Zoeken

dinsdag 8 november 2016

Waar bewaart de eekhoorn zijn wintervoorraad?

Afgelopen herfstvakantie brachten we door op een kleinschalig bungalowpark in Garderen waar ik al mijn halve leven kom. Deze keer besloot ik echter om er niet met de auto naartoe te rijden, maar op de fiets. Zo reisde ik met een paar gedetailleerde routekaarten in mijn fietstas naar de Veluwe en deed ik bijna de hele dag over de reis in plaats van de gebruikelijk anderhalf uur. De eerste vraag die ik kreeg toen ik 's avonds moe maar voldaan op de bank neerplofte, was of dit nou "leuk "was. Dat is een understatement, want de heen- en terugreis bleken het hoogtepunt van de hele vakantie en ook nog eens verreweg het meest memorabel. Bovendien weet ik nu precies waar de eekhoorn zijn wintervoorraad bewaart...


Dus ja, het was zeker leuk, en dat antwoord gaf ik ook aan mijn schoonzusje die met haar gezin op hetzelfde park verbleef. Het grote voordeel van mijn huidige leven is juist dat ik steeds minder tegen mijn zin hoef te doen of met tegenzin en steeds makkelijker en vaker "nee" kan zeggen tegen klussen waar ik niets voor voel. Bovendien zit ik liever een hele dag op de fiets dan dat ik - zoals het jaar ervoor gebeurde - op weg naar mijn vakantie-adres in de avondspits terechtkom en ik toch weer een hele tijd in de file sta.

Echt leuk werd het overigens pas toen ik op onbekend terrein kwam, want op de racefiets was ik al vaak genoeg in de buurt van Lexmond geweest. Vanwege de harde oostenwind leek het me handig om eerst een heel stuk richting Duitse grens te rijden en pas later naar boven te gaan. Dus reed ik onder Nieuwegein door en pakte ik pas in Culemborg de pont. Daarna reed ik via Doorn en Maarn naar Scherpenzeel en snapte ik opeens waarom die een oud-collega ervan droomde om op de Utrechtse heuvelrug te gaan wonen. Wie het een beetje uitkient, hoeft het bos niet eens meer uit als hij van Utrecht naar Garderen peddelt.


Ik kwam op talloze plaatsen waar ik nooit eerder geweest was, ontdekte nu pas dat er zoiets bestaat als de "Grebbelinie" en zag het landschap steeds mooier worden naarmate ik mijn bestemming naderde. Onderweg stopte ik bij een zuivelboerderij om daar een fles zelfgemaakte advocaat te kopen en verder hield ik regelmatig halt om op mijn gemak de mooiste route uit te stippelen of een foto te maken van een fraai vergezicht of een leuk kronkelpaadje. De reis was dus niet alleen relaxed, maar zat ook vol aangename verrassingen. Het werd echter pas echt bijzonder toen ik in Scherpenzeel stopte om voor de zoveelste keer op ANWB Fietskaart nummer 11 te spieken.

Terwijl ik de kaart inspecteerde zag ik, terwijl ik me al binnen de bebouwde kom bevond, vanuit mijn ooghoek een eekhoorn de weg oversteken met een noot in zijn bek en over een gemetseld tuinhek springen. Daar verdween hij achter een plant in een enorme pot om er vervolgens zonder noot weer achter vandaan te komen. Ik stond zo doodstil te kijken dat hij bijna ónder mijn fiets doorrende op zoek naar nog meer voedsel, tot hij besefte dat er iets niet aan het plaatje klopte en hij vlak voor mijn voorwiel langs het stuikgewas in vluchtte. Dat zag ik allemaal op deze late vrijdagmiddag, terwijl om me heen iedereen zich naar van werk of school naar huis haastte.


Daar ga ik verder geen moralistische boodschap aan verbinden, behalve de bijna obligate vaststelling dat je meer opmerkt wanneer je niet de hele tijd aan het rennen en vliegen bent en zelfs op de fiets je mail checkt. Ik had die eekhoorn niet gezien als ik in de auto had gezeten en ook niet als ik de reis op mijn racefiets had gemaakt en van tevoren alle fietsknooppunten had genoteerd zodat ik niet onnodig hoefde te stoppen. In een van mijn laatste boeken constateer ik juist dat je, om bij dingen stil te kunnen staan, eens wat vaker letterlijk stil moet staan. Dat deed ik ik in Scherpenzeel en dat deed ik op de terugweg toen ik alsnog in de file terechtkwam omdat de koeien van het land moesten en via mijn fietsroute naar de stal sjokten.

Het is vermoeiend en zwaar om van Rotterdam naar Garderen te fietsen, zeker als je dat doet op een oude damesfiets met twee zware fietstassen. Maar pas toen ik voor de tweede keer naar een van de afleveringen keek van Grand Designs: Escape to the Wild snapte ik waarom dat ook "leuk" is. Daarin komt een Brits stel voor dat in the middle of nowhere in Zweden woont en elke dag een eind moet lopen naar een snelstromende rivier om twee jerrycans van elk 15 liter te vullen met drinkwater. Zelfs na vier jaar doen ze dat liever dan dat het simpelweg uit de kraan zou komen. Niet alleen hebben ze zo de tijd om even rustig na te denken en tot zichzelf te komen, wanneer je bij een temperatuur van min 30 graden twee volle jerrycans de besneeuwde heuvel op torst heb je elke keer weer het gevoel dat je lééft.