Zoeken

woensdag 8 november 2017

Na het aflossen van de hypotheek kun je beginnen met nietsdoen

De afgelopen dagen kreeg ik van verschillende kanten de vraag of het wel helemaal goed met me ging, aangezien ik al bijna twee weken geen nieuwe blog meer had geplaatst. Normaal gesproken schrijf ik elke week wel iets, tenzij ik bij wijze van uitzondering even op vakantie ben, maar nu was het akelig stil. Het antwoord op die vraag luidt dat het niet alleen prima met me gaat, maar misschien zelfs wel té goed. Nu ik bijna hypotheekvrij ben en mijn spaargeld ook nog eens veel langzamer slinkt dan voorzien, kan ik mijn tijd geheel naar eigen goeddunken indelen. Het gevolg is dat ik nog steeds een bomvolle agenda heb, maar dan eentje zonder afspraken of deadlines.


Afgelopen week was er in mijn agenda zelfs bijna te weinig plek voor al die bioscoopkaartjes en entreebewijzen. Nadat ik op maandag al één film had gezien, bezocht ik op donderdag twee bioscoopfilms en op vrijdag zelfs twee films en één concert. Zo bevind ik me in een soort permanent luilekkerland waarin niks meer van me wordt gevraagd en ik elke doordeweekse dag in principe kan omtoveren tot een soort kinderfeestje voor volwassenen. Er zijn genoeg mensen die na hun werkzame leven al hun vrije tijd besteden aan vrijwilligerswerk, maar ik heb besloten om eerst eens van mijn vrijheid te gaan genieten.

Dan blijkt weer eens dat een heel vroeg vroegpensioen tal van extra voordelen heeft. Zo is mijn jongste kind al bijna officieel volwassen, terwijl het eerste kleinkind zich nog lang niet heeft aangediend. In die zin leef ik sinds 1 mei 2016 niet alleen van de lucht, maar bevind ik me ook een beetje in het luchtledige. Elke dag weer besef ik dat dit een zeldzame, misschien zelfs uitzonderlijke windstille periode is, zonder gezondheidsproblemen, mantelzorg of vaste oppasdagen. Dat kan zomaar opeens veranderen, dus koester ik elke vrije minuut en sla ik op maandagmorgen om 11 uur schaamteloos en zonder enig schuldgevoel een boek van 1000 pagina's open.


Een dag eerder was ik al begonnen in De Onderwereld van Kevin Canty, een boek over een mijnwerkersgemeenschap in Montana. Ik had het op de bonnefooi meegenomen uit de bibliotheek, maar het boeide me zo dat ik het in één ruk (en op één dag) heb uitgelezen. Zo krijgt mijn nieuwe leven langzaam vorm, al draait het niet langer om afspraken en deadlines, maar om boeken die me zijn aangeraden en films die ik absoluut wil zien voordat ze weer uit de bioscoop zijn verdwenen. Van een omgekeerde werkweek ben ik zo vanzelf in een soort omgekeerde wereld terechtgekomen, waarin het mijn grootste ambitie is geworden om in 2017 tenminste 100 films te hebben gezien op de plek waar ze het meest tot hun recht komen.

Natuurlijk doe ik niet helemaal niks meer, want op maandagmorgen begin ik na het lezen van de krant allereerst aan mijn nieuwe column voor het RD. Strikt genomen heb ik elke week dus nog steeds een deadline, maar dat levert net zo weinig stress op als het uitruimen van de vaatwasser of het strijken van mijn overhemden. Oplettende lezers zullen ook gezien hebben dat er uit het hierboven afgebeelde boek gele Post-Its steken, dus die staan er straks niet van te kijken als ik er iets over zeg of eruit citeer in boek nummer 16. Op 1 januari begin ik pas echt serieus aan een opvolger van Leven van de lucht, maar ik ben al wat voorbereidend onderzoek aan het doen en heb al minstens 15.000 woorden geschreven.


Elke dinsdagmorgen kijk ik op internet welke films die donderdag in roulatie gaan en vervolgens maak ik alvast een voorlopig schema. Een vast patroon is er niet, maar vorige week beviel me zeer goed. Toen zag ik op donderdag twee films achter elkaar (met tussendoor precies genoeg tijd voor een bezoek aan De Plaatboef en een glas muntthee). Een dag later ging ik samen met mijn oudste zoon en mijn vrouw naar Loving Vincent. Daarna aten we een patatje bij Bram's Gourmet Frites waarna zij samen naar huis fietsten en ik snel nog even Liefde is aardappelen meepikte. Zo verandert elke doordeweekse dag langzamerhand in het absolute contrapunt van een dag op kantoor.

Het onvermijdelijke gevolg is dat je jezelf langzaam maar zeker in slaap sust, een bedrieglijke staat van bewustzijn die op termijn wel eens fataal zou kunnen uitpakken voor mijn toekomst als schrijver. Een columnist heeft een scherpe pen nodig die hij, als het onderwerp daarom vraagt, in azijn doopt. Maar in plaats van boze stukken te tikken zit ik blij te bladeren in de gratis Filmkrant en breng ik gerust een hele dinsdag (als in: gisteren) door in de achtertuin om een paar honderd bladzijden te lezen in een boek waarin alles in zekere zin ook om film draait. Daarmee ben ik niet langer de schrijver van de bestseller Het nieuwe nietsdoen, maar ben ik dat gewoon de hele tijd lekker aan het doen.