Zoeken

vrijdag 4 januari 2019

En wat vond ik zelf nou eigenlijk de beste films van 2018?

Gisteren publiceerde De Volkskrant een overzicht van de beste films van 2018, waarbij voor het eerst ook gestemd kon worden voor de beste series. Het leverde een interessante dwarsdoorsnede op met weinig echte verrassingen en een gedoodverfde winnaar. Voor het eerst van mijn leven had ik bijna alle prijswinnende films daadwerkelijk gezien, dus ik kon écht een gefundeerde keuze maken. Want welke bioscoopfilms staken nu met kop en schouders boven de rest uit? En bij welke series kon ik niet stoppen met kijken?


Laat ik beginnen met de vaststelling dat ik het uitgesproken jammer vond dat in de krant zelf slechts een lijstje afgedrukt stond met de tien beste films, want ik had me er erg op verheugd om bij vrijwel alle titels een vinkje te kunnen zetten met een balpen. Nu moest ik naar de website om de hele lijst na te lopen en kon ik alleen in gedachten alle films aankruisen die ik daadwerkelijk had gezien. Pas bij nummer 25 kwam ik voor het eerst een titel tegen die ik nog moest zien, maar dat is dan ook een Netflixfilm die nooit in de bioscoop heeft gedraaid.

Van de honderd films in de lijst, bleek ik er uiteindelijk acht te hebben gemist. Dat laat zien dat het vrijwel onmogelijk is om echt alles te zien wat uitkomt, hoewel dat in het geval van Mamma Mia! Here We Go Again (plaats 44) een bewuste keuze was waar ik nog steeds geen spijt van heb. Grappig genoeg stond Three Billboards Outside Ebbing, Missouri ook in mijn lijstje op één, maar verder waren er nogal wat discrepanties en bleek ik zelfs op titels te hebben gestemd die niet eens terug te vinden zijn  bij de eerste honderd.


Bizar genoeg stond A Star is Born in mijn lijstje ook op de achtste plaats, terwijl Beautiful Boy het nét niet haalde. Zo kwam ik tot de volgende eindscore:

1. Three Billboards Outside Ebbing, Missouri
2. Tully
3. A Quiet Place
4. Billy
5. The King
6. Darkest Hour
7. 6 Balloons
8. A Star is Born
9. Hostiles
10. Katie Says Goodbye

Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd, hoewel ik ter toelichting wel kan aangeven dat ik Billy zo grappig vond dat ik hem twéé keer heb gezien en A Quiet Place zo eng dat ik me steeds dieper onderuit liet zakken op mijn bioscoopstoel. Hostiles vond ik - ondanks The Sister Brothers - de beste western en The King trof me vol tussen mijn ogen omdat ik een muziekgek ben met een diploma politicologie die dol is op metaforen.

Darkest Hour was ook een voorspelbare kandidaat, terwijl ik vind dat Tully en Katie Says Goodbye veel meer aandacht hadden verdiend. Tot mijn schaamte bleek ik in 9 van de 10 gevallen voor een film te hebben gekozen met een mannelijke regisseur, hoewel het bij de twee hoogst genoteerde films een vrouw is die de show steelt en je dat ook kunt zeggen van de nummers zeven, acht en tien. 6 Balloons is misschien een vreemde eend in de bijt, maar die zag ik onlangs op Netflix en die had dus ook gewoon een bioscooprelease verdiend.


Verder kan ik nog vertellen dat ik niet warm of koud word van een film als Cold War en wel vaker merk dat ik schouderophalend zit te kijken naar films waar recensenten helemaal lyrisch over zijn (Shoplifters, Zama, Transit). Ik vond 2018 ook niet zo'n geweldig filmjaar vergeleken met een jaar eerder, want ik zag geen tweede Dunkirk, geen tweede Manifesto, geen tweede Brigsby Bear en geen tweede King of the Belgians. Misschien is dat een kwestie van afstomping of gewenning (want ik zag in 12 maanden net zoveel films als een normaal mens in 120 jaar), maar voor mijn gevoel werd ik minder vaak omver geblazen.

Zo ben ik erg benieuwd naar 2019 en vrees ik tegelijk in toenemende mate braafheid en politiek correcte voorspelbaarheid. Ronduit ergerniswekkend (en onjuist) is het hierboven afgebeelde citaat van actrice Carey Mulligan naar aanleiding van haar rol in de uitstekende film Wildlife. De gemiddelde bioscoopbezoeker die 2,1 films per jaar ziet, slikt haar woorden waarschijnlijk voor zoete koek, maar ik heb het afgelopen jaar echt héél veel films gezien over vrouwen die het zwaar hebben. Het risico bestaat dus dat mensen het idee blijven houden dat vrouwen er in films nog steeds bekaaid vanaf komen, alleen maar omdat dat zinnetje tot vervelens toe wordt herhaald.


In zijn column van een paar dagen terug, formuleerde Rutger Lemm al aardig het hoe en waarom van mijn nieuwe boek, want de meeste mensen met kleine kinderen en een drukke baan mogen al blij zijn als ze elk kwartaal één keer een bioscoop van binnen zien. Nadat ik me eerder vol overgave had gestort op 'inhaallezen', kun je 2017 en 2018 beschouwen als een soort inhaalrace op het gebied van films. Natuurlijk blijf ik daar in 2019 gewoon mee doorgaan, hoewel ik nu niet meer per se 250 films hoef te turven en ik ook niet per se alles wil zien.

Gisteren heb ik de laatste correcties van mijn boek doorgegeven, dus voor deze maand voorbij is rolt Een jaar in het donker van de persen. Daarin permitteer ik me een grapje dat ik dit jaar ook echt in de praktijk hoop te brengen, want ergens in mijn nieuwe boek schrijf ik dat Blue Monday voor mij voortaan een excuus is om ook eens op maandagmiddag naar de bioscoop te gaan. Op de meest deprimerende dag van het jaar - en die valt in 2019 op 21 januari - zit ik dus prinsheerlijk in de bioscoop en heb ik nergens last van.

En de beste series? Dat zijn wat mij betreft, in willekeurige volgorde, Wanderlust, Norsemen, Bodyguard, Better Call Saul, Ozark en The Kominsky Method. Veel kijkplezier!