Zoeken

donderdag 10 november 2016

Zelfgemaakte appeltaart eten in de atoomschuilkelder

Een paar weken geleden reed ik op maandagmiddag op mijn fiets naar een verscholen stukje snippergroen tussen een fietspad en een woonwijk in mijn woonplaats. Daar zou ik een dorpsgenoot ontmoeten die in meer dan één opzicht een soort tegenvoeter is (of, zo je wil, een virtuele tweelingbroer). Op het 500 vierkante meter grote en met een hek omheinde stuk grond probeert deze vijftiger vruchten, bessen en noten te verbouwen op basis van "permacultuur". Het leek hem leuk om mij te laten zien wat ik met het eveneens precies 500 m2 grote stuk grond achter mijn huis zou kunnen doen. Bovendien zou zo'n voedselbron nog wel eens goed van pas kunnen komen als de pleuris écht uitbreekt.


Het was niet de eerste keer dat ik het woord "permacultuur"hoorde, maar wel de eerste keer dat ik in het echt iets zag wat er op leek. Het is niet eenvoudig om volgens dit principe te werken, maar hij deed zijn best en leerde gaandeweg met vallen en opstaan steeds meer bij. Op het stuk grond stond al een walnotenboom toen hij het kocht en een paar fruitbomen, maar veel begroeiing bestond uit jonge aanplant. Of het allemaal zou gaan lukken, weet hij ook niet, maar in het gunstigste geval levert zijn grond straks ook truffels en pistachenoten.

Over permacultuur zijn hele boeken en websites volgeschreven, dus ik vertrok later die middag niet alleen met een zak noten en appels richting huis, maar ook met een lijstje titels en sites die mij verder zouden kunnen helpen. Toevallig verscheen er een week later ook een artikel in een regionale krant over het voedselbos (sorry: VoedselBos) in Dordrecht dat volgens hetzelfde principe wordt opgezet. Volgens datzelfde artikel zijn er in ons land maar vier of vijf mensen die zo'n systeem kunnen ontwikkelen. Dat is dus de angel: als het allemaal werkt heb je een ecosysteem dat zichzelf in stand houdt, maar het is nog niet zo heel makkelijk om dat voor elkaar te krijgen.


Dat was ook zijn uitgangspunt: creëren, leren, uitproberen. Op het stuk grond stonden verder twee bijenkasten die verzorgd werden door een vrouwelijke dorpsgenoot. Dankzij haar ontbeten wij thuis de afgelopen weken elke dag met een snee brood met roomboter en honing (hoewel het potje nu helaas al weer leeg is). In het ideale geval levert een dergelijk perceel gedurende het hele jaar iets op, zonder dat je er veel meer aan hoeft te doen dan opbinden en snoeien. Je moet dan echter niet te beroerd zijn om brandnetelthee te drinken en knollen te eten, al vermeldt de plantenlijst van mijn dorpsgenoot ook munt, aalbessen, pruimen, bramen, moerbei en cranberry's.

Door een rij bomen te planten aan de westzijde, kun je volgens hem een "microklimaat" creëren doordat je de wind tegenhoudt. Dat principe ken ik, want ons perceel heeft precies dezelfde zonligging als het zijne. Vaak genoeg zitten we daar - uit de wind - in onze hemdsmouwen te lezen om vervolgens te ontdekken dat we minimaal een jas nodig hebben als we de straat uit lopen of fietsen. Wellicht denken sommige mensen dat ik gek ben als ik in het vroege voorjaar (of in deze tijd van het jaar) buiten zit te lezen, maar in werkelijkheid zit ik in een soort cocon achter een boom en een haag met klimop.


Ik beloofde hem om een foto te mailen van de taart die mijn vrouw van de appels zou maken (wat zij inderdaad heeft gedaan) en ik beloofde ook om nog een keer terug te komen als de tuin in het voorjaar in bloei staat (wat ik zeker ga doen). Niet alleen is het een paradijsje op een perfecte verstopplek, het is ook een oase van rust in een hectische wereld. Zelf zit hij elke dag uren in de auto op weg naar en van zijn werk en snakt hij naar een ander leven dat dichter bij hemzelf ligt en dichter bij de natuur staat. Niet alleen vond hij het leuk zijn ervaringen en zijn kennis met mij te delen, hij benadrukte ook het belang van "delen".

Want natuurlijk kwamen we daar ook over te spreken. Zo'n stukje grond is het biologische equivalent van een atoomschuilkelder, een virtuele voorraadkast voor het moment waarop de schappen in de supermarkt leeg zijn en de paniek losbarst. Zo'n Walking Dead-achtig scenario is niet ondenkbaar bij een meltdown van het financiële stelsel of een wereld waarin mensen als Trump het tot president weten te schoppen. Maar ook dan is dit niet alleen bedoeld als veilige haven voor hem en zijn gezin. In het ergste geval wil hij de oogst bewaken met de hele buurt en vervolgens met zijn kennis de hele buurt vol zetten met bomen en planten. Zo krijgt zelfs een rampscenario ineens het karakter van een gezellig straatfeest en zou je je bijna gaan verheugen op de saamhorigheid die vanzelf ontstaat wanneer de wal het schip keert.