aankijkt tegen mijn pleidooi voor een omgekeerde werkweek (of tegen het feit dat haar weekindeling model heeft gestaan voor dat concept). Ook in Leven van de lucht ontkom ik niet aan de vraag welk effect een basisinkomen heeft op de taakverdeling tussen man en vrouw.


Wat de uitkomst daarvan is, laat ik hier in het midden want dit blog dient niet om de inhoud van mijn boeken samen te vatten of na te vertellen. Maar als ik bij een lezing een vraag in die richting krijg (en dat gebeurt standaard), dan geef ik daarop altijd min of meer hetzelfde antwoord. In het kort komt het erop neer dat als mijn vrouw graag nog een keer op wintersport zou willen, ze wat mij betreft zélf die 2400 euro bij elkaar mag verdienen die we daar de laatste keer aan kwijt waren. Dat klinkt misschien onaardig, totdat je het omdraait. Want zou het niet een beetje merkwaardig zijn als ik graag een nieuwe racefiets wil en vervolgens aan mijn vrouw vraag of ze voor dat doel nog eens dertig dagen extra kan gaan invallen op haar school?

In Leven van de lucht besteed ik twee hoofdstukken aan de vraag wat een onvoorwaardelijk basisinkomen van 1000 euro netto per maand voor effect heeft op de M/V-verhoudingen en de taakverdeling in huis. Neem je als huishouden genoegen met een gezamenlijk gezinsinkomen van 2000 euro of besluit je om toch nog iets bij te verdienen zodat je meer te besteden hebt en minder op de kleintjes hoeft te letten? Met een basisinkomen is elke vrouw in één klap economisch zelfstandig, maar je kunt ook niet helemaal uitsluiten dat het in sommige gevallen gebruikt zou gaan worden als een soort aanrechtsubsidie voor thuisblijfmoeders. Dat effect is vooraf niet goed te voorspellen, maar over een één ding kunnen we het denk ik wel eens zijn en dat is dat mannen en vrouwen anno 2017 allebei dezelfde verantwoordelijkheid dragen als het gaat om de hoogte van het gezinsinkomen.


Gek genoeg blijkt dat echter lang niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Zo heb ik een nichtje dat een biomedische opleiding heeft gevolgd, nu aan het promoveren is aan de universiteit en daarna waarschijnlijk kans maakt op een goedbetaalde baan. In hun situatie ligt het voor de hand dat zij later kostwinner wordt, terwijl haar lager opgeleide vriend parttime werkt en de zorg van de kinderen op zich neemt. Dat scenario leek me in hun geval jaren geleden al het meest waarschijnlijk, maar daarin blijk ik tamelijk alleen te staan. Niet alleen staat het traditionele kostwinnersmodel nog als een huis, ik vermoed ook dat de meeste vrouwen met een parttime baan helemaal niet zouden willen ruilen met hun fulltime werkende partner.

Vanuit feministisch oogpunt is dat merkwaardig, want waarom zou je anno 2017 niet de rollen omdraaien? We worden geacht ons leven in te richten op basis van het uitgangspunt dat vrouwen niet alleen gelijk zijn aan mannen, maar ook dat alle verschillen in gedrag en gevoelsleven louter het gevolg zijn van conditionering, opvoeding en seksistische reclamefolders. Niets weerhoudt een moderne jonge vrouw er dus van om een carrière na te jagen omdat ze dat graag wil, meer verdient dan haar partner, beter opgeleid is of wat dan ook. In de praktijk blijkt de felbegeerde keuzevrijheid van vrouwen zich echter te beperken tot de keuze om een paar dagen per week te werken, terwijl de man nog steeds niet veel te kiezen heeft en geacht wordt kostwinner te zijn.


Het Nederlandse anderhalfverdienersmodel is berucht en zorgt bij doorgewinterde feministes voor de nodige irritaties, omdat ze vinden dat een webwinkel nou eenmaal geen carrière is. Zelf denk ik dat vrouwen met een parttime baan over het geheel genomen beter af zijn dan mannen die op hun 22ste afstuderen en vervolgens vijftig jaar lang fulltime moeten werken tot ze eindelijk AOW krijgen. Als bewijs voor die stelling hoef ik maar even terug te blikken naar afgelopen donderdag, toen mijn vrouw inviel op haar eigen school voor een afwezige collega en al om zeven uur 's ochtends naar haar werk vertrok. Zelf stapte ik pas uren later op de fiets richting Rotterdam om in mijn favoriete bioscoop drie films achter elkaar te bekijken: The Beguiled, Mother! en de documentaire Safari.

Je kunt dus opstaan zonder de wekker te zetten, op je gemak twee kranten lezen, drie bioscoopfilms zien, anderhalf uur op de fiets zitten en toch nog eerder thuis zijn dan je eigen vrouw die de hele dag gewerkt heeft. Hoewel ik op de terugweg in een soort moesson terechtkwam en totaal verregend de sleutel in het slot stak, had ik voor geen goud met haar willen ruilen. Wellicht spreekt dat voor zich, maar het laat ook zien dat je bij verhalen over de rol van betaald werk in een mensenleven en de taakverdeling tussen man en vrouw niet moet blijven steken in clichés over salarisverschillen en glazen plafonds. Voor mij voelt die wekelijkse bioscoopdag niet alleen aan als het ultieme spijbelen, maar ook als de volmaakte antithese van een dag op kantoor. Dat kun je op talloze manieren verwoorden, maar deze alinea uit Leven van de lucht vertelt in feite het hele verhaal: